Nacht en dag smeken wij boven
alle mate om jullie aangezicht te
zien en het ontbrekende van jullie 
geloof aan te passen.

         1 Thessalonicenzen 3:10

Enorm verlangen om de gelovigen
te zien. Dat had Paulus, en wij ook
omdat de genade van God in ons
hart is. En omdat we het geloof in
die grote liefdevolle God en Vader
met elkaar willen delen. Paulus
hoorde van alles via Timotheüs en
constateerde dat iets ontbrak.
Zoals we eerder hebben gezien
moet dat met de verwachting te
maken hebben; ze stonden onder
grote druk. Zij dachten mogelijk
dat de grote verdrukking waar de
profeet Daniël van spreekt in 12:1,
al aangebroken was. Daarom ook
schrijft Paulus deze brief, om hen
te troosten en te bemoedigen.