‘Zeg, we hebben even over andere belangrijke dingen gesproken,
maar gaan we nu weer met Spreuken verder?’

Dat gaan we zeker doen! Nu is vers 30 aan de orde:

het licht in de ogen verblijdt het hart,
een goed gerucht maakt de beenderen vet

In beide versregels zien we iets dat invloed uitoefent op het
innerlijk van de mens (licht, een goed gerucht). En dat zijn
opbouwende dingen. Het licht in de ogen wijst vanuit de tekst
op verborgen wijze naar de Messias, want Hij is het licht van
de wereld. En het woord ‘verblijdt’ is hier het bekende Hebreeuw-
se ‘simcha’ dat in deze vorm als getalswaarde 358 heeft.

‘Ja, mooi, want ik heb weleens gehoord dat het Hebreeuwse woord
Messias ook de getalswaarde 358 heeft.’

Dat is zo, want het woord ‘verblijdt’ is hier doen-verheugen of ver-
heugd-maken. Dit woord is uit exact dezelfde Hebreeuwse letters
opgebouwd als het woord ‘Messias’ en heeft dezelfde getalswaarde.
En als er Eén dé vreugde van Israël en de hele wereld is, dan is het
de Messias Jezus!

‘O wat is het weer geweldig! Prachtig!’

En dan hebben wij nog de tweede regel, dat is dat een goed gerucht
het gebeente vet maakt. Eigenlijk, als we even inzoomen op deze regel,
staat er: ‘een goed bericht verleent rijkdom aan het gebeente’; en dat
‘rijkdom verlenen’ is ook weer beeldspraak, het gaat naar ‘doorsmeren’
toe. Een goed bericht heeft een doorsmerende werking op het gebeente
van de mens. Alles gaat er weer soepel van lopen. Een letterlijk krom
lopend mens gaat daar weer letterlijk rechtop van lopen.

‘Mooi, het goede bericht voor ons is dat van de Messias, Christus Jezus!’

Ja want die kwam in de wereld als het licht van de wereld om zondaren
te redden, en Hij doet dat ook! Allen redt Hij! Dat is werkelijk een goed
bericht, dat is het licht wat is gaan schijnen  in onze harten! Heerlijk
toch? Wat wil je nog meer? Daar gaat het van binnen bij je allemaal wel
beter van lopen, het wordt een en al simcha in je hart!