Woord vandaag

‘He, het is erg fijn te lezen dat Paulus zoveel heeft kunnen doen en
dat toeschrijft aan de genade van God die met hem was’.

Absoluut. En die genade in het licht van 1 Korintiërs 15 is de kracht
van Zijn opstanding die ons werkt! Dié kracht gaf de apostel de energie
om zoveel te kunnen reizen, spreken, genade te schenken, geduld te
hebben met broeders, gemeentes en te volharden daarin!

‘Zo past die uitspraak in dat hoofdstuk inderdaad. Dat was dus het
geheim van Paulus: de kracht van de opstanding van Christus.’

Ja, en dat bedoelt hij ook in Filippenzen 3, als hij schrijft over de uit-
opstanding uit de doden; dat is de kracht van Zijn opstanding nú in
ons leven ervaren. En Paulus strekte zich ernaar uit, Hém te kennen,
Christus, de verheerlijkte Heer aan Gods rechterhand.

‘Die kracht kan het enige zijn waardoor wij echt alle roem aan Hem
geven; het sluit je eigen kracht uit.’

Dan heb je het ook nooit meer over werken als voorwaarde op welke
manier dan ook; het is een uitwerking van Zijn kracht (Zijn woord en
geest dus) in ons. Dán wandel je in de goede werken die God tevoren
bereid heeft, opdat wij daarin zullen wandelen (Efeziërs 2:10).

‘Toch weer fijn om het zo te horen. Je hebt het elke keer weer nodig
om te lezen en tot je te laten doordringen.’

Daarbij de grote verwachting die de beloften in Zijn woord wekken in
je. Het geeft uitzicht op een geweldige toekomst die helemaal in Gods
hand is en die leidt tot volkomen heerlijkheid van God!

Woord vandaag

‘Het blijft een geweldige boodschap he, die genade van God.
Het is zo moeilijk om dat in de praktijk vast te houden.’

Daar heb je het weer. Je probeert het vast te houden. Dat is
weer een menselijke poging! Laat het los! Dát is in overeenstem-
ming met de boodschap van de verguisde apostel van de natiën.
En dat in het besef, dat Hij jou vasthoudt! En dat Hij zijn werk uit-
voert en tot voleinding zal brengen.

‘Oke, het gaat om Zijn werk. Werkt dat woord van Hem dan in ons,
zodat wij daarna dat gaan doen wat Hij wil?’

Zo werkt Hij het willen in ons, wij horen dat woord steeds weer en
dat brengt ons vanzelf tot daden. Hij is nabij! Als mensen tegen ons te
hoop lopen, is dat ons geweldige besef. Dáárom rekende Paulus het de
broeders niet aan, dat niemand hem in zijn eerste verdediging bijstond.
Hij wist: de Heer is nabij (Filippenzen 4:5)!

‘Tsja, wat maak je je toch snel zorgen als mens, terwijl Hij nabij is!’

Genade brengt je de boodschap dat God ruimte in Zijn hart heeft voor
alle mensen. God heeft ons lief en dat laat Hij merken. Wétend dat de
mens zwak is (Hij is de schepper), geeft Hij de mens in het evangelie álles
wat hij te kort komt.
‘Ja dat is weer fijn om te beseffen, je vergeet het zo snel. God is de grote
gever van alles en wij ontvangen. Wij kunnen het niet zelf, Hij doet het!’

Dat is nu de genade, waarvan Paulus zegt, dat hij meer arbeidde dan alle
anderen, maar niet hij zelf, maar de genade van God die met hem was!

Woord vandaag

‘Toch steeds nodig, die boodschap van genade te horen. Je vergeet het
in de praktijk zo snel. Dan verval je weer in het menselijke.’

Je ziet in de loop van de geschiedenis steeds bij een frisse, nieuwe
gemeente of gemeentes die ontstaan, dat er na verloop van tijd een
stabilisatie komt. Dat heeft te maken met het al dan niet vasthouden
van de genade in de praktijk.

‘Het zogeheten institutionaliseren bedoel je?’

Zo heet dat met een moeilijk woord. Men gaat in die fase alles vastleggen:
een geloofsbelijdenis, allerlei onderlinge regels, het een naam geven, er
achter een stichting dan wel een vereniging opzetten, het heeft er allemaal
mee te maken.

‘Zo is het gegaan met nogal wat evangelische gemeentes die in de jaren 60/70
van de vorige eeuw zijn ontstaan.’

Het bevordert de groepsvorming, zo van: ‘ik hoor daar of daar bij’. Men zegt
dan niet meer: ‘ik ben een gelovige’, maar ‘ik ben baptist/gereformeerd/
PKN/pinkster/volle evangelie/7e dagsadventist’ en zo voorts. Allemaal be-
namingen van wat ooit misschien vrije groepen waren, maar zich nu ver-
zameld hebben onder wat men als belijdenis gelooft. Daarin is de genade
op de achtergrond geraakt, om het maar voorzichtig te zeggen.

