‘Dat niemand meer naar het vlees kennen gaat best wel diep,
vind ik eigenlijk. Je ziet dat het een radicaal einde betekent van
de oude schepping waarin al die vleselijke verschillen nog vaak
zo’n belangrijke rol spelen.’
Het vormt in feite de basis waarop wij met elkaar leven als gelovigen.
Elkaar genade schenken is daarop gebaseerd. Paulus zegt dat wij elkaar
genade zouden schenken als gelovigen in Kolossenzen 3:12-17.
‘Dat is wel een fijn gedeelte waarin Paulus het heeft over de onderlinge
band van de gelovigen. En wat heeft dat met elkaar niet meer naar het
vlees kennen te maken?
Hij schrijft daar: ‘ingeval iemand tegen iemand een klacht heeft’ (CV).
Als wij als gelovigen een klacht hebben tegen elkaar, dan betekent dat,
dat wij elkaar nog naar het vlees kennen. Wij kijken naar het vlees van
de ander en ontdekken dan (uiteraard) tekortkomingen en fouten.
‘Hé dat wordt mij nu duidelijk: als wij elkaar niet langer naar het vlees
kennen, kijken wij automatisch voorbij de tekorten van de ander en
we zien die ander aan in Christus Jezus.’
En in Christus Jezus ben je niet te veroordelen (Romeinen 8:1) en kan
niets je scheiden van de liefde van God (Romeinen 8:35-39); wat zou het
geweldig zijn, als je niet door je mede-broeders en zusters veroordeeld
wordt en zij je blijven liefhebben. Dán handelen zij net als God zelf!
‘Zo, dit gaat wel diep zeg. Ik merk, dat het helemaal in overeenstemming
met Gods genade is. Zó schenk je elkaar genade.
Wat een geweldig evangelie zit daar achter!’
Dat is de uitwerking en vrucht van de geest van God in je leven. Mooi hè.