‘Het is een bijzondere plaats, die Paulus inneemt. Hij schrijft bijvoorbeeld
veel meer over de Thora dan Petrus, Jakobus en Johannes.’
Even de concordantie raadplegen op het begrip ‘wet’ (Grieks: nomos) maakt dat
heel snel duidelijk. De reden daarvoor is, dat Paulus geestelijke dingen aanreikt
aan de gelovigen uit Israël die hem gevolgd waren. Aan hen moest duidelijk ge-
maakt worden hoe het zit met de geschreven Thora. Moet die gehouden worden,
nu duidelijk werd, dat er iets nieuws naar voren kwam?
‘Dat nieuwe is de nieuwe schepping in Christus?’
Precies, daar draait het om. Nu er een definitief einde aan het vlees gemaakt is
door het kruis, is er sprake van een nieuwe schepping waarin alle vleselijke ver-
schillen weggevallen zijn. Deze verschillen betroffen juist die tussen Jood en
heiden. Dat was nadrukkelijk een verschil, een onderscheid in het vlees, terwijl
er in de geest geen verschillen meer zijn!
‘En een belangrijk punt was de functie van de geschreven Thora?’
De mondelinge Thora was sowieso nooit iets dat een rol had moeten spelen,
dan gaat het om de tradities die bij de geschreven Thora waren gekomen. De
laatstgenoemde was en is heilig, rechtvaardig, goed en geestelijk. De geboden
worden echter wel ‘vleselijk’ genoemd in de Hebreeënbrief. Daar lezen wij:
‘En dit wordt nog veel duidelijker, als er naar het evenbeeld van Melchizedek
een andere priester opstaat, die dat niet geworden is naar een wet van een
vleselijk gebod, maar uit kracht van onvergankelijk leven’.
Dat vleselijke aspect zit in het gelegd zijn op het vlees van de mens en regelde
ook de opvolging van de priesters naar het vlees, in de afstammingslijn. En zo
waren er talloze bepalingen die de dingen van het vlees regelden.