In Genesis 1:24-31 lezen wij wat er van de zesde dag verteld wordt. De mens geschapen! Op de zesde dag verschijnt de mens. Openbaring 13 zegt ons, dat 6 het getal van de mens is, daar wordt over het toppunt van de mens zonder God gesproken, vandaar een vermenigvuldiging van 6: 666.
We hebben gisteren gezien, dat Adam een type van Christus is. De mens komt op het toneel vlak voor de 7e dag. Dat verwijst naar het verschijnen van de Heer Jezus Christus vlak voor het aanbreken van de 7e dag. De 7e dag van Genesis 2:1-3 verwijst profetisch naar de grote sjabbat, het 1000 jarig rijk, waarin de Heer Israël als bruid zal werven; in Hosea 2:18,19 staat drie keer het woord voor ‘verloven’ (werven) (Hebreeuws: Arasj). Als tijdsaanduiding staat er bij: ‘l-olam’; tot in, of: naar de eon. Dat lijkt erop te wijzen, dat het 1000-jarig rijk de verlovingstijd van JHWH en Israël is. En mogelijk pas in de nieuwe aarde de bruiloft, want het nieuwe Jeruzalem daalt neer op aarde en is als een bruid, die voor haar man versierd is.
In elk geval zullen Israël en de volkeren tot rust (sjabbat) komen in die 1000 jaren en ophouden met hun eigen werken. De Heer zelf zal hen onderwijzen (Torah) en zij zullen gezegend worden. Wat een tijd zal dat zijn!
Wij zitten heel dicht bij het einde van de twee dagen van Hosea 6:1-3, de derde dag, de opstandingsdag, als Israël wedergeboren zal zijn, zit eraan te komen!
Heft uw hoofden op, want uw verlossing, de Heer Jezus Christus, komt!
28 december 2009
In Romeinen 5:14 schrijft Paulus, dat Adam een type (Grieks: tupos) is, van Hem, die komen zou. Hij zet in het gedeelte Adam en Christus als vergelijking bij elkaar. Als je met de blik van Romeinen 5 Genesis leest, kijk je er anders naar. Dat heeft niets te maken met achteraf er iets in leggen, maar je maakt dankbaar gebruik van Paulus’ (door God geïnspireerde) uitleg! Het zat er altijd al in, alleen was het verborgen aanwezig in de tekst van de Torah!
In Adam was in feite het hele mensengeslacht vertegenwoordigd, zegt Paulus.
En in Christus als de laatste Adam geldt in feite hetzelfde. De vergelijking gaat in verschillende niveaus op.
Adam en Eva waren bedoeld om de aarde te onderwerpen, de situatie was allerminst volmaakt! Door de zonde van het mensenpaar, die door Paulus in Romeinen 5 aan Adam als verantwoordelijke wordt toegeschreven, is er van die onderwerping van de aarde in feite nog niet echt veel terechtgekomen. De mensen zijn elkaar onderling gaan bestrijden en onderwerpen in plaats van de aarde.
Het wachten was dan ook een 4000 jaar op degene van wie Adam een type was: Christus! Hij kwam als mens, als de laatste Adam, en werd verworpen en gedood aan het kruis door mensenhanden. Alleen: God wekte Hem op! En daarmee kon de roeping van de gemeente, het lichaam van Christus gaan plaatsvinden!
Net zoals op Adam een diepe slaap viel en God de vrouw uit hem schiep, zo viel op de Zoon een diepe (doods)slaap, zodat God uit Hem de gemeente kon voortbrengen!
27 december 2009
In Genesis 5:1 staat, dat Elohim Adam schiep in Zijn gelijkenis
(Hebreeuws: dmuth).
Hier gebruikt de Schrift hetzelfde voorzetsel B (Beth) als in Genesis 1:27, waar twee keer gezegd wordt, dat de mens (Adam) in Zijn beeld (Hebreeuws: tzelem) geschapen werd.
Dit drukt een diepe waarheid uit, die de mens pas kon verstaan nadat de laatste Adam op het wereldtoneel verscheen: de Heer Jezus Christus. Hij is Gods beeld en gelijkenis! Aangezien alles in die Zoon geschapen is (Kolossenzen 1:16), drukt Genesis 1:27 en 5:1 de diepe waarheid uit, dat Elohim (God) de mens in Zijn beeld, dat is Jezus Christus, schiep!
Genesis 5:3 zegt, dat Seth het beeld en de gelijkenis van Adam droeg.
Zo draagt de mens na Adam het beeld en de gelijkenis van Adam, niet van God.
