Jaren van moeizame arbeid, vele dagen van ziekte, een lang voortslepend lijden in je leven. Het kan er zijn. Geestelijk lijden: je wordt niet begrepen, verguisd, om de dingen die je gelooft uit de Schriften, of om de dingen, die je (niet) doet met onbegrip van anderen (juist je mede-gelovigen). Je brengt het woord van God naar anderen en het lijkt steeds maar geen vrucht te zetten. Psychisch lijden: je hebt een psychische tekortkoming, last van depressies, die gewoon komen en niet te stoppen zijn, en die je extra kunnen neerdrukken, omdat misschien andere gelovigen vinden dat een depressie bij een gelovige eigenlijk niet kan. Lichamelijk lijden: dat kan in veel vormen zich voordoen, waardoor je ernstig beperkt bent. Of een langdurige ziekte, die je emotioneel en lichamelijk sloopt.
Paulus was, net als de Heer Jezus, een man die leed, terwijl hij het woord van God aan de mensen bracht. Hij deed dat in een reeks van jaren met moeizame arbeid, hoogtepunten en diepten. Juist hij schrijft zo apart over het lijden. Het zijn woorden, waar je steeds bij terug-keert, als een waterbron voor iemand in het Midden-Oosten. Ze zijn verkoelend, verfrissend, troostrijk, opbouwend en bemoedigend:
‘Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. 17 Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eonisch gewicht van heerlijkheid, 18 daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is kortdurend, maar het onzichtbare is eonisch’. 2 Corinthiërs 4:16-18
Woorden om rustig tot je te laten doordringen. Paulus lijkt net alles om te draaien. Hij ervoer het lijden in zijn leven als ‘de lichte last van verdrukking van een ogenblik’; hij zag het in per-spectief. Want hem was duidelijk geworden, dat het iets bewerkt, namelijk een eonisch gewicht van heerlijkheid! En ik vergeet erbij te zetten: ‘een alles verre te boven gaand! Dat moet wel een heel grote heerlijkheid zijn, die in ontvangst genomen gaat worden door hen, die lijden. Ik moet bijna met Paulus concluderen: hoe dieper het lijden, hoe groter de heerlijkheid, die komt! Laten we voorzichtig zijn, met onze mening over anderen. Weten wij, welk lijden bij die ander speelt?