Woord vandaag

‘Zou het echt allemaal gaan gebeuren in deze maand rond Israël?’

Moeilijk te zeggen. In elk geval zijn wij er zo dichtbij, dat het hoog tijd
wordt, dat we ons als leden van Zijn lichaam bewust zijn van de dingen
die er echt toe doen. Er is zoveel dat volstrekt onbelangrijk is en waar
helaas veel christenen zich druk over maken.

‘Wat doet er dan wel echt toe?’

Dat wij ons verdiepen in wat geschreven staat in het woord van God.
Nu wij er zo dichtbij zitten, wat is dan nog belangrijk? Als je in de Schrift
leest van de 5 wijze en dwaze maagden, was voor hen van belang dat de
bruidegom ging komen. Zij bereidden zich meer of  minder voor. In de
eindtijd is de geestelijke verleiding bijzonder groot. Daarvoor zouden
wij waakzaam zijn en onderkennen wat het is.

‘Bedrieglijke tekenen en wonderen?’

Dat is een belangrijk aspect. Er staat van de wetteloze, dat zijn komst
is met bedrieglijke tekenen en wonderen, om zelfs uitverkorenen te
misleiden, als dat mogelijk is. Je ziet in de afgelopen honderd jaar ook
op het christelijk erf een enorme toename van en belangstelling voor
tekenen en wonderen, spreken in tongen en genezingen.

‘Het is zaak erg nuchter te blijven en wapenrusting aanhebben.’

Jawel, dat is essentieel, en wees je bewust van je lot(s)deel boven, te
midden van de hemelingen. Men predikt meestal dat je een aardse
toekomst heeft, maar dat is om je op het verkeerde been te zetten.
Het gaat écht om een hemelse roeping, met een hemelse toekomst
en een hemels lichaam wat wij ontvangen. Dat is een zeer grote
zegening in Hem; genade in overtreffende vorm!

Woord vandaag

‘Het is september geworden. Alweer een maand voorbij. De tijd gaat snel.’

De tijden zijn nu zo, dat het snel gaat. De ontwikkelingen in de wereld vol-
gen elkaar in hoog tempo op, zoals de Heer tegen Johannes zei, dat als de
dingen gaan plaatsvinden die in de profetie beschreven staan, snel zul-
len gaan. Wij leven in de laatste dagen van de laatste dagen, om het zo
eens te zeggen. ‘De tijd van het einde’ is een specifieke uitdrukking, die in
Daniël zo’n 8 keer gebruikt wordt, om zekere gebeurtenissen aan te geven
die in de laatste periode van deze boze eon zullen plaatsvinden.

‘Deze maand valt een een belangrijke beslissing binnen de VN.’

Absoluut een die enorme gevolgen kan hebben, allereerst in het Midden-
Oosten, maar ook voor heel de wereld. De status van Oost-Jeruzalem en een
eventuele filistijnse staat komen aan de orde. Als die formeel bestaansrecht
toegewezen krijgt met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, is dat een aanleiding
tot nieuw oorlogsgeweld. Dat kan bijna niet uitblijven. Mogelijk komt er dan
iemand naar voren met een briljante oplossing of een magistraal plan, en zo
iemand kan dan zeer grote invloed verwerven en toegewezen krijgen.

‘Het is mogelijk, ja. Maar je hebt er ook die zeggen dat het allemaal wel weer
niet door zal gaan en dat het nog wel heel lang kan duren.’

Zo lang er niets echt gebeurt, heeft die groep gelijk, maar zodra het verbond
met velen er komt dan wel versterkt wordt, zitten we ineens heel dicht bij
grote gebeurtenissen zoals de bazuin die klinkt en het lichaam van Christus
weggerukt wordt van de aarde. Dat zal iets zijn! Blijken ineens al degenen
die gelovig zijn, zullen dan weggerukt worden.

‘Paulus is inderdaad best heel duidelijk in 1 Thessalonicenzen 4:13-18.’

Het is de geweldige troostvolle verwachting die wij koesteren in ons hart en
leven, een die uitzicht geeft op een heerlijke toekomst met Hem in de hemelen.
Van daaruit kunnen wij leven en zicht hebben op God, die allen levend gaat
maken. Nu is het nog stervend zijn, maar straks is er leven voor alle leden
van het uitgeroepen lichaam. niet op aarde, maar in de hemelen!


Woord vandaag

‘Het blijft toch geweldig he, dat wij ons zo’n grote toekomst wacht.’

We lazen er vaak overheen, het viel ons niet op. Of wij hadden alleen een
onduidelijk idee dat wij ooit naar de hemel zouden gaan. Maar dat wij wer-
kelijk een bijzondere dienst daar hebben, is eigenlijk ongelooflijk! God
gaat ons inzetten om aan de hemelse machten de heerlijkheid van Gods
genade en wijsheid te tonen en verder bekend te maken. Opdat ook zij hun
knieën gaan buigen voor onze Heer.

‘Veel gelovigen willen daar niet aan. Zij denken dat wij een aardse toekomst
hebben en in het nieuw Jeruzalem op aarde zullen zijn.’

Paulus schrijft in Efeziërs 2:5-8 dat wij in de komende eonen (meervoud) die
genade in Zijn mildheid zullen tonen. Dat geldt dus ook in de tijd van de nieuwe
hemel en de nieuwe aarde waarover Johannes schrijft in Openbaring 21 en 22.
Het sluit niet uit dat wij bij gelegenheid het nieuwe Jeruzalem op aarde zullen
bezoeken, maar het is heel goed mogelijk, dat wij samen met het Lam de stad zul-
len verlichten van boven af!

‘Zo heb ik er nog nooit tegen aangekeken!’

