‘Ja de ware weg tot de Vader heeft Christus Jezus geopend.’
Hij is nu aan de rechter van de Vader verhoogd. Hij heeft die plaats ontvangen
nadat Hij de reiniging van de zonden (Hebreeën 1:1-3) tot stand bracht. Daar-
voor was Zijn bloed nodig. Hij stierf aan het kruis. Daardoor werd de zonde
eens voor altijd in Gods ogen weggedaan. Hij deed alles om ons tot de Vader
te brengen. En nu zijn wij voor altijd dicht bij de Vader.
‘Tijdens de Thora-periode was er afstand tot God, men kon Hem niet naderen.’
Daarom nam God het initiatief en zond Zijn geliefde Zoon om de weg te ope-
nen. Dat was Gods naderingsgeschenk (Efeziërs 2:8-10) om ons tot Hem te
trekken. De rollen werden omgedraaid. Er werd niet langer een prestatie van
de zondaar verlangd door het brengen van een offer, een korban, een naderings-
gave. Nee. God zelf kwam met het allergrootste naderingsgeschenk: de Heer
Jezus Christus, Zijn geliefde Zoon.
‘Ja prachtig, wat een liefdevolle Vader hebben wij toch.’
Het komt overeen met die vader uit Lucas 15, die van de verloren zoons. Er
werd aan de teruggekeerde zoon geen voorwaarde gesteld. Geen onderzoek
of hij wel echt berouw had, dat hoefde niet. De omarming door zijn vader was
voldoende. Daardoor werd de zoon meer dan overtuigd. Het was vader die
hem volkomen accepteerde, dat is Gods liefde: die zal alles overwinnen!