Woord vandaag

‘Nog even over de bazuin Gods. Men zegt weleens dat het dezelfde is
als uit Openbaring waar de 7e engel bazuint.’

Dat is meestal gedacht vanuit 1 Corinthiërs 15:52 waar gesproken wordt
over de laatste bazuin, want de bazuin zal slaan en de doden zullen on-
verderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden. Het moet
daar wel over de bazuin van 1 Thessalonicenzen 4 gaan, want de geweldige
verandering die de gelovigen ondergaan is nodig om weggerukt te kunnen
worden. Er zijn wel opvallende verschillen met Openbaring.

‘Zoals?’

In  1 Corinthiërs 15:52 staat helaas niet duidelijk in onze vertalingen, dat
Hij zal bazuinen. In Openbaring blaast een boodschapper op de bazuin. In
1 Corinthiërs 15 gaat het om de levendmaking van de gelovigen en in Open-
baring gaat het om de gerichten die over de mensheid zullen komen.  Het
is bij Paulus een groot genade-gebeuren, terwijl het in Openbaring draait
om oordelen en gerichten die over en op de mensheid komen. ‘De laatste
bazuin’ kunnen wij misschien zien als de laatste bazuinstoot.

‘Duidelijk genoeg. Je kunt niet zomaar op grond van eenzelfde woord dat
gebruikt wordt, zeggen dat het dus om dezelfde gebeurtenis  gaat.’

Openbaring is heel erg gericht op Israël en de volkeren. Het lichaam van
Christus is een geheimenis. In Openbaring lees je vooral de uitlopers van

de profetieën, die in Tenach vermeld staan. Een complexe materie, waar je
niet snel uit bent. Het vergt veel studie om daar uit te komen. Men wil toch
snel ergens de gemeente in zien, terwijl dat vaak niet zo is.

‘De verschillen die wij lazen, het is voor mij voldoende.’

Je vraagt je steeds weer af wat gelovigen eigenlijk tegen hebben op gewoon
geloven wat er in 1 Thessalonicenzen 4:13-18 staat.
Omdat het gezien wordt
als zouden wij een ontsnappingsclausule willen hebben om maar niet de
gerichten van Openbaring en dergelijke te hoeven ondergaan? Als de Heer
dat voor ons zou bedoelen, dan is dat zo. Dan gaat Hij mee. Maar als Hij het
nodig vindt om eerst het lichaam van Christus weg te grissen van de aarde,
dan is dat Zijn zaak en kunnen wij dat niet met menselijke redeneringen
proberen te ontzenuwen. Het staat daar gewoon, en daar hebben wij mee
te maken. Wat een genade, dat God ons dat laat meemaken, zo’n bijzondere
‘ruimtevaart’, en Hém te ontmoeten in de lucht!


Woord vandaag

‘Bijzonder dat wij zo’n verwachting hebben. Er bestaat geen enkele
godsdienst die zoiets als wij tegemoet zien!’

Daarom lijkt het -ook in de ogen van veel gelovigen- iets, dat te on-
werkelijk, te fantastisch is. Of men beschouwt het als een ontsnap-
pingsmogelijkheid aan de dagelijkse situatie. Daarom redeneert men
liever deze kostbare, paulinische waarheid van de wegrukking (of:
weggrissing) van het lichaam van Christus weg.

‘Het staat er toch wel, dat hebben wij al goed met elkaar bekeken.’

Toch roept het woord ‘bazuingeschal’ verwarring op bij nogal wat
gelovigen. Men verwijst naar Numeri 10 waar aan Mozes werd opge-
dragen dat de priesters moeten bazuinen bij de feesten en bij oorlog.
Dan zal Paulus ook wel zoiets bedoelen denkt men en er worden po-
gingen gedaan het unieke van 1 Thessalonicenzen 4:13-18 weg te ver-
klaren als zou Paulus niets anders dan een vervulling van Numeri 10
bedoelen.

‘Dat is een te kort door de bocht conclusie?’

