‘Die gelovigen in Thessalonika dachten dat de dag van de Heer
al aangebroken was. In feite onvoorstelbaar.’
Wat ook onvoorstelbaar is, is dat de de overgrote meerderheid
van de christenheid geen enkel zicht op Paulus heeft.
Een professor merkte eens op, dat van de brief aan de Romeinen er
vrijwel niets terug te vinden is in de kerkelijke leerstellingen van
de eerste eeuwen.
‘Als men dat spoor al zo vroeg bijster is geraakt, dan zal men van de
brief aan de Efeziers weinig begrepen hebben.’
Er is geen zicht op de hemelse bediening, en al heel snel raakte men
het zicht op de wegrukking van het lichaam van Christus kwijt.
Men wendde zich liever tot de Schrift die in de eerste plaats aan de
besnijdenis (Israel) gericht is.
Of men ging de twee evangelien vermengen. Dat gebeurde al erg snel.
Dan houd je van Paulus niets over!
‘Wat zou Paulus vandaag de dag met verdriet rondkijken als hij zou zien
wat allemaal gaande is. Er is vrijwel niets te bespeuren van zijn evangelie
in de wereld!’
Het punt is, dat wij nog steeds leven in een tijd van verzoening, van
overstromende genade. Men beseft dat niet. Voor velen is het geheime-
nis van het evangelie onbekend. Laat staan een hemelse bediening.
Men heeft werkelijk geen idee. Laten wij ons verheugen in de grandioze
genade, die ons geschonken is, dat wij daar zicht op hebben, is ook genade!