Woord vandaag

‘Wel bekend, wat gisteren naar voren kwam. Nu meer perspectief.’

Door de dingen van allerlei kanten te bekijken, wordt het meer duidelijk.
En we bidden om de geest van wijsheid en onthulling in de erkenning van
Hem, opdat we zien
. Dat is onmisbaar. Vader moet dat geven, die geest

van wijsheid en onthulling. Anders kun je het niet zien.
Nu we kijken naar onze Heer als de Opgestane en daarmee de Eersteling
van een nieuwe schepping, worden dingen duidelijker.

‘Belangrijk verschil: voor het kruis en na het open graf?’

In 2 Corinthiërs 5 wordt een bijzonder belangrijke waarheid naar voren
gebracht. Wij kennen niemand meer naar het vlees. Zelfs wanneer wij
Christus naar het vlees kenden, thans/nu niet meer.
Het gevolg is, dat

wij Hem niet langer geestelijk kennen als Jood, maar als de Opgestane.
Er geldt in de opstanding geen vleselijk verschil meer. In Christus valt
dat weg. Het oude is voorbijgegaan, zie! Het is alles nieuw!

‘We hebben een voorrecht, dat wij zo mogen kijken.’

Nou en of! Dit is wel een van de lastigste voor gelovigen. Het vlees niet
tellen, Christus zelfs niet meer naar het vlees kennen. Deze periode van
roeping van de gemeente is de meest geestelijke. Dat wil zeggen, de bij-
zondere nadruk op geest, geestelijk en geestelijke zegen, wordt sterker
naarmate we Paulus’ brieven volgen. De latere zijn het meest geestelijk.
Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen, 2 Timotheüs. 

Woord vandaag

‘We gaan wel weer wat dieper op de dingen in.’

Is ook nodig in deze tijd van verloop van geestelijke waarheid. Ontelbaar
zijn de aanvallen op het unieke van Paulus’ boodschap en bediening.
Wanneer je iets daarvan begint weg te redeneren kom je op een hellend
vlak. Na verloop van tijd ben je alles kwijt wat de apostel van de natiën
werkelijk onderwees. Je zet –onbedoeld en ongewild- de tekst van de
Schrift naar je hand.

‘Je hoort ook zeggen: Jezus was een Jood.’

Hangt er van af wat je ermee bedoelt. Wanneer je bedoelt, dat Hij van
het volk Israël afstamde, dan is dat zo. Hij werd binnen de stam Juda ge-
boren. Zo bezien was Hij Jood. Hij was dat niet in religieuze zin, Hij trad
nooit toe tot het judaïsme. Maar, wanneer je daar aan wil koppelen, dat
wij dus moeten aansluiten bij Israël omdat Hij -als Hoofd van het lichaam
van Christus- Jood is, dan moet je meer Schrift meewegen. Anders ga je
te kort door de bocht. Dan komen we uit bij Paulus, hoe vervelend som-
migen alleen het noemen van deze naam ook vinden.

‘Wat weegt nog meer mee, dan?’

Wat de apostel schrijft over de nieuwe schepping. Wanneer je onze Heer
ziet als Jood, en je laat dat zwaar wegen in je denken, neem je onvoldoen-
de mee. Het grote punt is: Hij is als Jood (de Koning van de Joden zelfs)
gekruisigd, maar Hij werd ook opgewekt uit de doden – door Vader.
Hij is Eersteling van de nieuwe schepping. Na Zijn opwekking uit de dood.

 

Woord vandaag

‘Verhelderend dat we zicht hebben op Romeinen 9-11.’

Wanneer je binnen het kader Israël-volkeren leest, is het beeld van de
olijfboom als lichtdrager duidelijk. Israël was lichtdrager. Door hun on-
geloof ging die functie over op de volkeren waar het woord naartoe
was gegaan en grote invloed in de samenleving kreeg. Door het verval
van die volkeren –ongeloof- zien we in deze tijd die functie van licht-
drager verdwijnen. Men accepteert de Schrift niet langer.

‘Ja, en zo kun je Israël niet zien als wortel van de gemeente.’

