‘We zijn heel dankbaar voor het goede nieuws.’
Het goede nieuws is dan ook echt goed. God is de Redder van alle mensen,
inzonderheid van de gelovigen. Dat laatste sluit het eerste vanzelfsprekend
niet uit. Het versterkt en bevestigt het evangelie juist. De gelovigen springen
er in deze tijd uit als geredden. Geestelijk gezien dan. Zij zijn de eerstelingen,
de eerstgeborenen in de Eerstgeborene: Christus.
‘Eerstelingen waren van de gersteoogst.’
In Israël moesten van die oogst de eerstelingen bewogen worden voor het
aangezicht van Ieue. Gerst heeft te maken met regering, koningschap. Toen
Naomi, Ruth en Orpa in het land kwamen, was dat bij de gersteoogst
(Ruth 1:22) en zij kwamen natuurlijk in Bethlehem, het broodhuis.
En dat is de stad van David.
‘Ja mooi zeg, dat verband van gerst met koningschap.’
Zeker, het Hebreeuwse woord voor gerst houdt verband met Sarah, de vorstin.
Maar ook met haar, Simson was de heersende richter toen hij lang haar had.
Toen hij dat kwijtraakte, was ook zijn kracht, en dus ook macht, weg. Eerste-
lingen (die waren van de gerst) hebben daarom te maken met regering. Zo
bezien zijn ook wij eerstelingen, het geestelijke gerst. Dat is een garantie dat
heel de oogst komt! Vandaar: God is de Redder, inzonderheid van de gelovigen.