Paulus onthult hier iets nieuws. Hij zegt niet: ‘gelijk geschreven staat’
of iets dergelijks, maar hij zegt: ‘in een woord van de Heer’. Daarmee
doelde hij op een bijzonder, apart woord van de Heer, dat hij ontving
en wat hij in 1 Thessalonicenzen 4:13-18 bekendmaakt.
Het was iets totaal nieuws. Geen enkele andere apostel of profeet heeft
zoiets onthuld.

‘Paulus geeft toch ook antwoord op vragen die men daar had?’

Het ging om wat er zou gebeuren met de al gestorven gelovigen in die
gemeente in Thessaloniki. Men vroeg zich af wat er met hen zou ge-
beuren. Men wist van een algemene opstanding op de jongste dag, dat
was bekend vanuit Tenach. Bij de komst van de Heer op de Olijfberg,
naar Zacharia 14, wat zou er dan met de gestorvenen gebeuren? Dat
is wat men hoogstens kon weten, toen.

‘Paulus laat dus iets bijzonders zien, als het gaat om de ontslapenen!’

Ja, want er zou wel een opstanding plaatsvinden, maar wanneer precies
wist men niet. Nu laat Paulus zien, dat het bij het lichaam van Christus
zo gaat: de gestorven gelovigen zullen eerst opstaan als bazuin van God
klinkt en de bevelende roep klinkt, zij zullen verenigd worden met de
dan levende gelovigen en samen met hen tegelijk weggegrist worden
tot een ontmoeting met de Heer in de lucht!

Woord vandaag

‘Vergelijkt men het geven van de Thora door Jahweh aan Mozes op
de Sinaï met de bazuin van God in 1 Thessalonicenzen 4?’

Merkwaardig genoeg wel. Je moet er maar op komen. Lijkt mij wel
een rare gedachtesprong. Als je alleen gaat kijken naar momenten
waarop op een bazuin (sjofar?) geblazen werd, en je legt die zonder-
meer naast wat Paulus onthulde, dan loop je echt vast.

‘De omstandigheden waren heel anders, toch?’

Het volk was net verlost uit Egypte en begon aan de woestijnreis. Bij
het lichaam van Christus gaat het om het einde van hun ‘woestijnreis’
door dit leven. Jahweh gaf door middel van engelen (boodschappers)
de Thora op de berg Sinaï (Galaten 3:19; Handelingen 7:38,53), met
duisternis en donkerheid en bazuingeschal, Hij daalde neer op de berg.
In Thessalonicenzen blijft Hij in de lucht.
Ook lezen we bij Paulus niets over donkerheid en duisternis en vuur
en onweer (Exodus 19:16-20; Hebreeën 12:18,19) zoals bij Sinaï.

‘Klopt ja, allerlei verschillen, die te groot zijn om het als een soortge-
lijk gebeuren voor Israël te zien.’

Verder mocht niemand de berg aanraken, anders zou men sterven
op die plaats. De bazuin Gods is juist een moment van leven, want
de doden in Christus zullen dan opstaan! En de bazuin Gods wordt
door de vorst van de engelen (boodschappers) geblazen, terwijl dat
op Sinaï door boodschappers gebeurde.

‘We zien grote verschillen, als je het dichterbij bekijkt.’

Het gaat ook om het verschil tussen de Thora en de genade zoals
Paulus die mocht onthullen! Laten wij God danken, dat wij onder
genade leven! De zon schijnt volop, geen wolkje aan de lucht!

Woord vandaag

‘Het is voor mij steeds duidelijker aan het worden, nu wij nadenken
over de bazuin van God.’

Men kijkt weleens terug naar de Tenach. Daar wordt ook gesproken
over bazuinen. Sommigen denken, dat Paulus in feite daarover sprak.
Men leest dan de Griekse Schrift in het licht van de Hebreeuwse Schrift.
Ofwel: het ‘nieuwe testament’ lezen in het licht van wat in het ‘oude tes-
tament’ geopenbaard was. Dan verklaart men het nieuwe in het licht
van het oude.

‘Daar zit toch wel iets in?’

