Woord vandaag

14 juni 2019

‘Een lot(s)deel boven. Onbekend?’

Men is helaas nogal eens niet op de
hoogte wat dat is. De Heer moest in
gesprek met Nicodemus, de leraar in
Israël, verzuchten dat die niet eens 
de aardse dingen begreep. Daarom 
had het voor de Heer in dat gesprek 
geen enkele zin om ook maar iets te
vertellen over de hemelse dingen.
Zo weten veel gelovigen vandaag de
dag niet, dat zij een lot(s)deel heb-
ben, boven. Meestal weten ze iets 
over Jozua, de leider waarmee Israël 
het beloofde land binnentrok.

‘Maar eigen lotdeel is onbekend.’

Ook in dat belangrijke aspect lopen
we keihard tegen onjuiste vertaling
op. Het woord lotgenieting is incor-
rect vertaald met erfenis. Daardoor
is een belangrijke waarheid onderge-
houden. Het woord wijst op het toe-
delen van een deel, van een ‘gebied’
als je daarvan kan spreken wanneer
het over de hemel gaat. Net zoals on-
der Jozua het beloofde land door lo-
ting 
onder de Israëlieten verdeeld 
werd, zo ook wij, maar dan boven, te
midden van de hemelsen. 

‘En je dat bewust zijn.’

Ja, dat is exact waar het om draait.
Dat zouden de gelovigen zich bewust
zijn; dat niet alleen hun roeping bo-
ven is, maar ook hun lotgenieting:

In Hem ook zijn wij door loting aan-
gewezen – wij die tevoren bestemd 
zijn in overeenstemming met het voor-
nemen van Hem Die alles bewerkt in
overeenstemming met de raad van
Zijn wil
                        Efeziërs 1:11

En zo ook in een andere, bijna gelijk-
tijdig geschreven brief:

al wat jullie maar doen, werkt vanuit
jullie ziel, als voor de Heer en niet voor
mensen, wetend, dat jullie van de Heer
de vergoeding, die van lotgenieting,
zullen krijgen: voor de Heer Christus 
slaven jullie!
      Kolossenzen 3:23,24

Woord vandaag

13 juni 2019

‘Fijn, we lezen over Vader en Zoon.’

Ja, aspecten waar niet veel aandacht 
voor is, we lezen, dat de Vader het is, 
Die uitstuurt. En de Zoon is Degene, 
Die erop uitgestuurd wordt. In Johan-
nes 17 blijkt dat:

..en zij weten waarachtig, dat Ik van U
uitkwam, en zij geloven dat U Mij uit-
stuurt
                        Johannes 17:8

..zoals U Mij uitstuurt, de wereld in, 
stuur Ik ze uit, de wereld in

                                 Johannes 17:18

Dat gold destijds voor de discipelen en
apostelen van de Besnijdenis. En straks
voor het lichaam van Christus. 

‘Wij zijn straks boven.’

Ja, dat wij uitgestuurd worden, is niet
de wereld (op aarde) in, maar te mid-
den van de hemelsen, straks. In wezen
de hoogste opdracht. Na de bazuin, na
de bema, dan gaat het grote werk voor
de ekklesia, de gemeente, pas goed van
start. Natuurlijk wordt nu al de veelvul-
dige wijsheid van God bekendgemaakt
aan de hoogsten van die hemelse mach-
ten en krachten zoals Efeziërs 3:10 zegt:

opdat nu door de uitgeroepen gemeen-
te aan de soevereiniteiten en de gevol-
machtigden te midden van de heme-
lingen de veelvuldige wijsheid van God
bekendgemaakt wordt..


‘Ik denk daar vaak over na.’

Wellicht beseffen we te weinig, dat 
nu al een en ander bekendgemaakt
wordt in het geestelijke, onzichtbare
bereik. Vandaar dat Paulus bij gele-
genheid het woord oorlog voeren ge-
bruikt. Van de vijandige geestelijke 
machten uit wordt oorlog gevoerd
tegen de gelovigen. Via allerlei stra-
tegieën probeert de tegenwerker ge-
lovigen uit balans te brengen, op z’n
minst. Groot succes heeft hij als de ge-
lovige niet (meer) weet wat het eigen 
lot(s)deel is. 

Woord vandaag

12 juni 2019

‘Wel weer meer licht gisteren.’

Stapje voor stapje komen we verder
in de waarheid. Niet, dat wij die bezit-
ten of een monopolie daarop hebben.
Integendeel. Gods woord is de waar-
heid
. Dat beleed de Heer in dat zo bij-
zondere gebed in Johannes 17.
Hij had al eerder gezegd:

Ik en de Vader zijn één
                                  Johannes 10:30

En dat is geen bewijs voor een bepaal-
de leerstelling over God, maar een uit-
drukking van eenheid in liefde en doel-
gerichtheid. De Vader staat steeds bo-
ven de Zoon, zo blijkt uit Johannes 17.

‘Een ontroerend gebed.’

Dat is het, een gebed waaruit de voort-
durende onderschikking van de Zoon 
aan de Vader blijkt. En: de Vader is ho-
ger dan de Zoon, altijd:

opdat de Zoon U verheerlijkt, zoals U 
Hem autoriteit over alle vlees geeft, op-
dat al wat U Hem heeft gegeven, Hij 
aan hen zou geven, zelfs eonisch leven

                                    Johannes 17:2

We lezen het: de Vader geeft, de Zoon
ontvangt en geeft dat weer door. Nog 
meer:

Ik verheerlijk U op de aarde, het werk 
afmakend dat U Mij gegeven hebt, op-
dat Ik het doe             
Johannes 17:4

De Zoon ontving autoriteit over alle 
vlees, eonisch leven, werk. Daardoor
kon de Zoon leven geven en het werk
doen zoals Vader Hem dat gaf.

