Woord vandaag – Bent u ook biblicist?

André Piet berichtte op www.goedbericht.nl 19 mei over de taalverloedering die
evangelischen (leiders) bezigen als het gaat om hen, die God geloven. Op de site
van bijbels denken (www.bijbelsdenken.nl) staat een getuigenis van een (oude)
broeder:

“Tegenover de leer van de RK Kerk houd ik de algenoegzaamheid (unicitas) van
de Schrift staande. Daarom wil ik niets buiten de Schrift als gezagvol aanvaar-
den. Een voorbeeld: Veel kerkleiders eisen dat je de Schrift het predikaat
‘onfeilbaar’ toekent. Ik weiger dat te doen. Niet omdat ik de Schrift als feilbaar
beschouw, maar gewoon omdat de Schrift dat niet van zichzelf zegt. In de Bijbel
vraagt God dat wij ons onvoorwaardelijk aan Hem toevertrouwen en ons blind
overgeven aan alles wat Hij daarin zegt. Dat doe ik dan ook en dat is mij genoeg.

Ben ik fout, omdat ik mij enkel wil houden aan wat de Schrift zegt? Volgens
theologen wel. En ze hebben ook al een scheldwoord uitgevonden waarmee ze
hen die het
Sola Scriptura (“Alléén de Schrift”, red.) onverbiddelijk en onvoor-
waardelijk willen handhaven, menen te kunnen uitschakelen. Ze noemen hen
die belijden
dat ze echt aan de Schrift genoeg hebben, biblicisten. Zij menen dat
ze ons daarmee kunnen beschimpen als kinderlijke napraters van enkel wat de
Bijbel leert.
Wij beschouwen dat als een eretitel. Laat ze gerust op ons neerzien omdat wij
helemaal genoeg hebben aan het Woord van God en omdat wij geen behoefte
hebben aan geleerde theologische poespas. Tegenover de heerlijke en lieflijke
Woorden van God vallen alle woorden van mensen in het niet”.

Woord vandaag

‘Laatst haalde jij die uitspraak van Johan Companjen van Open Doors
aan. Dat is nogal wat, wat hij zegt.’

Veel christenen leven religieus. Ze groeien op binnen een verband van
een (kerkelijke/evangelische) gemeente en zeggen ‘ja’ tegen de belijde-
nis van de kerk of hun gemeente door middel van het belijdenis doen
of het zich laten dopen of besprenkelen. Maar echt geloof? Leven op en
uit het Woord?

‘Hij vergeleek het met gelovigen die vervolgd worden om hun geloof.
Die leven op het Woord.’

De belangstelling voor het woord van God holt naar mijn mening achter-
uit in Nederland. En als men al wel gezamenlijk leest in dat woord, vecht
men elkaar de tent uit omdat men bijvoorbeeld Genesis 1 anders interpre-
teert, je kan die tenslotte wel op 20 manieren lezen, of zo.  Dat zei een hoog-
geleerde evangelische voorman nog niet zo heel lang geleden.

‘De slang slaagt erin, door deze dingen de gelovigen uit elkaar te spelen.’

Een mens kan niet alleen bij brood leven. Te vrezen valt, dat veel christe-
nen/gelovigen wel bij brood en spelen leven, maar dat zij buiten een
dienst op zondag het door de week erg druk hebben met van alles en nog
wat. Alles erg nodig natuurlijk, maar ja, de bijbel blijft dicht. Potdicht.

‘Is dat niet wat erg somber gesteld, allemaal?’

Het is droevig gesteld met de kennis met het hart van Gods woord. Vaak is
de betreffende belijdenis belangrijker dan het woord van God zelf.
De profeet Hosea zei zelf, dat het volk ten onder gaat door gebrek aan kennis.
En dat geldt vandaag net zo hard voor de christenen/gelovigen. Dan missen
ze zoveel. Die rijkdom, leven, genade in het hart te hebben. Dat kan, maar
niet buiten het Woord om!

Woord vandaag

‘Goed dat we even naar de verschillende tijden van handelen van God
hebben gekeken.’

Je ziet met die verschillen, dat ook onder de Thora van Mozes, er genade
was en dat geloof een belangrijk gegeven was, ook toen. Eigenlijk is dat
altijd zo geweest. Geloof speelde bij Adam, Noach, Abraham, Izaak, Jakob
een grote rol. Maar toen de Thora kwam, 430 jaar na Abraham, ging het
nog steeds om geloof. Leg Hebreeën 11 maar open en je leest dat terug.

‘In Romeinen 5:20 staat, dat de Thora er bij ingekomen was opdat de over-
treding zou toenemen.’

Door de Thora is de erkenning van zonde (Romeinen 3:20), en door de
werken van de Thora wordt geen vlees gerechtvaardigd voor God.
Het ging nog steeds om geloof. Het gebod dat gekomen was, zorgde er-
voor dat de zonde bovenmate zondaar zou worden (Romeinen 7:13).
Volgens het principe van geloof spelen deze werken een ondergeschikte
rol. God verklaarde de gelovige Abraham immers ook rechtvaardig!

‘Het gaat om geloof al die tijd, ook bij Israël onder de Thora?’

De Thora was ook gegeven bij de verbondssluiting. Daar ging Jahweh een
huwelijk aan met Zijn volk Israël. Dat werd een ongelukkig huwelijk, om
het zo maar te zeggen en later gaf Jahweh aan het volk een scheidbrief.
Het oude verbond was gebroken omdat het volk niet deed wat de Thora zei.
Niettemin ging het steeds om geloof, zoals de profeet Habakuk aangeeft:
‘de rechtvaardige zal door zijn geloof leven’ (2:4). Daar grijpt Paulus op
terug in Romeinen 1:16,17 en Galaten 3:11.

