12 januari 2016
‘Na Romeinen komt verder evangelie?’
Dan kom je in de Efezebrief terecht. Dan lees je, dat wij niet al-
leen met Christus gestorven, begraven en opgewekt werden.
Het is nog meer. In het tweede hoofdstuk werkt Paulus nog wat
verder uit wat hij schreef in Efeziërs 1:20-23. Aan het einde van
hoofdstuk 1 stelt hij vast, dat Christus Jezus boven alles als Hoofd
gegeven is aan de uitgeroepen gemeente.
‘Hij is aan de rechter(hand) van Vader.’
Daarmee is ook de gemeente, het complement van Hem, aan de
rechter(hand) van Vader gezet. In Efeziërs 2:6,7 zegt hij aanvul-
lend, dat wij gezamenlijk met Hem opgewekt, levendgemaakt
zijn. En dat wij gezamenlijk met Hem gezet zijn te midden van de
hemelingen. En vooral dat laatste te midden van de hemelsen is
wat in Romeinen niet zo duidelijk gezegd werd.
‘De hemelse roeping. Geweldig.’
Dat vijf keer te midden van de hemelingen in Efeziërs zegt alles
over de positie, de zegeningen, de bediening, de strijd van het
lichaam van Christus. Deze notitie vind je in de eerdere brieven
niet. In Kolossenzen en Filippenzen wordt dit als bekend veron-
dersteld. Onze levenswandel zou daarmee overeenstemmen.
Zo’n hoge roeping, in de komende eonen de bediening voor de
hemelsen, brengt ootmoed (nederigheid) in je binnenste.