29 juli 2019
‘De kracht van God.’
Ja, dat was gisteren ook het thema in
het nadenken over 2 Timotheüs 1. De
apostel Paulus zegt tegen Timotheüs
en tegen ons, kwaad te lijden voor het
evangelie. Daarvoor is die kracht van
God nodig. En dat is vanzelfsprekend
Gods genade. Want in het vervolg lees
je deze woorden:
jij dan, mijn kind, word krachtig ge-
maakt in de genade die in Christus
Jezus is 2 Timotheüs 2:1
Dat had de Heer ook tegen de apostel
zelf gezegd:
Mijn genade is je genoeg, want Mijn
kracht wordt in zwakheid volkomen
2 Corinthiërs 12:9
‘Gods kracht in het lijden.’
Dat is wat iedereen die Paulus navolgt,
overkomt: lijden. Mensen die zijn evan-
gelie verkondigen, ondergaan dat het
meest. Beelden zijn op ons van toepas-
sing. Je leest over de soldaat, de atleet
en de agrariër in 2 Timotheüs 2:3-7.
Kwaad lijden als soldaten van Christus
Jezus. We werken voor wat noodzake-
lijk is voor eigen levensonderhoud. Zo
heb je tijd voor evangelie, in lezen/luis-
teren, uitdragen en leven.
God geeft daarin voldoende kracht.
‘En de atleet en de boer?’
Het is Paulus steeds om een facet er-
van te doen. Bij de atleet zegt hij:
maar ook als iemand aan een wed-
strijd deelneemt, wordt hem geen
krans gegeven wanneer hij niet regle-
mentair wedijvert
In het evangelie bezig zijn zou wel vol-
gens de regels gebeuren. Zo niet, dan
heeft dat zijn gevolgen bij de bema.
Net als voor de soldaat die niet wil lij-
den en zich terugtrekt uit de oorlog.
Zo ook de boer (agrariër); die geniet
zelf eerst van de opbrengst (vrucht)
van zijn inspanningen. Dat is logisch;
maar het grootste deel van de vrucht
is voor de Heer.