‘Als het gaat om de terugkeer van Jezus Christus, dan worden mensen óf bang, óf men reageert zo van: ‘ja, het kan nog wel 100 jaar duren, ze hebben het uitgerekend en het is nooit uitgekomen’.
Als je kijkt in Mattheüs 24, dan wordt alleen gezegd van het vergaan van hemelen en aarde dat van die dag en die uur niemand weet, alleen de Vader weet het, vers 35,36. De andere tijden zouden dus wel te berekenen zijn. In elk geval valt bij de 70 zevens van Daniël 9 op, dat het begin van de laatste zeven duidelijk gemarkeerd wordt door het sluiten van een verbond, een overeenkomst. Dan moeten de Joden gaan tellen. De helft van de zeven wordt ook duidelijk in Daniël 9 aangegeven: het stopzetten van het voortdurende (ritueel).
Vanaf de wijziging van de situatie voor Israël als gevolg van hun ongeloof zijn het volgens Hosea 6:1-3 twee dagen (van 1000 jaar, zegt Petrus). Die twee dagen zijn nagenoeg om.
Dat blijkt ook uit het feit, dat al de bijbelse landen er weer zijn: Israël, Egypte, Jordanië, Irak, Iran, Libanon en zo voorts. De wetteloze zal leider van groep van 17 landen rond Israël zijn.
Die mens van de wetteloosheid speelt dan bij het sluiten van het verbond de hoofdrol. En, we zouden in onze dagen, nu dus, deze mens kunnen identificeren!
Daaruit blijkt, dat het alles heel dichtbij is. Het hele decor als het ware, is opgesteld in de afgelopen 130 jaar. De Zionistische beweging heeft in ongeloof geleid tot een Joodse staat, waarvan de profeet Ezechiël in hoofdstuk 37 spreekt. De geest van God is er nog niet uitgestort.
Dat is het aas, waarbij de arenden (beeld van de vijandige geestelijke machten en dito volkeren) zich zullen verzamelen.
En voordat God direct met Israël gaat handelen, wordt het lichaam van Christus weggegrist.
Dat is als einde van de periode (beheer) van genade een groots genade-moment!