Woord vandaag

‘Hij diende, en anderen wilden heersen.’

Dat kostte Hem Zijn leven, wat Hij wel in liefde gaf voor ons.
De Joodse leiders wilden Hem doden, omdat zij wilden heersen
over het volk en geen concurrentie duldden van wie dan ook.
Toen Hij, Jezus Christus, zelfs doden ging opwekken (Lazarus,
jongeling van Naïn, dochtertje van Jaïrus) kreeg Hij wel erg veel
aanhang. Hij moest wijken. Hij moest dood.

Verschrikkelijk, dat men zo Iemand juist moest hebben.’

Hij diende in ootmoedigheid anderen. Hij diende en Hij sprak
zoals nog nooit iemand had gesproken. Zelfs de grote profeten
van Israël niet. Hij deed wondertekenen en dat moest Zijn Mes-
sias-zijn bevestigen. Het was onvergetelijk wat Hij deed. De men-
zen moesten wel achter Hem aan. Hij gaf hen zomaar te eten,
om niet, uit Zijn genade.

‘Daarin zie je hoe ruim en genadig Hij was.’

Het was in Zijn aardse leven en in Zijn bediening helemaal waar:

de wet werd door Mozes gegeven, de genade en de waarheid
zijn door Jezus Christus geworden
                   Johannes 1:17

Hij sprak niet wettisch, Hij kwam juist in conflict met de wet-
tischen. De schriftgeleerden, de farizeeën, zij botsten voortdu-
rend met Hem. Niet alleen omdat zij hun positie niet wilden
verliezen, maar ook de inhoud. Zij stelden voortdurend Zijn
Messias-zijn ter discussie. Daarin werd Hij heel erg duidelijk
en sprak de waarheid in liefde.

Woord vandaag

‘Fijn om even over geloof na te denken.’

We zijn er wat dieper mee bezig aan de hand van Galaten 5:22,23.
Het is de moeite waard om juist zo’n bekend iets als geloof eens
goed te bekijken. Het heeft geen verdienste en het geloof van
Jezus Christus
is de grond van onze redding. Hij heeft gedaan wat

wij met z’n allen niet konden bewerken.

‘Ja, Hij is de Voleinder van geloof.’

Hij heeft de loopbaan gelopen die nodig was en Vader voor Hem
bepaald had. Hij heeft het kruis verdragen en de schande veracht.
Hij heeft in alle opzichten het lijden ondergaan en is nu in grootst
mogelijke heerlijkheid. Dat is de weg die Vader wilde dat Hij ging.
Hij bad dan ook: ‘Vader, niet Mijn wil, maar die van U.’

‘Zo deed Hij alles voor ons en heel de schepping.’

Je komt onder de indruk, wanneer je iets beseft van Zijn werk
en dat Hij dat volbracht als Mens in geloof. Hij, de Gelovige bij
uitstek. Hij wist als geen ander wat het enorme belang van
Zijn dienen was. Zo kwam Hij, niet om te heersen, maar om te
dienen en Zichzelf te geven tot overeenkomstig losgeld voor
allen. Wat een liefde!

Woord vandaag

‘De brief aan de Galaten blijft boeien, vind ik.’

Daar staat erg veel in. Nu we de vrucht van de geest uitvoerig be-
kijken, komen er allerlei fijne dingen naar voren. Bijvoorbeeld, het
aspect van geloof. Dat is een van de hoofdwoorden bij Paulus.
Dat komt, omdat geloof overeenstemt met genade (Romeinen 4:16).
Geloof is iets, dat helemaal naar de genade van God is.

‘Dus door geloof kun je niets verdienen?’

Geloof kan niet een wettische voorwaarde zijn. Er zit geen verdien-
ste in. Wanneer je God gelooft op Zijn woord, zul je daarop geen be-
loning krijgen. Geloof is het kanaal waardoor God Zijn rijke, milde
zegen aan de mens geeft. De basis voor onze redding is het geloof
van Jezus Christus
, dat heel wat keren genoemd wordt door de

apostel van alle natiën.

‘Ja, en Romeinen 4 vind ik een mooi hoofdstuk.’

