Woord vandaag

‘Waarom schrijft Paulus zo in 2 Corinthiërs 3:6?’

Om ze mee te nemen in de unieke bediening die hij had ontvangen,
maar die een veel grotere heerlijkheid inhield. De apostelen van de
besnijdenis konden alleen een wedergeboorte en vergeving van zon-
den prediken. De heilige geest zou op de gelovigen komen. Paulus’
bediening gaat echter veel verder en spreekt van een nieuwe schep-
ping en verzegeling met permanent inwonen van heilige geest.

‘Hij gebruikt toch de uitdrukking ‘nieuw verbond’?’

Ja, maar nu eens kijken hoe in Hebreeën er over gesproken wordt.
Wanneer je Hebreeën 8-10 leest, kom je drie keer een stukje tegen
over oud en nieuw verbond. De eerste keer, in Hebreeën 8, noemt
hij heel duidelijk Jeremia 31, de Heer zal met het huis van Juda en
het huis van Israël
een nieuw verbond sluiten. En dat Hij Zijn wet-

ten in hun harten zal schrijven. Dat was al bekend bij deze profeet.

‘En de tweede en derde keer ook?’

In zowel Hebreeën 9 als 10 spreekt hij ook duidelijk van een serie
tegenstellingen, en het schrijven van Zijn wetten in de harten.
Het gaat dan wel om vergeving en het niet meer herinneren van de
zonden. Het heeft alles met Israël te maken. Er wordt niets gezegd
over mensen uit de natiën die net zo onder het nieuwe verbond
komen als de huizen Israël en Juda.
En in 2 Corinthiërs 3:6 zegt Paulus dat ook niet!

Woord vandaag

‘Wij zijn niet onder het nieuwe verbond gekomen?’

In de 2 Corinthiërs 3 spreekt de apostel daarover. Hij noemt het
verbond van de letter, wat duidelijk naar het oude verbond verwijst.
Dat werd in stenen tafels gegrift. In tegenstelling daarmee noemt hij
dat wat in deze tijd geldt. Hij stelt de bediening van het oude, dat ver-
oordeling en dood inhield, tegenover de bediening van de geest van
God. Hij gebruikt één keer de uitdrukking ‘nieuw verbond’ en doet
dat in vers 6.

‘Dat lijkt dan toch het nieuwe verbond te zijn?’

Zoals altijd is het scherp lezen geblazen bij Paulus. Plaats en inhoud
van de beide brieven aan de Corinthiërs moet duidelijk zijn. Ze horen
thuis in de groep Romeinen-Korintiërs-Galaten. In deze groep is de
brief aan de Romeinen de brief waarin Paulus onderricht geeft over
het evangelie van God, zoals hij dat mocht brengen. 1 en 2 Corinthiërs
willen de afwijkingen in het gedrag, de wandel corrigeren. En de brief
aan de Galaten geeft ook correctie: over het genade-karakter van het
evangelie.

‘Ja, duidelijk, zo wordt het door veel uitleggers gezien.’

Wanneer hij duidelijk moest maken dat ook het lichaam van Christus
onder het nieuwe verbond van Israël valt, dan had dat in Romeinen
geklonken. Maar juist in die grote brief met onderricht spreekt hij er
totaal niet over. En in 2 Corinthiërs 3:6 zegt hij alleen dit:

Hij heeft ons bekwaam gemaakt tot dienaren van een nieuw verbond
niet van de letter, maar van de geest; want de letter doodt, maar de
geest maakt levend

Juist richting de gelovigen uit de Joden die in die gemeente zaten, en
naar de kritische leden die hem erg vergeleken met de apostelen (en
hun boodschap) van de besnijdenis, spreekt Paulus op deze manier.
Morgen meer hierover!

Woord vandaag

‘Was wel fijn, even een kort overzicht van Gods plan.’

Het is uiteindelijk duidelijk. De verwarring begint als men voor
het lichaam van Christus een aardse verwachting gaat koesteren.
Meestal komt dat doordat men zich eenvoudigweg niet voor kan
stellen, dat het lichaam van Christus een roeping voor de hemel-
se machten heeft. De verwarring wordt ook gevoed doordat men
verzuimt de twee evangeliën van Galaten 2:7-9 te onderkennen.

‘Men verliest dan de unieke bediening van Paulus uit het oog?’

Dat komt door de bril die men onbewust opgezet heeft. Heel de
Griekse Schrift wordt gelezen in het licht van de Hebreeuwse en
niet andersom. Ook Paulus wordt door die bril gelezen. Terwijl
Paulus een aparte plaats inneemt, te midden van al het andere
dat geschreven werd. Het meeste licht komt door zijn brieven.

‘Ja, dat Efeziërs 2:11-22 wordt gemakkelijk  anders gelezen.’

