22 april 2019
‘Hij leeft!’

Dat klinkt al 2000 jaar door, beperkt
of niet, het klonk – en klinkt. Christus,
de Eersteling van de oogst. Het merk-
waardige is dat in 1 Corinthiërs 15 de
vrouwen niet als ooggetuigen vermeld
worden. Dat heeft waarschijnlijk te ma-
ken met het juridische karakter van dit
hoofdstuk. Gemeenteleden zeiden dat
er geen opstanding van doden is. Daar-
mee ontkenden ze de opstanding van
Christus. Hij werd gezien door Kefas,
door de twaalf, door Jakobus en meer
dan 500 broeders tegelijk.

‘Eersteling van de oogst.’

Precies op het feest van de ongezuur-
de broden werd Hij opgewekt. Opge-
wekt in onverderfelijkheid. Op de 14e
nisan (Abib)werd Hij ook als het ware
Lam gedood. Het kruis was het middel
waardoor Hij de vervulling van het pro-
fetische type dat voor het eerst bij de
uittocht uit Egypte gedood moest om
eerstgeborenen in de Israëlische gezin-
nen te redden. Dat kon als het bloed
van het lammetje werd toegepast op
de deurposten.

‘Zijn bloed voor ons.’

Ja, in het evangelie komt het bloed
van Christus als reddend naar voren:

God echter, bewijst Zijn liefde voor
ons dat Christus voor ons stierf toen
wij nog zondaars waren. Veel meer
dan zullen wij, thans gerechtvaardigd
in Zijn bloed, door Hem gered worden
voor de verontwaardigng
                                Romeinen 5:8,9

Het was in het type van het lammetje
in het Israëlische gezin aanwezig. God
stelde het zo in, het moest verwijzen
naar de Messias Die later zou komen.
Zijn bloed, in dat bloed zijn wij gerecht-
vaar
digd; Gods rijke genade.