Dat is het. Degene die niet werkt, maar gelooft, wordt zijn geloof
gerekend (door God) tot gerechtigheid. Dat was bij Abraham zo,
dat was bij Jezus Christus zo, en dat is bij ons ook zo. Allesbepalend
blijft het geloof van de Zoon van God (Galaten 2:21). God rekent
met geloof. En de werken van de wet? Die doen er niet toe. Onder
de wet leefde Habakuk, en wat zei hij?

De rechtvaardige zal uit geloof leven. Wat een genade!

Woord vandaag

‘Hij kwam naar de mensen toe en werd Mens.’

Dat maakt het evangelie tot goed nieuws. Niet alleen dat Hij afdaal-
de, maar ook dat Hij stierf aan het kruis. Daarna werd Hij door Vader
opgewekt uit de dood. Op de derde dag, vanzelfsprekend. Jesaja ge-
tuigt van Hem in 53:2, dat Hij geen gestalte of eer had, dat wij Hem
zouden opmerken, en geen verschijning dat wij naar Hem zouden
verlangen. En dan in vers 3, dat Hij veracht werd en door mensen ge-
meden.

‘Dat is niet bepaald de vorm van God.’

Dat Johannes later schrijft, dat ‘wij Zijn heerlijkheid hebben gezien’
verwijst naar de verheerlijking op de berg en hoe Hij in de opstan-
ding was. En, wanneer je er oog voor hebt, Hij deed wonderen als
tekenen van het komende aardse koninkrijk. Maar een uiterlijke
heerlijkheid als uitstraling van licht zoals op de berg van verheer-
lijking was juist de uitzondering. Hij was Mens.

‘Indrukwekkend, dat Hij zo’n grote heerlijkheid verliet.’

Dat deed Hij voor ons, voor alle mensen. Velen kunnen dat laatste
niet geloven, omdat tradities van mensen dat verhinderen. Maar
Hij was ootmoedig en nam de vorm van een slaaf aan. En zo diende
Hij, daarvoor was Hij gekomen (Marcus 10:45; Mattheüs 20:28).
Hij stierf voor allen, en redt allen. Alle zondaars, de hele mensheid
is gered in het kostbare bloed van Christus. Wat een evangelie!

Woord vandaag

‘Bijzonder dat Hij zo’n heerlijkheid verliet.’

Hij had een bijzondere heerlijkheid, dat was het aan God gelijk zijn.
Dat heeft Hij geen roof geacht. Hij achtte het geen beroving van God
toen Hij Vader naar de schepping toe representeerde. Hij was toen al
de afstraling van Gods heerlijkheid. Nu heeft Hij opnieuw grote heer-
lijkheid aan de rechterhand van Vader als Hoogste boven de andere
hemelse machten en krachten.

‘Hij is overweldigend groot. Heeft alleen onsterfelijkheid.’

De Heer Jezus Christus verliet grote heerlijkheid en daalde neer uit
de hemel. Zo schrijft Johannes’ evangelie in hoofdstuk 6 maar liefst
zeven keer, dat Hij neerdaalde. Oorsprong: de Vader, de hemel. Hij is
het ware Manna, het Brood van het leven, uit Bethlehem. Later ge-
tuigt de apostel Paulus ook ervan, in 1 Corinthiërs 15, dat Hij neer-
daalde als de Heer uit de hemel (vers 47).

‘Dat is ook opvallend. Hij kwam dus uit de hemel op aarde.’

Zo spreekt de Schrift. Paulus zegt het ook in Efeziërs 4:8-10

Daarom zegt Hij: Opstijgend in de hoogte neemt Hij de gevangen-
schap gevangen en Hij geeft gaven aan de mensen. Het “Hij steeg
op” nu, wat betekent het anders dan dat Hij ook eerst afdaalde in
de lagere delen van de aarde? Hij, Die afdaalt, is Dezelfde Die ook
opstijgt boven allen die van de hemelen zijn, opdat Hij het al com-
pleet zal maken.

Dit afdalen wordt verbonden met Zijn opstijgen naar een positie
zelfs boven allen die van de hemelen zijn. Er wordt steeds over Hij
gesproken. De Heer Jezus Christus. Hij daalde af en werd Mens.
Later steeg Hij op, na Zijn volbrachte werk, naar de allerhoogste
plaats onder God, Zijn Vader.