‘Ja, zo leren we over Hem.’

En het gaat verder in dat gebed:

Ik manifesteer Uw Naam voor de men-
den die U Mij uit de wereld geeft. Zij 
waren van U, en U aan Mij geeft U ze,
en zij hebben Uw woord gehouden

                                     Johannes 17:6

Vader gaf Hem de mensen en die kon-
den dat woord houden, door Hem.
Zo zien we, en dat blijkt verder in dit
prachtige gebed, dat de Vader de gro-
te Gever is, en de Zoon de Ontvanger. 
Hij ontving alles van de Vader dat no-
dig was om Zijn grote werken te kun-
nen doen. Hij doet Gods wil.

Woord vandaag

11 juni 2019

‘Wij zullen Zijn beeld dragen.’

Wanneer we lezen, dat wij ook het 
beeld van de Hemelse zullen dragen,
denken we terug aan vers 41 van 1
Corinthiërs 15. Daarin schrijft Paulus,
dat de hemellichamen een andere
heerlijkheid hebben. Sterren onder-
ling hebben andere heerlijkheid. Zo
kunnen we vermoeden, dat dat ook
met de leden van Zijn lichaam straks
het geval is. Paulus schreef wel in de 
brief aan de Filippenzen, dat onze li-
chamen gelijkvormig gemaakt zullen
worden aan Zijn heerlijkheids-
lichaam (3:20,21).

‘Niet allemaal gelijk?’

Daar lijkt het toch op, wanneer we 1
Corinthiërs 15:41 lezen. De ene ster
heeft andere heerlijkheid dan de an-
dere. Omdat dat zo is in de komende
opstanding van de doden, zal vermoe-
delijk de uitstraling van heerlijkheid
door het ene gemeentelid anders zijn
dan bij het andere. En dat stemt over-
een met het feit, dat leden van het li-
chaam van Christus zullen regeren te
midden van de hemelsen, en andere
leden zullen dat niet doen. 

‘Dat is een verschil.’

Daarom is er kennelijk onderscheid 
in uitstraling. Na het moment van de
bema (rechterstoel) zullen de leden 
van het lichaam van Christus ingezet
worden te midden van de hemelsen.
Daar komt verschil in positie naar vo-
ren en die zal zo blijven tijdens de ko-
mende eonen. Na de eonen vallen de
verschillen weg. We zijn in genade ge-
roepen, we leven in genade, we zijn
bijzonder rijk gezegend . Een grote 
toekomst waarin het lichaam van de
Christus grote daden zal verrichten 
om de hemelse schepselen tot en bij
God te brengen, in onderschikking. 

Woord vandaag

10 juni 2019

‘Pinksteren, 50 dagen na de opstanding.’

Ja, we zagen dat in de natuur, de schep-
ping, allerlei voorbeelden zijn. We keken
naar 1 Corinthiërs 15. We gingen nauw-
keurig kijken naar vers 41, waar staat:

een andere heerlijkheid van de zon, en
een andere heerlijkheid van de maan, en
een andere heerlijkheid van de sterren;
want een ster overtreft een ster in heer-

lijkheid

Hier staat het woord anders (van dezelf-
de soort) omdat het om uitsluitend he-
mellichamen gaat. Die bevinden zich al-
lemaal in dezelfde omgeving (sfeer). Zo
kunnen we leren hoe het in de opstan-
ding is.

‘Ja, mooi voorbeeld.’

Paulus vervolgt in 1 Corinthiërs 15:42:

zo zal ook de opstanding van de doden 
zijn; het wordt gezaaid in verderfelijk-
heid, het wordt opgewekt in onverder-
felijkheid

Niet alleen onverderfelijkheid, maar te-
vens heerlijkheid en kracht. Na de hint
van vers 41 kunnen we wellicht conclu-
deren, dat de heerlijkheid van de licha-
men van de gemeenteleden verschilt.
Zoals zon, maan en sterren, én sterren
onderling andere uitstraling in heerlijk-
heid kennen, zo ook met de levendge-
maakte leden van Zijn lichaam. 
En een andere tegenstelling is te lezen
in de volgende verzen:

een ziels lichaam wordt gezaaid, een 
geestelijk lichaam opgewekt; indien er
een ziels lichaam is, is er ook een gees-
telijk (lichaam)
   
                               1 Corinthiërs 15:44

‘Daar kijk ik naar uit.’

Ja, in de volgende brief aan deze ge-
meente wordt dat een gebouw uit 
God 
genoemd. Paulus vervolgt dan 
de reeks tegenstellingen en geeft in
de vergelijking Adam-Christus verhel-
derend aan:

de eerste mens, Adam, werd een le-
vende ziel, de laatste Adam een le-
vendmakende geest

                               1 Corinthiërs 15:45

Het contrast ziels en geestelijkis in-
tens. Paulus werkt dat in de navol-
gende verzen wat verder uit, en zegt
uiteindelijk:

en zoals wij het beeld van hij die van
de aardbodem is, dragen, zo zullen 
wij ook het beeld van de Hemelse dra-
gen
                        1 Corinthiërs 15:49