‘God bewerkt alles? Is dat zo?’

Hij heeft door Zijn Zoon heen alles gedaan wat nodig was tot redding van
de mensheid, die sedert Adam steeds verder van Hem afgeweken was.
De mens was in grote duisternis geraakt, en daarom zond Hij het licht
van de wereld naar deze aarde om die duisternis weg te doen. Het won-
derlijke is, dat in de duisternis ineens licht door ging breken.

‘Dat zien wij in Genesis 1:3 toch al?’

Daar was sprake van chaos, duisternis, overal water. God spreekt dan
Zijn woord, en het licht gaat aan. Daar waar je het niet verwacht, geeft
God ineens iets, dat overeenkomstig Zijn wezen is: licht. Het Hebreeuwse
woord voor duisternis zegt eigenlijk: tegenhouden. Het licht wordt tegen-
gehouden! Maar het breekt door zodra God Zijn woord uitspreekt.

‘Uw woord is een lamp voor Mijn voet en een licht op mijn pad.’

Dat is het, de Psalmist wist dat, de Heer Jezus beleed dat, wij als gelovigen
ervaren dat ook. Paulus wijst erop in 2 Corinthiërs 4, waar hij verwijst
naar Genesis 1:3 en zegt:

‘Want God, die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is
ook degene die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis
van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.

(2 Corinthiërs 4:6, hSV)

‘Dat is weer heel bijzonder. Het is een werk van God in ons.’

Het is heel apart, dat God zo’n werk in en aan ons doet. Weer is er niets
van onszelf bij. Hij bewerkt, dat wij Zijn woord geloven (dat is genade)
en Hij bewerkt ook, dat wij daaruit gaan leven (dat is ook genade) en iets
kunnen betekenen in het werk van de Heer (weer genade).
Hij bemoedigt, Hij vertroost, Hij geeft kracht, Hij heeft ons lief!

We kijken met elkaar uit naar de bazuin van God, die opwekking van
de gestorvenen in Christus zal inluiden. Als wij leven op dat moment,
zullen wij samen met hen tegelijk weggerukt worden, om Hem in de
lucht te ontmoeten!