Wij hebben straks een heerlijkheidslichaam dat gelijkvormig is aan Zijn verheer-
lijkt lichaam en dat verblindde Saulus van Tarsus 3 dagen lang. Zo’n enorm licht
wat de Heer uitstraalt. Dat zullen wij dan ook doen! Dat gaat wat betekenen voor
de geestelijke machten en krachten in het hemelse!
Misschien duizelt het ons en klinkt het té fantastisch, té mooi om waar te zijn, toch
zegt Paulus dit in zijn brieven ons. Dat is zó bijzonder. Bedenkt de dingen die boven
zijn, waar Christus is!

‘Door de dagelijkse gang van zaken hier vergeet je deze dingen zo snel.’

Jawel, het gaat om onze gezindheid. En we hebben die brieven om ons daarin te ver-
heugen en troost uit te putten. God is voor ons. Hij kende ons tevoren, bestemde ons
tevoren, riep en rechtvaardigde ons en zal ons verder verheerlijken. Daar is niets
van ons bij, zó is Hij voor ons in Christus Jezus! Dat draagt ons door de dagen heen,
die soms grauw en zelfs akelig kunnen zijn. Zijn hand draagt ons!

Woord vandaag

‘Bijzondere troost, dat uitzicht wat God geeft, dat wij degenen die
ons ontvielen, weer terugzien bij de bazuin van God!’

Het is zoals de Engelsen zeggen: ‘The Blessed Hope’ of ‘de gezegende
verwachting’. En dat is het zeer zeker. Het doet je je hoofd opheffen
naar Hem, die ons onuitsprekelijk liefheeft en die het zó heeft gere-
geld. De overledenen weten van niets tot de bazuin klinkt. Net zoals
Lazarus een aantal dagen van niets wist tot het moment dat de Heer
hem bij zijn naam uit het graf riep.

‘Mooi, daarin kun je ook zien, dat Hij je bij je naam kent. Heel persoon-
lijk. Hij laat niet een van zijn mensen vallen!’

Geweldige zekerheid, Hij houdt ons vast en laat niet een van de werken
van Zijn handen vallen. Hij heeft ons lief, niets kan ons scheiden van
Zijn liefde die is in Christus Jezus onze Heer. Noch dood noch leven.
Dat is het evangelie: leven, onsterfelijkheid, wacht elk lid van het lichaam
van Christus in de opstanding. En uiteindelijk alle mensen!


‘Heerlijk, dat wij dat mogen beseffen. Je leeft met die vaste zekerheid in je
hart!’

En dan te weten, dat je dat toevalt, dat je er niets voor hebt hoeven doen,
sterker nog, er niets voor hebt kúnnen doen! Het is 100% gegarandeerd
omdat het klokgaaf 100% Zijn werk is. Daar kun je je als mens op verlaten,
daar kun je in rusten, zo’n God die het zó doet, is wérkelijk God en Vader.

‘Ja, wat een geweldige rijkdom hebben wij toch in die brieven van Paulus
ontvangen. Het is ver boven je denken uit.’

Bijzonder, dat wij niet alleen opstanding verwachten als zekerheid in de
nabije toekomst, maar dan ook levendgemaakt worden, onsterfelijkheid
ontvangen. Bovendien zullen wij dan een hemels, een geestelijk lichaam
hebben en zo de Heer ontmoeten in de lucht! Zo worden we via de bema
(het erepodium, NBG: rechterstoel) gereedgemaakt voor onze grote bedie-
ning boven, om de hemelingen de enorme genade en wijsheid van God te
brengen. Dat is absoluut zeer grote genade en heerlijkheid!

Woord vandaag

‘God bewerkt alles? Is dat zo?’

Hij heeft door Zijn Zoon heen alles gedaan wat nodig was tot redding van
de mensheid, die sedert Adam steeds verder van Hem afgeweken was.
De mens was in grote duisternis geraakt, en daarom zond Hij het licht
van de wereld naar deze aarde om die duisternis weg te doen. Het won-
derlijke is, dat in de duisternis ineens licht door ging breken.

‘Dat zien wij in Genesis 1:3 toch al?’

Daar was sprake van chaos, duisternis, overal water. God spreekt dan
Zijn woord, en het licht gaat aan. Daar waar je het niet verwacht, geeft
God ineens iets, dat overeenkomstig Zijn wezen is: licht. Het Hebreeuwse
woord voor duisternis zegt eigenlijk: tegenhouden. Het licht wordt tegen-
gehouden! Maar het breekt door zodra God Zijn woord uitspreekt.

‘Uw woord is een lamp voor Mijn voet en een licht op mijn pad.’

Dat is het, de Psalmist wist dat, de Heer Jezus beleed dat, wij als gelovigen
ervaren dat ook. Paulus wijst erop in 2 Corinthiërs 4, waar hij verwijst
naar Genesis 1:3 en zegt:

‘Want God, die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is
ook degene die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis
van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.

(2 Corinthiërs 4:6, hSV)

‘Dat is weer heel bijzonder. Het is een werk van God in ons.’

Het is heel apart, dat God zo’n werk in en aan ons doet. Weer is er niets
van onszelf bij. Hij bewerkt, dat wij Zijn woord geloven (dat is genade)
en Hij bewerkt ook, dat wij daaruit gaan leven (dat is ook genade) en iets
kunnen betekenen in het werk van de Heer (weer genade).
Hij bemoedigt, Hij vertroost, Hij geeft kracht, Hij heeft ons lief!

We kijken met elkaar uit naar de bazuin van God, die opwekking van
de gestorvenen in Christus zal inluiden. Als wij leven op dat moment,
zullen wij samen met hen tegelijk weggerukt worden, om Hem in de
lucht te ontmoeten!