Woord vandaag

11 januari 2016
‘Onze roeping. Wat een uitzicht.’

Wanneer we het hebben over een hemelse roeping, gaat het
om ons lotdeel boven. Dat is ons toegeloot in Christus en Hij zal
bepalen waar wij ons werkterrein zullen hebben. Gods plan be-
treft heel de schepping. Niets minder dan dat. De Heer Jezus
Christus is als de hogepriester naar de ordening van Melchize-
dek de hemelen doorgegaan. Hij bracht Zijn eigen bloed in de
tabernakel die niet van deze schepping is.

‘Ja een bijzonder woord uit Hebreeën 9.’

Hij is – en dat is ook beeldspraak – het ware ‘verzoendeksel’ of
beschermdeksel (Romeinen 3:25) waardoor rechtvaardiging is
in Zijn bloed. Dat zal in het bijzonder Israël aangesproken heb-
ben, dat de aardse tabernakeldienst kende. Daarin was bloed
heel belangrijk. Dat bloed van Christus was het ware, waar het
bloed van stieren en bokken naar verwees.

‘Dat bloed redt ons.’

Wij zijn gerechtvaardigd in Zijn bloed, zegt Romeinen 5. En we
zijn met God verzoend door de dood van Zijn geliefde Zoon heen.
We worden gered in Zijn leven. Nu al genieten wij van Zijn leven
in ons. Hij leeft Zijn leven in en door ons uit. En wij leven in het
besef, dat wij gezamenlijk met Christus gekruisigd, gestorven,
begraven en opgewekt zijn. Tot zo ver spreekt Romeinen, en dat
is geweldig! 

Woord vandaag

10 januari 2016
‘We zijn op weg naar bijzondere vervulling van profetie.’

Alle beloften van Vader zullen vervuld worden. Zo ook de profe-
tie die door de profeten, inclusief de Heer zelf en Johannes uit-
gesproken zijn.
Openbaring is een bijzonder boek, waarin Hij wordt onthuld.
In Openbaring 5 gaat het om de boekrol die zeven keer verze-
geld is. Wanneer die verbroken worden, betekent het de komst
van diverse gerichten.

‘De verschillende paarden van Openbaring 6.’

Dan zal er heel wat gaan gebeuren. Dat is tijdens de 70e jaarweek
van Daniël 9:24-27. Voor die tijd zal de Heer de gemeente wegha-
len van de aarde. We hebben een zeer bijzondere toekomst, op
het moment van de bazuin ontvangt ieder lid dat heerlijkheidsli-
chaam. Dan is het lijden van nu voorbij. Dan zullen alle werken be-
oordeeld worden bij de bema van Christus.

‘Hout, hooi en stro?’

Dat kan het zijn, wanneer gebouwd wordt met een onjuist evan-
gelie. Een mengvorm van twee. Waarvan de apostel zegt, dat het
geen evangelie is. Wanneer daarmee gebouwd wordt, zal dat werk
verbranden. Er zal weinig tot niets van overblijven. Het evangelie
van de pure genade van God, daarmee zouden we bouwen. Grote
waarheden van het paulinische evangelie, die bouwen werkelijk op.
Dat is het goud, het zilver en de kostbare stenen (1 Corinthiërs 3).

Woord vandaag

9 januari 2016
‘Verlossing hangt af van Hem, die komt.’

Hij is de Zoon van Jozef (….), de Zoon van David, de Zoon van Abra-
ham, de Zoon van Adam, de Zoon van God. Daarmee heeft Hij alle
rechten op welke troon dan ook. Hij is, volgens Hebreeën, de Lot-
genieter van het Al. Hem is de hele schepping toegeloot. Sinds de
opstanding en levendmaking van Hem is Hij aan de rechter(hand)
van Vader. De Plaats van macht.

‘Dat zei Hij ook: Mij is gegeven alle macht’.

In hemel en op aarde. Dat gaat allemaal nog blijken. In het begin
van Mattheüs (4:1-12) moest Hij voor de tegenwerker knielen om
de hele aarde met alle koninkrijken te kunnen krijgen. Maar aan
het einde van Mattheüs zegt Hij, dat aan Hem zelf gegeven is, alle
macht in hemel en op aarde. Dat is, na Zijn opstanding.

