‘Wel een nieuw jaar dat opmerkelijk begint met dat
bericht uit het Midden-Oosten.’

De Heer zal afdalen op het juiste moment, dat door de Vader
bepaald is. Wij hoeven niet te kijken naar de tekenen waar
Israël wel naar moet kijken. Wij verwachten de Zoon uit de
hemelen (1 Thessalonicenzen 1:10) en Hij komt als Redder
voor ons. Beter vooruitzicht kúnnen we niet hebben.

‘Zeer bemoedigend is, dat wij altijd verzekerd zijn van de na-
bijheid van de Heer!’

Ja, Hij werd arm voor ons, verliet grote weelde die Hij had voor
Hij mens werd op aarde. Dat deed Hij om Vaders plan uit te voe-
ren en om tot eer van Vader te zijn. Hij deed het in de derde plaats
om ons als leden van Zijn lichaam rijk te maken, wij horen bij
Hem en zullen tot op zekere hoogte dezelfde heerlijkheid als Hij
ontvangen. Dat is ongelooflijk!

‘We zijn rijker dan rijkste mensen op aarde!’

Dat zeker en dat zal blijken in de (nabije) toekomst, als wij met
Hem verheerlijkt zullen worden te midden van de hemelingen.
Geweldig vooruitzicht met rijke troost, want wij zullen hen te-
rugzien, die in Christus ontslapen zijn. Samen met alle leden
zullen wij tegelijk weggerukt worden van de aarde, dan wordt
het: hemelse heerlijkheid, eonen lang!