‘Die vrucht van de geest is iets dat soms moeilijk te zien is.’
Het hangt samen met de boodschap die gebracht wordt in prediking
en bijbelstudies. Als dat niet consequent vanuit de genade van God
gedaan wordt, verliest het kracht en zal het onvoldoende groeimiddel
bevatten. Daardoor blijft de vrucht uit.
‘Het is steeds duidelijker, dat het om genade gaat, zuivere, onvermengde
genade. Die van God dus.’
Dat is absoluut waar. Gods liefde werkt genade uit en dus vreugde bij
zowel God als mens. Waar de mens er eigen werk bijmengt, verdwijnt
de vreugde vanzelf. Het is als de vijgenboom waarvan de Heer Jezus de
bladeren opzij deed en geen vrucht te zien was. Wel veel bladeren (werken)
maar geen vrucht! Zo kan het bij gelovigen zijn. Veel werken, geen vrucht.
‘Verbijsterend! Je zou toch zeggen dat die werken een vrucht zijn van de
ontvangen genade! Dat kan kennelijk anders liggen.’
Israël was die vijgenboom. Veel werken, het leek heel wat, maar er was geen
vrucht van de geest aanwezig. Er waren sommigen die in blijdschap op basis
van de beloften uit de Tenach uitkeken naar de Messias en Jezus zo erkenden,
maar de meerderheid accepteerde Hem uiteindelijk niet.
‘In de kern gaat het om Hem, natuurlijk.’
Men ging niet tot de bron van levend water om de dorst te lessen. Men ging
misschien nog harder aan het werk, maar dat kan een vlucht zijn om de in-
nerlijke leegte af te dekken, te camoufleren. Als een gelovige een innerlijke
leegte bij zichzelf constateert, is er één weg: terug naar het Woord (Christus
dus), om zich daarmee te laten vullen. Dán gaat de genade van God aan het
werk, en wordt het dienen met vreugde vanuit de diepe rust die Gód geeft!