‘Wat houdt dat dan in, niemand meer naar het vlees kennen?’
Paulus wijst erop, dat wij in Christus een nieuwe schepping zijn.
Daarmee vallen onmiddelijk alle verschillen in het vlees weg.
Hij zegt er zelfs bij, dat indien wij Christus naar het vlees gekend
hebben, thans niet meer! Dat is toch heel opmerkelijk.
‘Als ik dat goed begrijp, gaat het best ver. Zoals Hij op aarde wandelde
was in het vlees. Nu is Hij verhoogd bij Vader. De grote omwenteling
komt door Zijn lijden, sterven en opstanding?’
Daar wijst hij op. Wij kennen dus niet de Heer Jezus naar het vlees,
zoals Hij op aarde te midden van Zijn volk was. Wij kennen Hem als
Christus Jezus, onze Heer, die verheerlijkt en verhoogd is. In Hem
vallen de verschillen weg. In het vlees bestaan de verschillen. Dan is
er onderscheid tussen Joden en Grieken; in de wedergeboorte geldt
dat ook, want dan zal Israël koningen en priesters zijn over en voor
de andere volkeren.
‘De verandering gaat dus diep. Een einde van de oude schepping en er
is een geestelijke nieuwe schepping gekomen. Het oude is voorbij!’
Dat is zo, alleen zijn de gelovigen nog met het oude lichaam hier op
aarde bezig. Dat oude lichaam is stervend en de oorzaak van veel
problemen. We zien daarom met de apostel uit naar de overgang als
de bazuin van God klinkt, naar de hemelen. Er zal dan een enorme
verandering van ons lichaam plaatsvinden, als de gemeenteleden, als
eersten na Christus zelf, levend gemaakt worden!
‘Wat een geweldige verwachting van genade!’