25 mei 2018
‘Fijn, God redt allen.’
Hij gaat door tot ook de laatste van al-
len erbij is. Zoals die vader de zoon die
hevig verongelijkt buitenshuis werkte,
binnen ging halen. De andere zoon was
na lange tijd thuis gekomen. Nu moest
de andere die steeds in en bij huis was,
echt thuis komen. Want pas dan kon de
vader zelf ook thuis komen.
‘God de Vader gaat door.’
Die kan niet stoppen voordat allen bij
Hem thuis zijn gekomen. In de Schrift
wordt nergens over eeuwige verloren-
heid gesproken. Zo’n gedachte is ooit
opgekomen als filosofie en lering van
mensen. Het werd tot officiële leer van
kerken gemaakt en verwoordt in arti-
kel 37 van de nederlandse geloofs be-
lijdenis.
‘Het verlorene wordt gevonden.’
De Zoon van Adam kwam om te zoe-
ken en te redden wat verloren was.
Die missie slaagt aan alle kanten, met
veel glans. Christus Jezus kwam in de
wereld om zondaren te redden. Aan-
gezien allen dat zijn, redt Hij allen. De
ergste werd bij zijn turbulente leven
al gered: Saulus van Tarsus. Hij schrijft
dat aan Timotheüs, zijn geliefde zoon
in het geloof, die het veel minder bont
had gemaakt dan Saulus.