24 april 2019
‘Zijn levendmaking garandeert.’

Niet voor niets gebruikt de apostel de
oogstterm Eersteling in zijn schrijven.
Als die binnen is, komt de oogst. Onte-
genzeglijk, zo is dat bij de gersteoogst,
bij de tarweoogst (pinksteren) et cete-
ra. De schoof die ingehaald wordt, be-
weegt voor het gezicht van Jahweh.
De
 priester moest dat doen:

tot jullie aangenaamheid (welgevallig-
heid)                             Leviticus 23:9

In feite zag Jahweh de mensenoogst
die Hij zou bewerken. Het land typeer-
de feitelijk heel de aarde; graan wees
op mensen. De Heer zei toch:

kijk naar de velden, want zij zijn al wit
om te oogsten            Johannes 4:35

‘Hij bedoelde mensen.’

Zo keek Hij. En Vader kijkt zo naar de
mensheid, Hij gaat oogsten als de tijd
rijp is. Net zoals de graankorrels in de
aarde vallen en daar sterven, zo wor-
den overledenen gezaaid in verwach-
ting van de opstanding. Meer nog: van
de levendmaking. Levendmaking op de
derde dag: Zijn Zoon; daarin is de hele
mensheid besloten. Hij heeft apostelen
erop uit gestuurd om dat bekend
 te ma-
ken. De twaalf getuigden van de
 opstan-
ding van Christus en Paulus niet
 minder;
hij wijdt een uitgebreid schrij
ven aan de-
ze geweldige waarheid.

‘Het geeft uitzicht en verwachting.’

Paulus vergelijkt in 1 Corinthiërs 15 en
laat weten dat de heerlijkheid in de op-
standing verschilt. In Filippenzen lezen
we de verzekering, dat ons lichaam in
de levendmaking gelijkvormig zal zijn
aan Zijn heerlijkheidslichaam. Wat een
geweldige belofte, daar kijken we naar
uit. Dat geeft bemoediging om vandaag
verder te kunnen. In het besef, dat Hij
allen levendmaakt is de toekomst zeker
en kan niets scheiden van Gods liefde
in Christus Jezus, onze Heer.