Door verkeerd begrip van –onder meer- het gedeelte over de olijfboom
gebeurt iets wat je ziet. Dat men gedachten ontwikkelt door te zeggen
dat de kerk/gemeente terug moet keren naar de Joodse wortels.
Men meent dan te ontdekken, dat de gemeente/kerk eigenlijk op Israël
geënt is. In het verlengde daarvan zie je dan onder andere, dat mensen
uit kerken en/of kringen de feesten van IEUE gaan meevieren.

‘Israël niet de boom/wortel waar het lichaam van Christus op geënt is?’

Het gaat verder terug. Het lichaam van Christus komt uit Hem voort.
God koos dat lichaam uit in Hem vóór de neerwerping van de wereld.
Lang voordat Israël ontstond. Dat veel schrijvers van de Schrift tot het
volk van God behoorden, is waar. Dat Paulus uit de stam Benjamin is,
hij zegt het. Door zijn bediening wordt het lichaam van Christus geroe-
pen; het is Gods bedoeling. 

Woord vandaag

‘Handelingen moet je goed lezen zoals het bedoeld is.’

Wanneer je de tekst van Lucas volgt, ga je zien dat het een logisch
vervolg is op de evangeliën. Met name op dat van Lucas zelf.
De verkondiging –in lijn met profetie van Tenach (OT)- is het konin-
krijk op aarde. Met Israël als spits van de volkeren, als lichtdrager.
Hun voordeel en nut is als eerste, dat aan hen de woorden van God
toevertrouwd zijn (Romeinen 3:1-3). Die zouden zij doorgeven aan
de natiën.

‘Zij zijn eigenlijk de lichtdrager voor de volkeren?’

Omdat zij de dabar-IEUE (woord van Ik ben) ontvingen. Om door
te geven. En op die manier bedoelt Romeinen 11 de olijfboom.
In die tijd –en nog steeds- is een belangrijke toepassing van olijf-
olie: in de lamp. Om licht te geven in de nacht. Het woord van God
geeft licht in de geestelijke duisternis van de volkeren. Israël heeft
als volk om die reden als functie: drager, uitdeler van licht.
De olijfboom is daar een mooi type van.

‘Er werden natuurlijke takken uitgehouwen.’

Dat is een beeld, een type, van het feit dat het lichtdragerschap
van Israël overging op de natiën. Het voert nu te ver om daar veel
specifieker over te worden. Feit: wilde takken worden uitgehouwen.
Lichtdrager-zijn schuift in onze tijd langzaam terug naar
Israël. Door het ongeloof van de natiën.
Punt is, dat Romeinen 9-11 niet spreekt over de gemeente die het
lichaam van Christus is
. In dit uiterst belangwekkende gedeelte

schrijft Paulus vanaf 9:1 over Israël en de volkeren.

Woord vandaag

‘Ja opmerkelijk, hoe Saulus geroepen werd.’

In Handelingen staat zijn roeping, zowel voor Israël, de volkeren en
koningen. Maar het verslag van Lucas zegt niets over de inhoud van
het evangelie dat hij te brengen had. We lezen wel –bij uitzondering-
een toespraak in Handelingen 13. Dat was echter aan Israëlieten. Zij
werden door Paulus aangesproken vanuit Tenach (OT), hij liet zien
dat Jezus hun Messias is.

‘Maar de meerderheid wees de boodschap af.’

Dat was uiteindelijk Gods bedoeling. Daarom wordt aan het einde
Jesaja 6 opnieuw aangehaald. Jesaja kreeg opdracht om het volk te
zeggen dat zij wel horen maar niet verstaan en ziende zien maar het
niet merken. En dat hij het hart van volk vet zou maken en hun oren
zwaar en de ogen gesloten, opdat het niet ziet, niet hoort, niet met
het hart begrijpt, niet tot bekering komt en Hij zou genezen (6:9,10).

‘Deze tekst wordt door Paulus aangehaald.’

Ja, we lezen er al iets van terug bij Ezechiël (12:2). De Heer Jezus
zegt het uitdrukkelijk als Hij de redenen geeft waarom Hij tot het
volk sprak in gelijkenissen (Mattheüs 13:14). Ook in Romeinen 11:8
wordt het geciteerd. Een belangwekkend gedeelte.
We lezen in Handelingen de gang van het evangelie van het konin-
krijk, dat afgewezen werd door Israël. Binnen dat kader wordt ook
over Saulus-Paulus gesproken en verhaald wat hij deed.