‘Mooi, dat Jozef zo geloofde.’
Hij geloofde de beloften, die God gegeven had. God vervult Zijn woord.
We zijn in feite al langere tijd bezig –als onderthema- met het feit, dat God
werkelijk God is. Hij heeft alles in Zijn hand, Hij bestuurt en leidt alles. We
kijken naar het aspect, dat God alles tevoren weet. Hij heeft voorkennis.
Daarom kan Hij alles profeteren. De ware profeet is diegene, die door God
gezonden is en van wie het woord ook uitkomt.
‘Ik vind de Psalmen wat dat betreft heel mooi.’
Ja, ook de profeten en zelfs de geschiedenissen die in de Schriften staan,
zijn profetisch. Maar de Psalmen, in profetisch opzicht ook uitermate van
belang. David profeteerde van de opstanding en levendmaking in Psalm 16.
Dat zegt Petrus althans op de pinksterdag, en toen was hij vervuld met
heilige geest. In die Psalm staan –als ze op David zelf zouden slaan- de wat
raadselachtige woorden, dat zijn ziel geen verderf zou zien.
‘Dat God hem het pad van het levend zou doen zien.’
Want U zal mijn ziel niet verlaten in het onwaarneembare.
U zal niet toelaten dat Uw goedgunstige verderf zal zien.
U zal aan mij het pad van het leven bekend maken.
Verzadiging van vreugde is voor Uw aangezicht.
Aangename dingen zijn blijvend aan Uw rechterhand.
Staat in Psalm 16:8-11; en Petrus zegt, dat dit eigenlijk gaat
over de opstanding van Christus. Het eindigt met Gods rechter-
hand, daar waar Christus nu is. Laten wij zoeken wat boven is,
waar Christus is!