‘De geweldige verwachting moet Paulus steeds kracht gegeven hebben.’

Dat is zondermeer een feit. Als een mens geen verwachting meer heeft, is
hij wanhopig en dan wordt alles zinloos. De grote God, die door Paulus
verkondigd werd aan onder andere de Atheners, is de God van het leven
en dus de God van de opstanding. Doordat Hij Zijn geliefde Zoon opwekte
uit de dood en uit de doden, is de Eersteling van de nieuwe mensheid er!

‘Dat is goed nieuws!’

Het is geweldig nieuws, want daarin zit de opwekking en levendmaking
van heel de mensheid besloten. Na de Eersteling komt gegarandeerd de
hele oogst! En het is die grote verwachting waarin wij leven!
Ezechiël vroeg zich af of de dode zou leven, en zei: ‘U weet het!’ tegen
Jahweh. En hij zag profetisch hoe er leven kwam door de geest van God.

‘Dat spreekt toch over Israël?’

Jawel, en al de beloften aan dat volk zal Jah waarmaken. Paulus ge-
tuigt van de God van de opstanding en was zich zeer diep bewust van
het feit, dat niets hem kon scheiden van de liefde van God in Christus
Jezus, onze Heer. Zelfs de dood niet! Gods liefde heeft het laatste woord!

‘Heerlijk, wat een evangelie is dat!’

Paulus’ prediking ademde de God van het leven. Hij zal allen levend-
maken. Net als in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen
levendgemaakt worden. Dát is de boodschap van genade, die hij mocht
brengen! Daarom verliezen wij de moed niet, maar worden getroost,
want na het lijden is niet alles afgelopen, maar komt heerlijkheid!