Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Zo dat wíj vanaf nu niemand
waarnemen naar het vlees.
Echter, ook indien wij Christus
gekend hebben naar het vlees,
toch kennen wij Hem nu niet
langer zo.
     2 Korinthiërs 5:16

Paulus onthult, dat vanuit God
gezien, alles na de kruisdood
en opstanding van Christus
anders is geworden.
Er bestaat geen onderscheid
meer naar het vlees. Of je uit
Israël of andere natiën komt,
het speelt geen rol meer.
Zelfs gold het Christus, dat
de gelovigen Hem niet langer
naar het vlees kennen. Zoals
Hij was in het vlees op aarde
te midden van Zijn volk, uit de
stam Juda, maar zo kennen de
gelovigen Hem niet langer.
Nu is dat voorbij en kennen wij
Hem, nu Hij aan Gods rechter
(hand) van God, alleen naar de
geest.

Zo dat wíj vanaf nu niemand
waarnemen naar het vlees
    2 Korinthiërs 5:16^a

Waanemen; het woord heeft
te maken met zien en zo de
dingen leren kennen.
Nu het zo is dat wij stierven
in Zijn dood, kunnen wij de
mede gelovigen aanzien in
Christus. Deze uitspraak, dat
wij elkaar niet langer naar
het vlees kennen, was nogal
opmerkelijk. Het betekent
het einde van het rekenen
met vleselijke verschillen.
Afkomst naar volk, besneden
zijn of niet; het speelt geen
enkele rol meer in deze tijd
van genade.

En Hij is gestorven voor allen,
opdat de levenden niet meer
voor zichzelf leven, maar voor
Hem die voor hen gestorven
is en opgewekt werd
        2 Korinthiërs 5:15^b

Voor Hem leven. Dat houdt
ons hele leven in. Wij zijn van
Hem en hebben daarom geen
zeggenschap meer. Christus
Jezus is onze Heer. Hij bepaalt,
Hij leidt, Zijn leven in ons.
Er kan geen krachtiger motief,
beweegreden zijn dan dat Hij
het is, Die voor ons stierf en
opgewekt werd. Dat deed Hij
uit liefde, en wij kunnen niet
anders dan Hem dienen.
Onze belangen spelen dan ook
geen rol meer; Zijn belang is
het enige.
Als opgewekte mensen gaan
wij door het leven; de Heer is
nabij! Wij roemen alleen in
God, door onze Heer Jezus
Chrstus, door Wie wij nu de
verzoening ontvangen hebben.

En Hij is gestorven voor allen,
opdat de levenden niet meer
voor zichzelf leven, maar voor
Hem die voor hen gestorven
is en opgewekt werd
        2 Korinthiërs 5:15^b

Heel fijn dat wij op grond van
Zijn sterven en opstanding nu
leven. Meer dan het gewone
bestaan; Zijn geest is in ons,
wij zijn gezalfd, verzegeld. En
ons bewust dat wij van Hem
zijn (2Kor.1:21,22).
Wij leven dan niet langer voor
onszelf, het is nu zo anders.
Christus stierf; dat was opdat
wij die leven, in contact met
Vader zijn, voor Christus leven.
Hij, Die voor ons stierf; zo’n
weg van lijden is gegaan, en
ook opgewekt werd, ja voor
Hém te leven is ons verlangen.
Dagelijks aan Vaders hand te
gaan, dát is werkelijk leven.

En Hij is gestorven voor allen,
opdat de levenden niet meer
voor zichzelf leven, maar voor
Hem die voor hen gestorven
is en opgewekt werd
        2 Korinthiërs 5:15^b

Christus stierf voor allen. Ook
Hij ontkwam niet aan de dood.
Als uitzondering op de andere
mensen gaf Hij zelf Zijn geest
terug aan de Vader (Luk.23:46;
Joh.19:30). Dat deed Hij uit de
diepe liefde voor de Vader en
voor u, jou en mij. Die liefde
dateert uit een ver verleden.
Alles werd ooit in, door en tot
in Hem als de Zoon van Gods
liefde geschapen (Kol.1:15,16).
En later kreeg Hij zelf deel aan
vlees en bloed opdat Hij voor
de zondigende mensheid kon
sterven. Nu horen wij al bij hen
die leven; God riep ons. Maar
uiteindelijk zal dat voor allen
gelden. Vader, dank U wel, U
troost en bemoedigt ons.