‘Mooi hoor, dat Paulus zo genadig kon reageren. Het was vreemd dat er geen
broeder in de buurt was tijdens die verdediging die Paulus moest voeren.’
Het is een totaal veranderd mens als je dat vergelijkt toen hij als Saulus
tekeer ging en zelfs dreiging en moord blies tegen de discipelen. Hij ging
enorm tekeer. En veel later had Gods genade hem zo veranderd, dat hij
iets wat hij heel makkelijk de broeders kon verwijten, hen niet aanrekende.
Hij schonk hen genade, zoals God hem in Christus genade schonk.
‘Je merkt bij jezelf toch, dat dingen van andere gelovigen je makkelijk
kunnen irriteren. En dan kun je heel snel onderlinge problemen krijgen.’
We kijken vaak eerst naar anderen en bovendien tegen de buitenkant van
die anderen. Omhoog kijken naar onze Vader en dan naar die ander werkt
goed uit. Eerst gebed, dan pas de ander bekijken. De ander in Christus zien.
‘Wat bedoel je daarmee?’
Wij zijn allemaal als leden van Zijn lichaam een nieuwe schepping in Hem.
Dan kennen wij elkaar niet langer naar het vlees. Als je gaat letten op vlese-
lijke onhebbelijkheden, dan krijg je wat je ook in een bedrijf ziet. Mensen
gaan zich aan elkaar irriteren, gaan groepjes vormen, anderen buitensluiten,
en al dat soort dingen. Dat is elkaar kennen naar het vlees.
‘Ja als je als gelovigen zo met elkaar omgaat, is het hetzelfde als de wereld.’
Het evangelie werkt in ons uit, dat wij een verandering van denken beleven.
Door het woord wordt ons denken vernieuwd. Niet langer gelijkvormig aan
deze wereld (Grieks: aioon). We leren geestelijk te denken. Dat maakt een
groot verschil in hoe wij met elkaar omgaan. In Zijn genade!