Het lijkt zo. Zonder wat in de Tenach (oude testament) geopenbaard was
kun je het waarom van zaken in de Griekse Schrift (nieuwe testament)
heel moeilijk begrijpen. Je hebt kennis nodig van de openbaringen die
Jahweh aan Zijn volk gaf. Toch openbaarde Jahweh meer van zichzelf
naarmate de tijd verder ging. Er wordt in de Griekse Schrift veel duidelijk
gemaakt van wat in de Hebreeuwse Schrift nog verborgen was.

‘Noem eens een voorbeeld.’

Nadat Jezus Christus gekomen is, is veel duidelijk geworden van wat in de
Hebreeuwse Schrift geschreven stond. Zoals Hij het verstand van de Emmaüs-
gangers opende en liet zien al wat in de Thora, Profeten en Psalmen op Hém
betrekking had. In Hebreeën 2 zien wij bijvoorbeeld, dat Psalm 8 in feite niet
over de mens gaat, maar over de Ben-ha-Adam, onze Heer Jezus Christus!
En zo is het met al de Psalmen, die spreken over Hem, die komen zou, onze
Heer Jezus Christus!

‘Ah, het begint helder te worden. Paulus noemt schaduwen, en typen.’

Daarover lezen wij in Kolossenzen 2:17, maar ook Hebreeën 10:1 zegt dat. Daar-
door wordt ons verklaard, dat het grote licht pas aangedaan werd, toen Jezus
Christus kwam, Hij ís ook het licht van de wereld. Toen werd ineens veel meer
echt geopenbaard, en begon er licht te vallen op vele Schriftgedeelten van de
Tenach. Met andere woorden: wij zouden de Tenach lezen in het licht van de
Griekse Schrift en niet andersom!

‘Nu begin ik dingen ineens meer te begrijpen. Fijn zo!’

En dit is vanzelfsprekend erg van belang met het oog op de bazuin van God,
het gedeelte in 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Je kunt dat helemaal proberen te
verklaren aan de hand van het geven van de Thora op Sinaï, toen er ook ba-
zuingeschal was en Jahweh neerdaalde, maar dan loop je vast. Daarover gaan
wij morgen verder nadenken!


Woord vandaag

‘Opvallend, als je zo’n stukje eens goed bestudeert, dat je echt gaat
zien waar het om gaat. Veel verkeerde uitleg.’

Omdat het niet in de kraam te pas komt van velen die denken dat de
gemeente gewoon weer terug op aarde komt, probeert men met aller-
lei kunstgrepen en andere beweringen de zaak om te draaien. Pas als
je echt de Schrift laat spreken kom je verder. En als dat jouw denken
op zijn kop zet? Nou dat is ook de bedoeling. Dat wij een en ander niet
kunnen vatten, is nog geen reden de Schrift aan te passen aan ons
denken, of aan een (denk)systeem
.

‘Dat kan weleens moeilijk zijn, vooral als het een streep haalt door hoe
mensen bezig zijn.’

Dat de Heer ons leven misschien overhoop schoffelt, dat is Zijn zaak.
Hij verlost ons steeds meer van de tradities van mensen en laat zien
wat er staat. Als je daardoor op een heel ander spoor komt, is dat ken-
nelijk Zijn bedoeling. Hij laat je dan -ook dat is genade- niet in de ver-
keerde lijn van gedachten zitten.

‘Dat ’te midden van de hemelingen’, komt dat voor in Paulus’ brieven?’

Dat staat in Efeziërs 5 keer. Opmerkelijk, want zelfs 5 is het getal dat
met de verborgenheden (geheimenissen) te maken heeft en het is het
getal van de genade. Juist in Efeziërs gaat het om overstromende genade.
Wij lezen in Efeziërs 2:6,7 dat wij een plaats hebben te midden van de
hemelingen in Christus Jezus. In de komende tijdperken (eonen) zal
God door ons de overstijgende rijkdom van Zijn genade en mildheid
tonen,
dáár, te midden van de hemelingen!

‘Dan past het, dat wij weggerukt worden en de Heer in de lucht ont-
moeten!’

Daarom is het zo de wijsheid van de Heer, dat Hij in de eerste brief van
Paulus al bekendmaakt wat de verwachting van de gelovigen in al die
tijd daarna is, totdat de bazuin van God echt klinkt!
Laten wij, uitkijkend naar dat moment, ons vandaag verheugen!