‘Hij zal komen als de grote Overwinnaar.’

In Openbaring 19 blijkt Hij de ware Ruiter op het witte paard te
zijn, en Hij zal dan overwinnen. De tegenstander zal in de put van
de afgrond geworpen worden. Deksel erop, verzegeld en al.

Die komt daar 1000 jaar niet meer uit. Dat zal de tijd van verademing
zijn voor heel de mensheid. En het lichaam van Christus?

Boven, niet op aarde, druk bezig in de bediening om de hemelse
machten
en krachten tot onderschikking aan de Zoon te brengen! 

Woord vandaag

8 januari 2016
‘Het was gisteravond boeiend, wel veel.’

Over dat Openbaring 5 viel veel op te merken, omdat die verze-
gelde boekrol
diepe achtergronden heeft. Dat gaat terug tot op

de Thora (Genesis – Deuteronomium). Van daaruit ga je, via de
profeten beter verstaan wat in Openbaring aan de hand is.
Het was een zeer intensieve avond, omdat veel aspecten aan de
orde kwamen.

‘Het was ook weer actueel, het lijkt bijna dat het zover is.’

Ook wat in Daniël 12:4 staat, is aan de orde. Daar staat in vrijwel
alle vertalingen dat de kennis zal toenemen. De concordant ver-
sion (concordante vertaling) heeft daar iets anders. Dat is geba-
seerd op de Griekse vertaling van de Tenach (OT). En daar staat:

velen zullen zwenken en het kwaad zal toenemen

De waarde van deze Griekse vertaling is, dat deze teruggaat op
een oudere Hebreeuwse tekst dan de gebruikelijke tekst, die
die bewerkt is (door de zogeheten Masoreten).

‘Dat is heel anders dan wat je normaal leest.’

Het geeft wel precies weer, wat in deze tijd aan de hand is. En
sinds Daniël schreef. Velen zwenken, het woord wijst naar het
heen en weer zwiepen van boomtakken in de wind. Zo zijn heel
erg veel mensen, ze waaien mee met de wind. De ene dag zus,
de andere dag zo. Ook op geestelijk gebied is dat zo. Het boek
Daniël zal pas echt in de era van het einde door vooral Zijn volk
Israël verstaan kunnen worden. Tot die tijd zullen velen zwenken
en het kwaad zal toenemen. Wij mogen licht en zicht hebben,

ook door profetische woorden!

Woord vandaag

7 januari 2016
‘Gods woord is t belangrijkst voor mij.’

Wanneer je Gods plan uit Zijn woord mag kennen, heb je zicht
op Degene, om Wie het werkelijk draait. Vader Zelf. Door Zijn
Zoon voert Hij Zijn plannen uit. Het wachten in de wereld is op
de Zoon van Adam (de Zoon des mensen), die komende is. In
deze verwarrende tijden voor veel mensen, is het zaak te vol-
gen wat Hij zegt.

‘Niemand kan dat tegenhouden?’

In het verleden meende een Farao dat te kunnen, maar had
geen idee met Wie hij te maken had. In feite bleek hij een in-
strument te zijn in Vaders hand. Vader wekte hem om dat te
doen wat hij deed. Zodat Hij Zelf, de God van Israël en de natiën,
verheerlijkt werd. Farao verheerlijkte zijn eigen hart, maar God
verheerlijkte Zich aan de Farao, heel Egypte met al hun macht.

‘Farao ging tegen Gods wil in?’

Dat kon hij slechts doen, omdat God zijn hart verhardde. Het
hart van de koning is in de hand van IEUE (Ik ben) als water-
beken (verdelingen van water). Hij leidt het, zoals HIJ wil, zie
Spreuken 21:1. Dat gold toen voor Farao. Zo was het ook met
een heerser als Kores (Jesaja 45:1), die zelfs ‘Zijn gezalfde’ ge-
noemd wordt. En zo is het vandaag nog steeds. In dat vertrouw-
en leven wij, Vader heeft het in Zijn hand.