‘Dus geen gedoe maar geloof?’

Dat is wat Paulus ook zegt in Galaten 3:12 :

Maar voor de wet is het niet: uit geloof, maar:
De mens die deze dingen doet, zal daardoor leven.

En zo blijft het. In zijn uitzonderlijke Efezebrief schrijft de apostel:

Want in genade zijn jullie geredden, door geloof, en dit niet uit jullie
zelf; het is Gods naderingsgave, niet uit werken, opdat niemand zich
beroemen zal.

Woord vandaag

‘Het heeft te maken met verschillende periodes waarin God op
een andere manier handelt, waar wij het gisteren over hadden?’

Onder de Thora van Mozes gold, dat wat Paulus later uitlegt. In
Romeinen 5:20-21 zegt hij:

De wet echter kwam er nog bij opdat de overtreding zou toenemen,
maar waar de zonde is toegenomen, daar is de genade meer dan over-
vloedig geweest,
opdat, evenals de zonde geregeerd heeft tot de dood,
zo ook de genade zou regeren door gerechtigheid tot het eonische
leven, door Jezus Christus, onze Heer.
Romeinen 5:20,21 hSV

We zien hier, dat de Thora tijdelijk erbij kwam, opdat de overtreding
zou toenemen
. Op zonden als overspel stond de doodstraf, dood door
steniging. Toch ontkwamen David en Batseba aan dit gericht. God gaf
vergeving, dat ook een vorm van genade is. Zo werkte het in die tijd.

‘Maar waarom ontkwamen Ananias en Saffira dan niet aan de doodstraf?’

Omdat in de tijd van het koninkrijk van de hemelen op aarde de Heer zal
regeren met een ijzeren scepter, in gerechtigheid. De zonde zal streng
onderdrukt worden. Satan is dan gebonden in de put van de afgrond, 1000
jaren lang. Ook daardoor zal de zonde sterk teruggedrongen zijn. Degenen
die toch zondigen wacht een ernstig gericht en als het om Israël gaat, wor-
den zij in het gehenna (dal ben Hinnom bij Jeruzalem) geworpen nadat zij
gedood zijn, tot afschrikwekkend voorbeeld voor anderen (Jesaja 66:24).

‘Dat wordt wel een heel andere tijd dan nu, dus!’

Het zal inderdaad heel anders zijn. Waar nu wetteloosheid hand over hand
toeneemt en wat kwaad is goed wordt genoemd, het is als in de dagen van
Noach, zal dán de Thora uitgaan van Israël naar de volkeren; Israël leeft
dan onder het nieuwe verbond, en Jahweh schrijft de Thora in hun harten,
door Zijn heilige geest! Daarom wordt de zonde zo hoog opgenomen in die
tijd! Barmhartigheid en genade zullen zeker gedaan worden, maar de zonde
kan niet in het volk getolereerd worden.
Heel anders -wat dat betreft- zal het in de nieuwe hemelen en de nieuwe
aarde zijn, waar Openbaring 21 en 22 over spreken!

Woord vandaag

‘Het bemoedigt mij steeds, als ik hoor van de genade zoals Paulus
die verkondigde.’

En dat is niet de enige die over genade van God schreef. Dat gebeurt heel
de Bijbel door. Er zijn vele situaties te bedenken, waarin mensen van het
volk Israël formeel volgens de Thora gestenigd hadden moeten worden,
maar dat het gericht niet kwam. En dat God ook niet aandrong op een
vergelding van de gedane zonde.

‘Maar als ik naar Ananias en Saffira kijk, dan zie je dat zij geld achterhiel-
den en de apostelen bedrogen, en zij werden onmiddellijk gedood.’

Hun vergrijp zouden wij minder ernstig opvatten als bijvoorbeeld David
en Batseba, waarbij Uria via een omweg weliswaar, maar toch door David
de dood in werd gejaagd. En David hoefde niet gestenigd te worden, terwijl
dat strikt genomen volgens de Thora wel moest gebeuren! Waarom mocht
David wel blijven leven en Ananias en Saffira niet?

‘Ik zou het eigenlijk niet weten. Meet God dan met twee maten? Dat veraf-
schuwt Hij toch juist?’

Het is een kwestie van verschillende tijden. Bij Ananias en Saffira waren
de krachten van het koninkrijk van de hemelen op aarde werkzaam. In dat
koninkrijk zal gerechtigheid regeren en zonde direct onderdrukt worden.
‘De ziel die zondigt zal sterven’. Gevolg van deze drastische ingreep was dat
er grote vrees op de gemeenten viel. Zij lieten het wel uit hun hoofd om dit
soort dingen te doen. Door de heilige geest hadden de apostelen door wat
het verborgen motief was.

‘En bij David was de heerschappij van de Thora het principe?’

Jawel, maar er was ook vergeving mogelijk, dat bleek in die situatie van
David waarin hij ernstig zondigde tegen de mensen en tegen God. De pro-
feet Nathan kwam een jaar later bij hem en confronteerde David.
Dat bracht een heel proces van verdriet en berouw bij David teweeg. Hij
ontving vergeving van Jahweh. Onder de Thora moest de mens zelf, van-
uit zijn eigen kunnen, de Thora gehoorzamen. Maar de zonde moest toe-
nemen, zegt Paulus! Morgen verder!