‘Wat een prachtige dingen staan er toch in het woord van God!’
We zien steeds opnieuw, hoe tegen de donkere achtergrond van
zonde en kwaad de genade en de liefde van God heel erg helder
schijnen. Zoals tegen de donkere lucht in de nacht de sterren helder
stralen. Zoals een juweel op zwart fluweel des te beter tot uiting komt.
‘Deze gedachten gaan wel diep zeg.’
Het is wel de waarheid zoals die in de Schrift naar voren komt. Daarom
zouden wij luisteren naar die Schriften dan onze tijd te verdoen met
allerlei onnuttige zaken. Gelovigen kunnen wel een voorbeeld nemen
aan Maria die aan de voeten van de Heer zat, en luisterde naar Zijn woord.
‘Ja, ik weet uit ervaring, dat het fijne uren zijn als je die zo besteedt.’
Zeker weten. Het loont altijd de moeite om dat woord tot je te nemen.
Het woord van Zijn Vader was de grote drijfveer, de reden waarom Hij
de dingen deed en hoe Hij sprak. Dat blijkt uit een Psalm als Psalm 1.
Die man, die de Thora overdenkt dag en nacht is een de Heer zelf! Hij
was als een boom, geplant aan waterstromen, of verdelingen van water.
Hij zat niet in de kring van de spotters en liep niet op de weg van zon-
daars. Hij had de Thora lief met heel Zijn hart!
‘In feite kunnen wij nooit tippen aan die man.’
Wel strekken wij ons er met ons hele bestaan naar uit, Hem te kennen.
Paulus voegt daar aan toe: en de kracht van Zijn opstanding. Dat kan het
woord van Christus wel in ons uitwerken, en daarom zegt Paulus:
‘Laat het woord van Christus rijk in jullie inwonen, in alle wijsheid…’