‘Zeg, God weet alles van tevoren. Houdt dat in, dat Hij alles bestuurt
en zelfs bewerkt?’
De Schrift geeft antwoord op deze moeilijke vraag. We kijken eerst naar
wat illustraties van het feit, dat God alles van tevoren weet. Wanneer
het gaat om wat de mensen doen en laten. Het gaat dan om de zonden,
de slechte daden, de goede daden, (on)oprechtheid en zo voorts. God
weet het alles van tevoren. Daarom kon Hij vooraf tegen Rebekka zeg-
gen: Jakob heb Ik lief en Esau haat ik, de oudere zal de jongere dienen.
‘Dat kon dus niet zo zijn, omdat zij dat verdienden.’
Nee, want er staat bij gelegenheid bij, dat God dat uitsprak voordat zij
iets goeds of kwaads gedaan hadden. Het spreekt van Zijn voorkennis.
En van nog meer, maar dat komt later aan de orde. God kent het gedrag
van tevoren. Farao’s gedrag was tevoren bekend. Hij handelde in moreel
opzicht kwaad, omdat hij tegen Gods wil in ging. Hij was ongehoorzaam
aan Gods woord. Het was voorzegd: Exodus 3:19; 7:4; 9:30; 11:9.
‘Tsja, ik heb de teksten even nagelopen, wonderlijk inderdaad.’
Die laatste zegt ook weer iets. Daar staat:
Ieue had tegen Mozes gezegd: de Farao zal naar u niet luisteren, zodat
Mijn wonderen in het land Egypte talrijker worden Exodus 11:9
De Farao was ongehoorzaam en weerspannig tegen Gods woord. Ook
lezen wij, dat Ieue zijn hart verhardde. Dat was zo, opdat Ieue nog meer
wondertekenen kon doen in Egypte om daarmee de afgoden van dat
land te kijk te zetten. Er is één God: Ieue, de God van Israël, de Vader
van onze Heer Jezus Christus.