Woord vandaag

4 augustus 2018
‘Wet tegenover geloof.’

Daar is Paulus opnieuw mee bezig in
Romeinen. Heel scherp, net als in de
Galatenbrief. De apostel vervolgt:

want de wet bewerkt verontwaardi-
ging; nu, waar geen wet is, is evenmin
overtreding
              Romeinen 4:15,16

Dat is gewoon zo duidelijk, dat Paulus
het eigenlijk niet had hoeven noemen.
Toch staat het er. Voor velen een irri-
terende opmerking, want velen willen
onder de wet leven.

‘Dat zagen we gisteren.’

Steeds meer christenen stellen zich on-
der de wet. Ze houden de sabbat en de
‘feesten’ van Jahweh. Allerlei Messiaan-
se gemeentes stellen zich onder de wet
en hun samenkomsten zijn op zaterdag.
Daarover heeft Paulus geen enkele lijn
aangegeven. We kunnen elke dag bij el-
kaar komen, welke dag dat is maakt he-
lemaal niet uit. De een acht de dag bo-
ven de dag, de ander acht alle dagen.

‘We zijn helemaal vrij.’

Ja, maar dat niet als aanleiding voor het
vlees om naar het vlees te leven. Indien
wij door de geest leven zullen wij niet
de begeerten van het vlees volbrengen.
Het leven door de geest staat bij Paulus
voorop. Dat is inderdaad de grote neder-
laag van het vlees, en dat is goed. Want
het kruis beëindigde het vlees en zo kan
de geest van God en daardoor God Zelf
alle eer krijgen. Dat is dan ook de tegen-
stelling tussen vlees en geest: wet en de
genade en het geloof.

Woord vandaag

3 augustus 2018
‘Mooi, Romeinen 4.’

Ook in vers 14 gaat het over de wet,
in vers 13 kwam die naar voren. We
lezen verder:

want indien zij die van wet zijn lotge-
nieters zijn is het geloof leeg gemaakt
en de belofte buiten werking gesteld

                                 Romeinen 4:14

De tekst spreekt van zij die van wet
zijn
; dat zijn diegenen die -wel of niet

gelovig- het van werken van de wet
verwachten. Of zich meer of minder
onder de wet stellen.

‘Kunnen geen lotgenieters zijn.’

De tekst geeft aan, dat door het hou-
den van de wet geen lotdeel verdiend
kan worden. Dat wet opleggen een to-
taal ander principe dan geloof is, blijkt
uit: is het geloof leeg gemaakt. Dus als
je je onder de wet gaat stellen maak je
tegelijkertijd het geloof leeg. En speelt
dan in de praktijk geen rol meer.

‘De gevolgen zijn groot.’

Zeker. Bovendien staat er bij, dat door
houden van de wet de belofte buiten
werking gesteld
wordt. Dat zijn de ge-

volgen als het zo is dat je door de wet
te houden een lotdeel kon verdie
nen.
Heel wat christenen stellen zich
meer
of minder onder de wet. Of door
 zich
te richten op de 10 geboden, of
 men
houdt de sabbat en viert de ‘feesten’
van Jahweh mee. Al die ac
tiviteiten
hebben geen enkele waarde voor God
en leiden af van (de waarheid
 van) de
genade van God.

Woord vandaag

2 augustus 2018
‘Mooi hoor, dat geloof.’

Paulus zet in Romeinen 4:13-15 zelfs
de wet tegenover geloof. Het is een
andere basis, zoals de apostel goed
wist:

want niet door wet is de belofte aan
Abraham, of zijn zaad, dat hij een lot-
genieter van de wereld zou zijn, maar
door de rechtvaardigheid van het ge-
loof                            
Romeinen 4:13

Dit kun je niet lezen als voorwaarde.
Geloof is geen voorwaarde met als be-
loning de belofte.

‘Zo kun je dat eventueel zien?’

