Woord vandaag

‘Zeg, die Thessalonicenzen dachten dat de dag van de Heer al aan-
gebroken was omdat zij een periode van heftige verdrukking mee-
maakten.’

Het leven van de gelovige gaat zeker niet zonder verdrukkingen en
lijden. Daar kunnen wij als mens niet aan ontkomen. God zet dat
soms in als Hij het nodig vindt.
Paulus zegt in het tweede hoofdstuk van zijn brief aan hen, dat eerst
de afval moet komen. Dat betekent niet, dat de grote afval die de eind-
tijd zal kenmerken, vóór de wegrukking moet plaatsvinden, maar dat
moet gebeuren voordat de wetteloze zich kan openbaren!

‘Tsja, dat is eigenlijk veel logischer; zo wordt de weg voor die wetteloze
vrijgemaakt, dat hij de wereldleider kan worden.’

Het is juist zo, dat de wegrukking moet plaatsvinden voordat de grote
afval van de eindtijd kan komen; eerst moet de weerhouder weg, dat
maakt de weg vrij voor de afval, waarvoor God een werking van dwaling
zal sturen, zodat zij de leugen zullen geloven.
Dit laatste zal het lichaam van Christus niet meemaken. Dan zijn wij al
weggerukt van de aarde en druk in de laatste voorbereidingen voor onze
hemelse bediening.

‘Het is allemaal logisch zoals Paulus het op een rij zet. En ik begrijp maar
niet dat er zo weinig aandacht voor is.’

Het gaat om geestelijke zegen te midden van de hemelingen; de mens is
vanuit zichzelf vleselijk ingesteld, gericht op zichtbare, tastbare, aardse
dingen; niet op dat wat boven is, waar Christus is!

Woord vandaag

‘Waarom schreef Paulus eigenlijk die tweede brief aan de
Thessalonicenzen? Wat was er aan de hand in die gemeente?’

Zij waren misleid door mensen, die beweerden, dat de dag van
de Heer al aangebroken was (2:1-3):

en wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst
van onze Heer Jezus Christus en onze vereniging met Hem,

dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt,
niet door een uiting van geest, niet door een woord, en ook niet
door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van de
Heer al aangebroken zou zijn
.

Gelovigen kunnen al snel misleid worden. Dat was dus bij die
gemeente aan de hand.’

Het was een afwijken van wat Paulus hen (mondeling eerst nog)
onderwezen had. Zij waren tot hun schade afgeweken van de apostel
van de natiën. Daarom zet Paulus vanuit wat hij hen eerder had gezegd
en aan de hand van de Tenach nogeens de puntjes op de i.

‘Ja, dat is vandaag de dag ook heel erg nodig, vind je niet?’

Als we kijken naar het grote geheel van de christenheid, dan zie je, dat
men gigantisch ver is afgeweken van de rijke genadeboodschap van

Paulus
. Tot hun grote geestelijke schade! Het werd door Paulus in feite
al aangegeven, toen hij opmerkte dat ‘allen in Asia van hem afgekeerd
werden’. Nochtans hield hij vast aan de overstijgende rijkdom aan genade
die zijn brieven kenmerkt! De genade zij met u!

Woord vandaag

‘Wel geweldig he, dat God ons bewaart voor die zware storm die
gaat komen over de aarde.’

Het is in de lijn van de genade en de verzoening die Paulus predikt.
De tijd van verzoening zal voorbij zijn, als God grote gerichten over
de volkeren brengt. Wij passen als ambassadeurs van vrede niet in
zo’n tijd op aarde. Vandaar dat God ons wegneemt voor die tijd.

‘Al de brieven van Paulus heb je nodig om het hele plaatje te kunnen zien.’

Jawel, en het is en blijft een totaal andere boodschap dan Petrus en de
anderen verkondigen. Dat laatste is waar, maar dan wel in de juiste tijd en
op de juiste plaats gezien. Je moet alles in de Schrift in het verband lezen.

‘Als je alles zo op een rijtje zet, is het allemaal helder en zijn de verschillen
met het evangelie van de besnijdenis heel erg groot.’

Als we ook nog even kijken naar 1 Thessalonicenzen 5:9, we lezen daar:

Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van
de redding, door onze Heer Jezus Christus

Direct nadat Paulus heeft opgemerkt, dat wij de helm, de verwachting van
redding opzetten, zegt hij deze fijne woorden: ‘want God heeft ons niet be-
stemd tot toorn
‘. Dat is wat in deze hele brief doorklinkt. Er is geen twijfel
mogelijk. De wegrukking van de gemeente, het lichaam van Christus, is
de bijzondere zekerheid als basis voor de diverse keren dat Paulus opmerkt,
dat de gelovige van vandaag niet door de periode van toorn in de toekomst
gaat. Zij die de wegrukking van het lichaam van Christus wegredeneren,
moeten dat vervolgens ook doen met allerlei duidelijke uitspraken van
Paulus over het niet in en door de toorn van God komen.