Wanneer je de bril van Tenach op hebt, dan meen je alleen te zien
dat de gelovigen van het lichaam van Christus onder het nieuwe
verbond komen. Ondergeschikt aan Israël. Terwijl de apostel juist
duidelijk maakt, dat het anders is geworden! Het was zo, dat men
kon naderen tot de God van Israël via Israël. Iemand die tot geloof
komt, komt dan automatisch onder het nieuwe verbond.

‘En dat heeft gevolgen?’

Men moet dan de wet gaan houden, de sabbat in acht nemen en
het liefst zoveel mogelijk feesten van de Joden meevieren. Men
wordt min of meer een soort proseliet. Enkelen laten zich ook nog
letterlijk besnijden. Iets dat Paulus in Galaten 5 scherp afwijst.
Het voegt niets toe. Het bewerkt geen extra gerechtigheid. Men
valt eerder uit de genade doordat men probeert te wet te houden.
We zien, dat de dwaling van de Galaten steeds meer algemeen
wordt onder christenen en gelovigen!

Woord vandaag

‘Het plaatje van Gods plan is in feite eenvoudig.’

De gemeente, het lichaam van Christus, heeft voor de hemelse mach-
ten en krachten een hemelse bediening. Israël heeft op aarde voor de
volkeren een aardse bediening. Om te komen tot het einddoel van
Gods plan. Zo komt Israël volledig tot zijn recht, er wordt niets van
weggehaald dan wel vervangen. Ook de gemeente komt volledig tot
haar recht en gaat niet op in Israël en wordt evenmin aanhangsel van
dat uitverkoren volk.

‘God werkt wel volgens een duidelijke orde.’

God houdt van orde, niet van chaos. Toen te midden van de hemelse
machten een rebellie was uitgebroken, leidde dat tot chaos. Dat is ook
zo wanneer onder gelovigen tegenstand optreedt. Dat leidt tot wanor-
de. In Korinte ontstond in samenkomsten wanorde, en Paulus schrijft
daarover in 1 Korinte 12-14. En hij laat aan alle kanten zien, dat de orde
in die bijeenkomsten nodig is. Anders zijn ze zeker niet tot opbouw.

‘God roept Israël en de gemeente.’

De gemeente was eerst in Gods gedachten, wanneer we kijken naar
Efeziërs 1:4. Uitgekozen in Hem vóór de nederwerping van de wereld.
Dat is vóór het uitbreken van de chaos. Het duizelt je wanneer je daar
iets van gaat beseffen. Verwondering over zoveel genade. En dat God
met alle anderen een specifieke weg gaat, het is Zijn plan. Maar Hij is
liefde en zal uiteindelijk niet één verloren laten gaan. Dat is wat we
ook op hemelvaartsdag gezien hebben vanuit Lucas 15.
Het laatste woord van God is: gevonden.

 

Woord vandaag

‘We lezen Efeziërs 2:11-22.’

Dit is een gedeelte waarin Paulus het derde aspect van het zogenaamde
Efeze-geheimenis laat zien. En dat geheimenis wordt in Efeziërs 3:6
samengevat met drie keer gezamenlijk. De natiën (de gelovigen daaruit)
blijken in de geest te zijn:

gezamenlijk lotgenieters                                                                 (1:3-14)
gezamenlijk-lichaam
                                                                        (1:20-2:10)
gezamenlijk deelhebbers van de belofte in Christus Jezus     
(2:11-22)

De gelovigen uit Israël en uit de volkeren worden samengevoegd tot
één lichaam, waarin alle leden gelijk zijn. Nu het volk Israël tijdelijk als
volk voor wat hun speciale bediening betreft, op ander spoor gezet is,
kunnen gelovigen uit Israël andere belofte(n) ontvangen: de hemelse
belofte in Christus Jezus!

‘Nou, dat is heel wat. Vast voedsel vandaag.’

Ja, en onvoorstelbaar belangrijk dat we dit goed scherp zien. Het
geeft antwoord te midden van de oneindige verwarring waarin ge-
lovigen vandaag verzeild zijn geraakt. We zien dus, dat er in Efeziërs
allerlei hemelse beloften (en zegeningen) gegeven worden aan al de
gelovigen, die ook geroepen zijn in Christus Jezus. Die ontvangen zij
allemaal op gelijk niveau; in de geest bestaat geen onderscheid.

‘Het wordt duidelijk: Israëls plaats is op aarde.’

Zij ontvingen aardse beloften in Jezus Christus. Zij zullen hun specia-
le bediening uitvoeren in de toekomst op aarde, voor de volkeren.
De gemeente die het lichaam van Christus is zal haar speciale bedie-
ning uitvoeren in de komende eonen in de hemelen, en dat voor de
hemelse machten en krachten. Ieder hun eigen niveau, ieder hun
aparte plaats in Gods plan, tot zegen voor anderen.