‘Wat jij eergisteren zei over de kerk, was dat niet een beetje te
algemeen gesteld? Over hun filosofie en religie en zo?’
Als je de kerken wat beter bekijkt, zie je dat wat er geleerd
wordt, vaak een wonderlijk mengsel is.
‘Maar in de kerken wordt toch wel de verlossing door Jezus Christus
verkondigd?’
In principe wel, het grote punt is alleen, dat men belijdenisgeschriften
heeft die afwijken van de Schrift zelf. Daardoor komt de werkelijke
boodschap van genade niet aan de orde. Genade wordt vermengd met
werken, men moet  zich aan de 10 geboden houden. Daarom worden die
elke zondag voorgelezen.
‘En wat is dan de functie van de kinderdoop en het doen van belijdenis?’
Door die kinderbesprenkeling worden de kinderen ingelijfd in het verbond
dat God ooit met Abraham sloot, zo leert men in de kerk. Men denkt in een
bepaalde richting zelfs dat die besprenkeling de wedergeboorte veronderstelt.
Bij het doen van belijdenis zegt men ‘ja’ tegen de kerk met de bijbehorende
geloofsbelijdenis en de belijdenisgeschriften.
‘Het lijkt erop, dat het niet om echt geloof gaat dan.’
Er zijn er die wel echt geloven in Jezus Christus, maar er zijn er ook veel
die traditioneel ‘geloven’; als je aan ze vraagt of ze geloven dan zullen ze
als antwoord geven dat ze van een kerk zijn. Ze hebben ‘ja’ gezegd tegen
een geloofsbelijdenis en tegen de kerk.
‘En zo zijn er velen?’
Ja. Velen hebben de kerk al verlaten. De kerken fungeerden als volkskerk,
mogelijk vanuit de gedachte die je nogal eens hoort, dat zij Gods koninkrijk
op aarde gestalte willen geven.
‘En dat is een gedachte die niet op de boodschap van Paulus gebaseerd is?’
Dat lijkt mij niet. Eerder moet je denken aan ‘het evangelie van het koninkrijk’
waarover je in de evangeliën leest. En dat is beslist een ander evangelie dan
wat Paulus bracht!