‘Ja dat lijkt mij ook. Je moet meer en meer gaan schrappen uit zijn brieven,
of aanpassen aan je eigen denken.’

Petrus schrijft dat; mensen verdraaien de brieven van Paulus tot hun eigen
verderf. En ze slepen ook nog anderen mee. Maar wij blijven nuchter en
houden ons aan de gezonde leer van Paulus. Zuivere genade, daarin past de
geweldige toekomst bij Hem, boven. Niet op aarde. We kijken ernaar uit!

Woord vandaag

‘Je kunt dus zeggen, dat in het eerste hoofdstuk dat Paulus ooit
van zijn brieven schreef, hij direct al sprak van de verwachting
van de Zoon die komt om ons te redden?’

Toch weer opvallend. Hij schrijft daar:

en Zijn zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft
opgewekt: Jezus, die ons verlost uit het komen van de toorn.

Heel bijzonder, omdat hij nog niets kon zeggen over de hemelse toe-
komst van het lichaam van Christus, zegt hij hier al wel dat de gelovigen
die zoon van God verwachten uit de hemelen, de opgewekte, die ons
verlost (bergen, in veiligheid brengen betekent het Griekse woord hier)
uit het komen van de toorn.

‘He, dat laatste is opvallend. Er staat in de vertalingen ‘van de komende
toorn’, maar jij zet neer: ‘uit het komen van de toorn’.’

Dat laatste is een letterlijke weergave van de grondtekst. Het is ook heel
mooi dat het er zo staat, want er staat niet dat wij uit de toorn geborgen
worden, maar uit het komen van de toorn.
Je kunt dat vergelijken met een orkaan die op komst is. Als die orkaan
op je af komt, zie je allerlei donkere en dreigende wolken en wind die op
je af komen. Maar je zit er nog niet middenin. Het is bezig te komen.
Dan moet je maken dat je wegkomt en jezelf in veiligheid brengen.

‘Aha, dat houdt dus in, dat als de toorn bezig is te komen, de Heer ons in
veiligheid brengt. Wij komen dan niet middenin de toorn terecht!’

Precies, en zo bewaart de Heer ons in Zijn genade voor de ergste storm
die in Gods plan van eonen over de aarde trekt. Het zal een verdrukking
brengen zoals sinds het begin van de schepping nooit een geweest is en
daarna ook nooit meer zal zijn. Voor dié storm bergt Hij ons en worden
exact op tijd van de aarde weggerukt!

Woord vandaag

Paulus gebruikt bijzondere woorden, die je bij de besnijdenisapostelen
absoluut niet terugvindt. Kijk maar in zijn algemene rondzendbrief, die
we gewoonlijk ‘aan de Efeziërs’ benoemen. Maar dat ‘Efeziërs’ staat er in
in feite niet.

‘Oke, algemene rondzendbrief, maar aan wie schrijft hij dan en waaruit
blijkt het andere dan de besnijdenis?’

Hij richt zich tot ‘de heiligen, die ook gelovigen zijn in Christus Jezus
(Efeziërs 1:1). Dat verbindt de gelovigen van vandaag met de verheerlijkte
Heer aan Gods rechterhand. En in Efeziërs 1:3 lezen we, dat wij gezegend
zijn met iedere geestelijke zegen te midden van de hemelingen, in Christus.
Dat verplaatst ons van de aarde in de hemel, onder de machten en krachten
die daar zijn.

‘We lezen dat ’te midden van de hemelingen’ vijf keer in Efeziërs, toch?’

Ja, het komt voor in 1:3, 20; 2:6; 3:10; 6:12. Daaruit blijkt dat wij daar onze
plaats al hebben. Dan is het volkomen passend, dat in 1 Thessalonicenzen
4:13-18 al gesproken wordt van de wegrukking. Omdat het Paulus’ eerste
brief (hoogstwaarschijnlijk) was, werd direct aan het begin van deze tijd
van genade al bekendgemaakt dat de gelovigen uiteindelijk iets heel bij-
zonders zouden meemaken. De richting is daar al: van de aarde weg, naar
boven!

‘Als je die hele brief leest, ademt alles die bijzonder verwachting die daarin
bekendgemaakt wordt.’

Een van de eerste dingen die Paulus schrijft in deze brief is in 1:10 :

en Zijn zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft
opgewekt: Jezus, die ons verlost uit het komen van de toorn.

Morgen denken we verder na over deze belangrijke woorden!