‘Ja wat een toekomst voor Israël.’
Zeker, ze hebben het nu meestal te goed. Ze kennen hun Redder nog
niet. Gelovigen, die het goed hebben, zoals in de rijkere landen, heb-
ben vaak niet zo’n belangstelling voor de Bijbel. Ze hebben er vaak
meerdere. Maar doen die niet vaak open. Of ze doen hem wel open
en lezen er zelf in en ontlenen daar allerlei ideeën aan. Ze trekken ei-
gen conclusies en dat is het dan.
‘Of ze slapen, geestelijk gezien.’
Dat kan ook. Ze kijken elke avond TV of films of series. Op zich niets
mis mee, alleen wanneer dat hun leven is en ze geen tijd zeggen te
hebben voor het Woord, dan is het arm, geestelijk gezien. Je laat dan
veel rijkdom liggen en meestal leeft men niet uit het evangelie. Meer
voor de eigen dingen. Niet naar een bijbelkring; te moeilijk, of te diep,
of de bijbelkringleider staat hen niet aan. Geef hen maar theater.
‘Of ze weten het beter, of willen een ander geluid.’
Vaak wil de gelovige mens iets anders dan Paulus. Liever horen wat je
wel of niet mag in plaats van: uit Gods genade leven. Daar gaat het om,
maar welvaart is een van de belangrijkste vijanden van een leven dicht
bij God en Zijn woord. Het gemeentelijke leven zou draaien om dat ene
woord van God. Meestal leidt een stuk organisatie daarvan af.
‘Er wordt veel geruzied in organisatorische zin.’
Terwijl het lichaam van Christus een organisme is en géén menselijke
organisatie. Uit dat laatste ontstaan de problemen. Maar wanneer allen
echt gericht zijn op God en Zijn woord en het Hoofd Christus Jezus, heb
je al die ruzies, geschillen en onrust niet. Dán is de vrede van God aan-
wezig, dán bloeit de liefde van God onderling op.