Woord vandaag

‘Geweldig goed nieuws bracht Paulus toch telkens weer, maar werd niet
altijd door iedereen aanvaard.’

Omdat het woord van God een tweesnijdend scherp zwaard is, dat diep
doordringt in een mens, en zelfs zó diep, dat het ziel en geest verdeelt.
Het toont het zielse en het geestelijke aan. Het laat zien in de mens aan
die mens wat van de ziel en wat van de geest is. Bij de Korintiërs zie je,
dat er veel interne verdeeldheid was. Dat had te maken met het woord.
Er was verzet tegen het woord dat Paulus bracht; hij noemde ze vleselijk,
nog onmondigen in Christus.

‘Toch lees je geweldige dingen in die beide brieven.’

Nou en of! Tegen de donkere achtergrond van de verdeelde en vleselijke
Korintiërs laat God Zijn licht heel helder uitkomen. Het hoofdstuk van de
opstanding geeft een prediking die de gelovige oproept om te leven uit
en door de opstandingskracht van Christus. Dat is het grote sluitstuk van
de eerste Korintebrief. Geweldig en bijna tussendoor vertelt de apostel
de grote waarheid, dat God alles in allen zal zijn.

‘Dat is fantastisch! Een werkelijk blij makende boodschap.’

We zijn bevoorrecht, door dit te geloven, te weten. Maar we zouden niet
missen waarmee Paulus de brief opent: het woord van het kruis. Dat was
voor de vleselijke Korintiërs onverteerbaar. Zij konden dat niet horen en
begrijpen. Het kruis maakt namelijk een einde aan de oude mens.

‘Maar die Korintiërs leefden wel naar de oude mens?’

Zeker: ruzies, haantjesgedrag, pronken met de gaven die ze hadden, ma-
nipulatie, graag zelf vooraan willen staan, en al die vleselijke zaken meer.
Paulus wijst op het kruis dat een streep haalt door al die stuitende eigen-
wijsheid en filosofietjes die ze uit hun mond lieten komen. Want de wijs-
heid van deze wereld is dwaasheid voor God. Laten wij ons oor open stel-
len voor Christus, de kracht van God en de wijsheid van God!

 

Woord vandaag

‘Vrede, echte diepe vrede hebben, dat werkt God uit. Twee kanten op.
 Heerlijk.’

Het werkt allereerst naar God toe, als het om ons hart gaat. Hij schenkt die
vrede, door Zijn geest. Christus Jezus ís onze vrede. Dat bewerkt Zijn bloed.
Wij zijn gerechtvaardigd in Zijn bloed waardoor wij gered worden van de
verontwaardiging door Hem (Romeinen 5:9). Dat is de werkelijke basis voor
onze vrede. Wij dan, gerechtvaardigd uit geloof (van Christus), hébben vrede
naar God toe door onze Heer Jezus Christus, door Wie wij ook de toegang
hebben door geloof naarbinnen deze genade waarin wij staan en roemen in
de verwachting van de heerlijkheid van God (Romeinen 5:1,2).

‘Het blijft geweldig he, deze woorden van God. We zijn rijk.’

Ja, een mens kan materieel rijk zijn, maar wat heb je als vrede in je hart
ontbreekt? Je hebt geen rust, maar wel een hoop bezit. Tragisch. Gelovi-
gen die weinig materieel bezit hebben, hebben wel vrede in het hart en
daar gaat het om. Die ware vrede is dus alleen op het fundament van de
rechtvaardiging door het geloof van Jezus Christus. Hij bewerkte die vrede.
In Zijn werk werd de gerechtheid van God getoond. En op basis van die
gerechtigheid alleen kan er ware vrede zijn.

‘Machtig, dat God die vrede maakte door het bloed van Zijn kruis.’

Daar werd niet alleen de zonde weggedaan (2 Corinthiërs 5:21), maar
kwam ook vrede tot stand. God verzoende de wereld met Zichzelf. De
gelovigen zijn zich die verzoening bewust, zij hebben die vrede leren ken-
nen. God bleek heel anders te zijn dan wat de mensen wordt voorgehou-
den. Door het evangelie van de apostel Paulus weet de gelovige van die
geweldige vrede, die God bewerkte. Dat er geen enkele verhindering meer
is om tot de Vader te gaan. Er is vrije toegang! De vijandschap tegen God
verdwijnt uit het hart, dat overweldigd is door de liefde en genade van God.

Woord vandaag

‘We zijn bijzonder blij met de uitwerking van het evangelie van Paulus in
ons hart: vrede.’

Heel bijzonder, want die vrede kan alleen op grond van dit evangelie in ons
hart komen. God maakte vrede in het bloed van het kruis van Christus. En
op grond van die vrede komt er wederzijdse verzoening tussen God en al
Zijn schepselen. God had zelf die verzoening niet nodig; Hij was immers nooit
een vijand van de mens. Maar de mensen en de hemelingen, die hadden ver-
zoening nodig. Die konden zij zelf niet bewerken.

‘Het middel tot verzoening moest dus van God komen?’