Nee, God sprak de belofte, Abram ge-
loofde
dat. God rekende het toe als

rechtvaardigheid. Daardoor werd Ab-
ram lotgenieter van de wereld, omdat
in zijn Zaad alle geslachten van de aar-
de gezegend worden. En omdat Israël,
dat uit zijn lenden voortkwam, het re-
gerende volk op aarde zal zijn.
Dat is door geloof en niet door wet. En
dan is niet een sterke, absolute ontken-
ning in het Grieks.

‘Paulus is weer fel?’

Zeker als het om de wet gaat. Steeds
merkt hij tussendoor iets over de wet
op. Dat doet hij al vanaf hoofdstuk 1.
Hij wil kennelijk duidelijk zijn als het om
meelezende Joden gaat. Geloof en
 de
belofte zijn het, die in harmonie met de
genade zijn. Daarom tegenstelling tot
de wet. Er bestaat geen mogelijk
heid
om door werken van de wet de
recht-
vaardigheid van God te krijgen.

Onderstreept: alleen Gods genade.

Woord vandaag

1 augustus 2018
‘Abraham onze vader.’

Niet naar het vlees, maar geestelijk
gezien 
wel. Zegt vers 11, Romeinen 4:

…voor hem om vader te zijn van allen,
die geloven door onbesnedenheid, tot
rechtvaardigheid die hen aangerekend
wordt

Voor wat betreft geloof is Abraham on-
ze vader. Hij had dat geloof in onbesne-
den staat. Daar legt de apostel nadruk
op. Vooral voor de Joden die dat lezen
moet dat aansprekend zijn.

‘Ver voor het bestaan van Israël.’

Het volk Israël was nog lang niet op
het wereldtoneel verschenen. In die
situatie bleek, dat het vlees voor God
niet telt. God rekende toen al geloof
de oude aartsvader aan als rechtvaar-

digheid. Dat principe geldt ook voor
de besneden mens, de Jood:

 ..en vader van de Besnijdenis niet al-
leen die van de Besnijdenis zijn, maar
ook voor hen die de grondregels van
het geloof in acht nemen in de voet-
stappen van onze vader Abraham, in
onbesnedenheid
         Romeinen 4:12

‘Boeiend wat hij schrijft.’

Het gaat om twee periodes in het le-
ven van Abraham, die van vóór zijn be-
snijdenis en daarna. Met het oog op de
mensen die later besneden zouden wor-
den werd Abram reeds vóór zijn besnij-
denis rechtvaardig verklaard door God.
Zodat ook zij door hetzelfde principe de
rechtvaardiging ontvangen: geloof.

Woord vandaag

31 juli 2018
‘De zegen is groot.’

Abram werd door God gezegend met
geloof. En een geweldige belofte in Ge-
nesis 12:1-3. In hem en in zijn zaad, het
nageslacht zullen alle geslachten van de
aardbodem gezegend worden. Zegen,
en dat voor heel de mensheid. De Zoon
van Abraham, de Heer Jezus Christus, is
het, Die garant staat voor de begunsti-
ging van de natiën.

‘Abram geloofde God.’

Niets minder dan dat, ja. De God van
de heerlijkheid verscheen aan hem in
Ur van de Chaldeeën, in Mesopotamië.
Hij was een gelovige zoals wij dat zijn.
Gewoon mens, en bezig met gewone
dagelijkse dingen. En in het hart bijzon-
dere verwachting van een grote toe-
komst met de Messias die God zond.

‘Romeinen 4 = Abraham.’

Zo kun je dat wel stellen. Het is genade
dat hij gelooft wat hem tot rechtvaar-
digheid gerekend wordt. Romeinen 4:

en hij heeft het teken van de besnijde-
nis ontvangen; een zegel van de recht-
vaardigheid van geloof toen hij onbe-
sneden was, opdat hij vader is van al-
len die geloven                     
   vers 11

Het was een teken, dat hij zelf niet kon
bewerken wat God hem in genade gaf:
rechtvaardigheid. Het geloof maakte
hem tot rechtvaardige. Hij was al recht-
vaardig toen hij zich moest besnijden.
Dat was tegelijk een zegel, dat hij al ge-
rechtvaardigd was, en zeker de zegen
zou ontvangen.