‘In het schema zie ik staan, dat de gelovigen onder het evangelie van
de besnijdenis beschaamd kunnen staan bij Zijn komst.’
In 1 Johannes 2:28 lezen we het volgende:
En nu, kinderkens, blijft in Hem, opdat wij, als Hij zal geopenbaard worden,
vrijmoedigheid hebben en voor Hem niet beschaamd staan bij Zijn komst.
Duidelijk is, dat er een voorwaarde is: ‘blijft in Hem’ en het gevolg van het
niet voldoen aan die voorwaarde is het geen vrijmoedigheid hebben en dus
beschaamd staat bij Zijn komst. Deze twee dingen (geen vrijmoedigheid en
beschaamd staan) lijken te wijzen op een mindere plaats in het koninkrijk,
een uitsluiting van de zegeningen die wel aan de anderen die in Hem bleven
gegeven zullen worden.
‘Hier zien we geen onvoorwaardelijke genade naar voren komen?’
Zo zou je het kunnen zeggen. Bij Paulus ligt het anders. Daar lezen we geen
voorwaarde. Alle leden van het lichaam van Christus delen in dezelfde
genade in Christus Jezus bij de komst van Hem voor Zijn lichaam!