‘Hoe lang denk jij dat het allemaal nog duurt in deze wereld?’
Wat bedoel je precies?
‘Nou, gewoon, hoe lang duurt het nog tot de opname of wegrukking van
de gemeente?’
Dat kunnen wij niet zeggen. Wel kun je zeer zeker ontwikkelingen zien,
waardoor je wéét dat het niet zo heel lang meer duurt. De wereldkaart ziet
er heel anders uit dan in 1890. De bijbelse landen zijn weer terug in het
Midden-Oosten. Irak (met een al aardig herbouwd Babylon), Iran (Perzië),
Jordanië, Egypte, Libanon, (As)Syrië, Saoedi-Arabië, en vooral als allerbe-
langrijkste : Israël met de hoofdstad Jeruzalem.
‘Het is een ingrijpende ontwikkeling geweest, vooral na de twee wereld-
oorlogen.’
Ja, en met al die bijbelse landen daar weer op de kaart kunnen de bijbelse
profetieën in vervulling gaan. Veel van die profetieën hebben al een soort
‘voor-vervulling’ beleefd, maar nog niet de definitieve, waarbij álle aspecten
volledig vervuld worden. Dat is gaat dus binnenkort gebeuren. Het einde
van deze boze (3e) eon (aioon) is in zicht!
‘Maar, waaraan kun je dan zien dat de wegrukking van de gemeente nabij is?’
De status van Jeruzalem moet vastgesteld worden. Het zogeheten ‘vredes-
proces’ is nog steeds en al vele jaren aan de gang. Intussen blijft de druk op
de ketel (mijns inziens gebeurt dat bewust) en moet er een akkoord komen.
Het ondertekenen van het zogenaamde Oslo-akkoord op 13 september 1993
heeft nog steeds niet tot een ‘vrede’ tussen Israël en de Filistijnen geleid.
Volgens Daniël 9:24-27 moet dat wel gebeuren en moet er een ‘verbond
met velen’ komen, dat een regeling bevat inzake Jeruzalem, de Joodse staat
en de Filistijnse staat.
‘Zodra die regeling ingaat begint de 70e jaarweek van Daniël ?’
Dat kun je zo zeggen, ja, en daarvóór zal de gemeente weggerukt worden.
Want wij worden vóór de verontwaardiging (toorn) weggerukt, zoals
blijkt uit 1 Thessalonicenzen 1:9,10 en 1 Thessalonicenzen 5:9-11. Wij zijn
niet gesteld tot verontwaardiging (toorn), maar tot verkrijging van red-
ding door onze Heer Jezus Christus!
‘Er bestaat ook een visie, dat wij de eerste helft van die 70e jaarweek nog
op aarde meemaken.’
Het is mijn stellige overtuiging, dat de tijd van de roeping van het lichaam
van Christus eindigt als God direct met Zijn volk Israël gaat handelen.
De tijd waarin de overstromende genade geldt, houdt op als de periode van
gerichten gaat beginnen. Het zal naar mijn mening merkbaar zijn, als er een
verbond door Zijn volk gesloten wordt met de wetteloze. Het zal een verbond
met de dood zijn. Dat blijkt op de helft van die jaarweek, als de wetteloze het
gedurige (ritueel) ineens stopzet en een gigantische uitbraak van antisemi-
tisme gaat plaatsvinden, die zijn weerga niet kent.
‘Dus jij denkt heel stellig dat wij weggerukt worden vóór het ingaan van die
laatste jaarweek en dus vóór het ingaan van het verbond met velen?’
Ja, omdat dat m.i. een direct handelen van Gods volk is
, dat duidelijk voor-
zegd is in Daniël, op dat moment kunnen Messiaans gelovige Joden (die dus
in de Heer Jezus als hun redder geloven) uit de profetieën gaan aftellen en
weten exact wanneer zij weg moeten zijn uit het land. Zij zullen een veilig
heenkomen moeten zoeken, als je het mij vraagt in de oude Nabateese
hoofdstad Petra (Jordanië)!