‘Zoals we al eerder hebben gezien, had men Paulus bij zijn leven al
verlaten, en daarmee de genade die hij verkondigde.’

Zo is het gegaan. Aan het einde van zijn leven was hij alleen. Hij had
niet veel broeders meer die heel dicht bij hem stonden. Timotheüs
en Lucas wel. Maar de gemeentes in Asia verlieten hem.
We moeten dus niet vreemd opkijken als gelovigen de boodschap
van Paulus leren kennen en die binnen pakweg 20,30 jaar weer vaarwel
zeggen. Ongelooflijk, maar het gebeurt.

Maar: Gods genade is dezelfde en dat blijft zo!

Woord vandaag

‘Het is zo erg menselijk wat gebeurt in geloofskringen, als je er over
nadenkt. Zeker waar macht in het geding is. In kerkelijk opzicht is
daarin heel erg veel mis gegaan.’

Dat klopt ja, en het is nog steeds zo in kerken en kringen. Je ziet regel-
matig het verschijnsel, dat het een familiegebeuren (Maasbach) wordt.
En soms draait het om diverse families die onderling (achter de schermen)
een strijd om de macht voeren. Heel merkwaardig als je dat ziet in het
licht van Gods genade.

‘De ideale gemeente bestaat op aarde niet, om maar eens cliché te gebruiken?’

Het is maar van welke kant je dat bekijkt. Het blijft een feit, dat velen juist
beschadigd zijn door machtsmisbruik en manipulatie in christelijke groepen.
Dat is iets, wat in vrijwel élke groep te constateren valt. Zeker daar waar een
sfeer heerst van: ‘wij zijn de enig ware groep’, of: ‘alleen een kleine groep die
alles ook zo gelooft wat wij geloven, die zijn het’. Dat spreekt van bekrompen
en sektarisch denken. Vlees dus.

‘Dat is wat Paulus toch in Galaten 5:19-21 schrijft?’

Hij somt daar een akelige rij werken van het vlees op.  Onderlinge strijd om
de macht is er een van. Haantjesgedrag kom je niet alleen in de voetballerij,
maar zeer zeker ook op geestelijk erf tegen. De een heeft een nog grotere mond
dan de ander, terwijl qua inhoud het vaak niet veel voorstelt.

‘Er is kennelijk veel erg menselijk gedoe binnen de christelijke wereld.’

Inderdaad veel gedoe en vaak o zo weinig genade. Men doet vaak veel
kennelijk om zich te bewijzen en eer van mensen te krijgen.
Het goede nieuws van Gods genade wordt daardoor vaak niet of nauwelijks
gehoord. Je kunt veel makkelijker met wet/regels werken dan  met genade. 
Écht met genade werken is veel moeilijker. 
 

Wat een genade dat de brieven van Paulus ons steeds weer wijzen op die
grandioze genade van God. Dát beseffen we steeds meer! Genade alleen! 

 

Woord vandaag

‘Ik moet nog even bijkomen van gisteren hoor. Wat een geschiedenis ligt
achter ons! Onvoorstelbaar. De kerk had een ongelooflijke macht over de
mensen. Daar vond natuurlijk veel machtsmisbruik plaats.’

Maar dat laatste is vaak nog aanwezig. Ook in evangelische gemeentes.
Iemand schreef nog niet zo lang geleden een boekje over macht en mani-
pulatie. Zodra je ergens achter de schermen kijkt kom je dat tegen.
Hoe meer regels er zijn en gesteld worden, hoe meer dat speelt.

‘Ik heb weleens gehoord dat eerst aan de voorganger van een gemeente
gevraagd moest worden of die en die wel verkering met elkaar mochten
hebben.’
 
In dat geval neemt de voorganger even de plaats van de Heer zelf in.
Hoe evangelisch die voorganger ook is. Waar genade in de praktijk wordt
toegepast, hebben gelovigen de vrijheid om zelf de Heer te dienen in
waar de Heer hen in leidt.

‘Veel regels werken verstikkend, evenals een machtsblok boven de
gelovigen. Het is in beide gevallen vrijheidsberovend.’

Ik denk dat je dat scherp ziet ja. Het is tegenover de vrijheid van de
genade. Het is o zo moeilijk de ware genade naar Paulus te prediken
én die in de praktijk van het gemeenteleven door te laten werken.
Zodra er een sfeer is van dat er heel veel moet, of er sprake is van
dwang, merk je dat niet het ruime en soepele van de genade doorwerkt.

 ‘Ja, dat vind ik erg logisch. Soms zijn er veel activiteiten, maar het hoeft
nog niet echt nuttig te zijn, of tot opbouw van het lichaam van Christus.’

Men kan soms veel  doen, maar dat hoeft nog niet per se het werk van de
Heer te zijn; het kan ook menselijk zich inspannen voor de Heer zijn.
Paulus schrijft in 1 Korintiërs 15:58, overvloedig te zijn in het werk van
de Heer; Zijn werk is altijd overvloedig!
  Â