Zo is het, want alles is uit God, dus ook de verzoening, en dat wederzijds.
Het middel tot verzoening was de dood van de Zoon. Door het bloed van het
kruis maakte God vrede. En deze vrede blijft. Ook al komt er nog een 1000
jaar waarin deze bodschap van Paulus niet gehoord wordt, nochtans is het
van God uit vrede. Heerlijk als we die diepe vrede van God ervaren tot diep
in ons binnenste!

‘Weet je, het werkt bij mij genezend, te ervaren wat die vrede inhoudt!’

De indringende boodschap, dat alles uit God is, kan zo helend werken voor
een mens, een ziel, die kapot is gegaan door allerlei omstandigheden. Maar
wat een vrede ga je ervaren, als alles in Zijn hand, de hand van de Vader,
blijkt te zijn! Niets loopt Hem uit handen, Hij zal alles doen naar Zijn welbe-
hagen. Nooit zal iets mis kunnen gaan, Hij doet wérkelijk álles samenwer-
ken tot het goede!

 

Woord vandaag

‘Wel bijzonder he, dat je de vrede van God ervaart, dat brengt je gedachten
tot rust.’

Dat is gelovigen gegeven, niet altijd, want soms laten gelovigen hun gedach-
ten bepalen door dingen waar ze zich zorgen over maken. Dat is juist waar
de apostel over spreekt: “Wees in geen ding bezorgd, maar laat al je wensen
met gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.”
Gelovigen maken zich tóch zorgen, omdat zij even vergeten wat hier staat.
Als zij dan wel doen wat hier staat, ontvangen zij de diepe vrede van God in
hun hart en hun gedachten worden als in een vesting bewaard in Christus
Jezus.

‘God heeft dus zelf vrede onder alle omstandigheden, mooi en volkomen
logisch denk ik.’

Als je dat zo menselijk gesproken over God zegt: ja. God heeft volledig alles
onder controle; niets passeert dat Hem verrast. Hij werkt het alles uit, exact
volgens Zijn voornemen. Toen Israël werd uitgeleid uit Egypte, gingen daar
10 plagen aan vooraf. Heel wat leden van het volk Israël zullen het benauwd
gehad hebben en zich afgevraagd hebben wat er allemaal toch gebeurde.
Niettemin was God het, die alles volledig in Zijn hand hield, en het uitwerkte
volgens Zijn voornemen, dat Zijn Naam verheerlijkt wordt op heel de aarde!

‘Ja, wat is dat geweldig he, dat God alles vast leidt en bestuurt.’

We komen elke keer onder de indruk, dat wat Hij doet, altijd het beste blijkt
voor Zijn schepselen. Zo zijn de wegen die Hij met ons gaat – door lijden en
verdrukkingen heen – niet makkelijk, maar wél heeft Hij ook daarin alles in
Zijn hand. Dáárom kunnen wij Hem danken, omdat wij wéten dat Hij alles
doet samenwerken tot het goede. En dan geeft Hij die diepe vrede en rust
in ons hart en komen onze gedachten tot stilte. Hij zal voor jullie strijden en
jullie zullen stil zijn, zegt Hij! 

Woord vandaag

‘Heerlijk, dat wij met die vrede van God in ons hart kunnen leven.’

Een situatie die vóór deze tijd van Gods genade, het beheer van het gehei-
menis (Efeziërs 3:9), niet kon. Vóór deze tijd regeerde in principe in Israël
de Thora en de Heer Jezus werd geboren onder de Thora (Galaten 4:4).
Men kon toen niet leven met de diepe volkomen vrede van God in het het
hart, omdat er altijd missers tussen kwamen. Het bloed van stieren en bok-
ken en eventueel van de jonge rode koe konden de zonden niet defenitief
wegnemen (Hebreeën 9:12,13). Daarom was er geen blijvende vrede.

‘Die kon er pas zijn door het kruis?’

Jawel. God maakte vrede in het bloed van Zijn (Christus) kruis (Kolossenzen
1:20). Diepe, blijvende, werkelijke vrede komt alleen van God, zoals alles
uit God is
. Pas ná de dood en opstanding van de Heer Jezus Christus is er

werkelijke blijvende vrede in het hart mogelijk. Deze vredesboodschap komt
bij Paulus zeer sterk naar voren. In de rest van de Griekse Schrift veel min-
der. Er wordt zelfs van de Heer gezegd, dat Hij geen vrede kwam brengen,
maar het zwaard (Mattheüs 10:34).

‘En de Heer gaf ook ná Zijn opstanding Zijn vrede aan de discipelen door.’

Dat is het. Toch zouden die discipelen ook nog niet de diepste blijvende
vrede kunnen ervaren, want dat kan pas als je verzegeld bent met de geest
van de belofte, de heilige. De geest van God woont in de gelovige van van-
daag. Daardoor kan die gelovige die diepe vrede van God ervaren, als er ook
dat gebed met dank is, zoals Filippenzen 4:4-7 zegt. Die dank is er, als de ge-
lovige erkent, dat alles uit God en door God en tot God is (Romeinen 11:36).
Dat Zijn hand uiteindelijk achter alles zit en dat Hij het leidt naar Zijn voor-
nemen, dat Hij uitvoert in Christus Jezus (Efeziërs 3:10,11)!