in vers 24-27. Merk op, dat het gaat om ‘jouw volk en jouw
heilige stad’ (vers 24). Dus: Israel (het volk) en Jeruzalem (heilige
stad). Dus dat verbond, waar jij gisteren naar vroeg, moet met
deze dingen te maken hebben.
nu precies over gaat.’
God leert Daniel en Israel hier te rekenen vanaf een specifiek
moment in de geschiedenis. Er zou een woord, een bevel, een
decreet uitgaan om Jeruzalem te herbouwen. Dat is duidelijk
aan te wijzen in de geschiedenis. Artaxerxes, een Perzische
koning uit de oudheid, gaf toestemming aan de Joden om
terug te keren en Jeruzalem te gaan herbouwen.
Daarover lezen we in Ezra en Nehemia.
Vermoedelijk rond het jaar 457 voor Christus (BC). En er
moeten dan 69×7=483 jaar geteld worden tot op een gezalfde,
dat is de Heer Jezus, die dan ‘uitgeroeid’ (gekruisigd) zou
worden. Dan kom je uit in ongeveer het 31-32 A.D. Dat is dus
een vrij eenvoudige rekensom.
Ja, dan is er nu nog 7 jaar te gaan.’
gaat het erom, dat de Joden dadelijk precies zullen weten,
wanneer die begint.
We zitten helaas met een wat zwakke vertaling van dit vers.
‘Oke, hoe leest een wat nauwkeuriger vertaling?’
“En hij zal meester zijn van een verbond met velen voor een zeven;en op de helft van de zeven zal hij slachtoffer en naderingsoffer
doen ophouden. En op een vleugel van gruwelen zal een verwoester
zijn, en tot aan het einde zal de vast besloten voleinding uitgegoten
worden op een verwoeste.”