Paulus laat (in Romeinen 8:29) zien, dat wij omgevormd worden naar het beeld van de Zoon. Dat betekent, dat er eerst een proces plaats moet vinden, voordat een mens echt op de Zoon lijkt. De geest van het zoonschap werkt in ons als gelovigen, zodat vreugde, liefde, vrede, geduld en zo voorts zichtbaar worden!
Pas na de verlossing (vrijkoping) van ons lichaam (Romeinen 8:23) worden wij echt gelijkvormig aan het beeld van de Zoon. Dan gaan wij net zoveel licht uitstralen als Hij dat nu al doet. Geestelijk licht kunnen wij nu al verspreiden; het goede nieuws van de grote God, die alle mensen redt is ons visitekaartje!
26 december 2009
In Genesis 1:28 staat, dat de mens vruchtbaar zou zijn en zich moest vermenigvuldigen om zo de aarde te vullen. Daarbij wordt óók gezegd, dat de mens de aarde moet onderwerpen. Het Hebreeuwse ‘kabash’ kun je vertalen met ‘onderwerpen’; dit geven de meeste Nederlandse vertalingen.
Iets verderop (1:31) staat, dat alles ‘zeer goed’ was. Dat vermeldt Genesis 1 alleen in vers 31. Was het daarmee een volkomen, een volmaakte situatie? Nee.
Daarbij is het goed om op te merken, dat de vertaling de laatste woorden van Genesis 2:3 niet optimaal is in bijvoorbeeld de NBG ’51. Daar staat voor de laatste twee woorden vertaald: ‘….scheppende tot stand had gebracht….’, terwijl de Staten-vertaling meer zegt: ‘ …..geschapen had om te volmaken…..’. Hier vertalen zij de richtinggevende Hebreeuwse letter lamed met: ‘om te’.
Hoewel het alles ‘zeer goed’ was, was het zeker niet ‘af’ of ‘volmaakt’. Dit blijkt ook uit dat wat de mens onder andere te doen krijgt: het ‘onderwerpen’ van de aarde.
We staan hier nog maar aan het begin van Gods weg met de mens. Deze mens was goed geschapen en zou beantwoorden aan het doel waarvoor God de mens schiep.
Is die mens ‘de kroon op de schepping’, zoals de NBG-vertalers als titel boven Psalm 8 hebben gezet? Nou, nee. Hebreeën 2 zet helder uiteen, dat Psalm 8 verwijst naar de zoon van Adam, Christus. Hij is de ware kroon op de schepping, de ware koning van alle volkeren. Hij zal het werk doen, waar de mensheid door de zonde in faalde. Maar toch was het ‘zeer goed’ in Genesis 1. Het was precies zoals God wilde dat het zou zijn! Hij had het zondigen van de mens al gezien en meer nog: Hij wilde ten diepste dat het zo zou gaan. Opdat de schepping de onpeilbaar diepe liefde in het hart van God zou leren kennen. Door het werk van…ja…de laatste Adam!
25 december 2009
Leest u het EH magazine? Er staat ook deze keer weer veel in wat de moeite waard is. Een belangwekkend artikel van broeder A.E. Knoch (de man van de concordante vertaalmethode) luidt: Wie ontvangen het geheimenis?
Er bestaat veel verwarring over dat onderwerp en alles wat er direct mee te maken heeft. In dit eerste deel van het artikel gaat hij dieper in op de tijd en omstandigheden
waar het boek Handelingen over spreekt. Het ontstaan van het lichaam van Christus door de unieke bediening van Paulus gebeurt in de periode van Handelingen.
Spreekt Handelingen over hetzelfde als de brieven van Paulus?
Wie behoren tot het lichaam van Christus van Corinthiërs en Romeinen?
En wie behoren tot het gezamenlijk-lichaam, dat in Efeziërs 3:6 genoemd wordt?
Welke verwachting hebben de gelovigen van Israël?
Maken leden van het gezamenlijk-lichaam de grote verdrukking op aarde mee?
Op die vragen (en meer) gaat het artikel in.
Ook de andere artikelen zijn de moeite waard!
Geweldig hoe God iemand gebruikte in de vorige eeuw om via de concordante methode gelovigen naar de grondtekst te leiden, los van tradities van mensen. Gods woord hervonden! Dát is de enige bron van alle wijsheid, licht, genade en heerlijkheid en laat ons zien wie God is, en wie Christus Jezus is!
Het toont ons, dat God de redder van alle mensen is; een waar evangelie, goed nieuws, en Hij zal niet rusten voordat Hij ál wat verloren was, heeft gevonden!