Woord vandaag

11 mei 2020

‘De vrijkoping van ons lichaam.’

Daar zien we naar uit. Plaats van zoon
is ons gegeven. Romeinen 8:23 zegt:

en dat niet alleen; maar ook wijzelf die
de eerstelingen van de geest hebben, 
ook wijzelf zuchten in onszelf in de ver-
wachting van het zoonschap, de vrijko-
ping van ons lichaam

Wij zuchten samen met de schepping; 
ook ons overkomt lijden. We worden 
op allerlei manieren verdrukt.

 ‘Dagelijks mee te maken, ja.’

We hebben de bemoediging: de Heer
is nabij! In al onze dagen, hebben we
dat rijke woord, dat ons begeleidt, op-
beurt. Zoals we in de Psalmen hetzelf-
de verlangen naar de God Die liefde is
tegenkomen:

En nu, wat verwacht ik, o Jahweh? 
Mijn wachten, het is op U!  
                                           
Psalm 39:8

‘Ja de Psalmist zegt het goed.’

We zien uit naar de -voor ons- eerste
gebeurtenis: de bazuin van God. Dat 
is op zich een geweldige dag, en voor-
al zien we ernaar uit om onze Heer te
ontmoeten in de lucht. En Hij ziet er 
naar uit 
om Zijn lichaam als geheel te 
zien. Hij zal precies op tijd ons als Zijn 
leden in snelheid wegnemen van de 
aarde. Daarna zijn wij bij Hem, Die al-
les voor over heeft gehad. 

Woord vandaag

10 mei 2020

‘In Zijn liefde geborgen.’

Niets kan ons scheiden van Zijn liefde. 
Wat ook gebeurt in de wereld; hoe raar
de dingen soms kunnen gaan. Dit blijft
altijd staan; de liefde van de Vader, Die
ook als een moeder voor ons zorgt. Hij
zal voorzien in wat nodig is, telkens, da-
gelijks. Niet altijd wat ons goed uitkomt,
maar wel in Zijn wijsheid wat goed is.

‘Je kunt dat niet bedenken.’

Paulus schreef dat lang geleden aan de 
Korintiërs; wat geen oog heeft gezien,
wat geen oor heeft gehoord. Dat is wat
God gereedgemaakt heeft voor ons als
gemeenteleden. Je kan er niet bij, zo ge-
weldig veel zegen in Christus. De geest
van God, Zijn woord; het maakt steeds 
meer duidelijk van de diepten van God.

‘Soms wordt het teveel.’

Wij zijn schepselen met beperkingen; in
wezen is al wat God onthult onbegrijpe-
lijk. Tenzij wij Zijn geest hebben ontvang-
en (en dat is zo), waardoor wij verlichte 
ogen van het hart ontvingen. Zo kunnen
wij zien en horen wie God is: de Vader 
van de heerlijkheid
. Daar is geen ontko-
men aan, Hij schenkt die heerlijkheid; en
die wacht op ons en wij op de vrijkoping 
van ons lichaam. 

Woord vandaag

9 mei 2020

‘Losgekocht, vrij.’

Geen belemmeringen voor de gelovi-
ge, die vist niet meer. De zonden zijn
weggedaan. Christus Jezus gaf Zichzelf 
tot vervangend losgeld voor allen. Hij 
is de Middelaar tussen God en de men-
sen. De zonden zijn weggedaan; de ge-
lovige is vrij, zonder belast geweten, te
leven voor Hem. Daar waar die aankla-
ger (de satan) ons eventueel nog iets 
uit het verleden wil laten herinneren,
zingen we:  ‘Het is al genageld aan het 
kruis’. 

‘Ja, fijn lied om te zingen.’

God wierp alles achter Zich in de zee, 
en daar staat het bordje: verboden te
vissen. Dus hoe graag de tegenwerker
ook wil, dat wij wel vissen; we laten de
hengel voor wat ie is. We laten al dat 
aanklagen geen vat op ons krijgen, nu 
wij gerechtvaardigd zijn in Zijn bloed
En: met God verzoend zijn, doorheen
de dood van de Zoon. We hebben vrij
toegang tot de Vader door Zijn geloof.

‘Hier ben ik zó blij mee.’

We zijn verzoend, ja, heerlijk, geen en-
kele belemmering om met Vader om te
gaan. Dat wil Hij graag en wij kunnen in
Zijn tegenwoordigheid komen zonder
eerst iets te hoeven doen. Want alles is
al gedaan. Wij ervaren Zijn nabijheid, in
alle omstandigheden en ervaringen. Hij
zal alles doen om ons dicht bij Zich te 
houden. Hij heeft ons lief, allen passen
in Zijn armen. Niets kan ons scheiden in
Zijn Zoon, van Zijn liefde.  

Woord vandaag

8 mei 2020

‘Zonde voor zonde in de studie.’

Ja dat was in Kolossenzen aan de orde;
het voor velen onbekende principe. Ie-
dereen weet dat: oog om oog, tand om
tand et cetera. Maar zonde voor zonde?
Dat is wat in de Thora onderwezen was.
Een jong rund, dat helemaal zonder ge-
brek was, moest worden gebracht. Dat
diende tot zondoffer. Maar in de grond-
tekst staat dan precies hetzelfde woord
voor zonde (Hebreeuws: chata).

 ‘Ja, opmerkelijk.’

 De zondaar (van Israël of een vreem-
deling binnen hun poorten) zondigde
God bepaalt dat een gaaf dier geslacht 
moest worden. Ook een zonde: een on-
schuldig, gezond dier geslacht – tot be-
scherming van zondaar die de wet had
overtreden. Toch was dat wat Jahweh 
in Zijn onderwijs opnam. Achteraf heen-
wijzing naar Hem, Die hét grote Zondof-
fer is: Jezus, Die Zichzelf volledig gaf in 
de wil van God.

‘Liefde is de bron.’

Daar komt het uit voort. God doet de 
zonde (van heel de wereld) weg door
middel van een andere zonde, dat te-
gelijk offer is. Wonderlijk, zo’n princi-
pe. God bepaalt, en daar gaat het om.
Hij was het Lam van God dat de zonde 
van de wereld wegdraagt. Dat wil zeg-
gen, dat sinds Golgotha het probleem 
van zonde opgelost is. God rekende de
zonde aan Hem toe. En zo zijn wij: los-
gekocht, vrij