‘Zo dat van gisteren was erg fijn, dat vers 30, wat zitten er toch
een schatten in dat Woord verborgen!’
Ja, bijzonder he, nu gaan we kijken naar vers 31:
een oor dat naar de bestraffing ten leven luistert,
zal te midden van wijzen overnachten.
Hadden we in vers 30 het oog in beeld, nu gaat het om het oor. Dat staat
natuurlijk voor de mens, die hoort naar de woorden van Jahweh. In die
woorden zit ook ‘bestraffing’; het is meer correctie, om van de wegen van
de dood weg te blijven en de weg van leven te gaan, in nauwe verbinding
met Jahweh, want Hij is de Bron van leven.
‘Ja, het is goed om steeds weer die woorden te beluisteren, soms
zit er ‘ruis’ op de lijn.’
De machten, de geestelijke boosheden in de lucht, zitten niet stil
en willen jou als gelovige uit die levende verbinding met God drukken.
Alles in deze wereld is daar op gericht: afleiden van God, gericht op….
Daarom hebben wij in de hele wapenrusting van God ook dat korte
zwaard om die aanvallen te pareren. Dat is de wijsheid van God, die
wij nodig hebben, in het bijzonder uit de brieven van Paulus.
‘En dan verkeer je onder de wijzen?’
Ja, want dan ben je werkelijk wijs geworden, door het woord van God.
De wijsheid (chokmah) komt tot je door Zijn uitspraken, zoals dit boek
ook in hoofdstuk 8 zegt:
Ik heb lief wie Mij liefhebben,
en wie Mij ernstig zoeken, zullen Mij vinden.
Dit zegt de wijsheid. Deze wijsheid komt alleen tot je door Zijn woorden
in je oren te laten komen en je leven ernaar te richten. Wijsheid heb je
elke dag nodig in je leven. Gewoon, heel praktisch. Je slaat verkeerde
wegen in als je niet naar deze wijsheid van God luistert. Dan ben je eigen-
wijs. Laten we ons daarom uitstrekken naar de wijsheid van God: Christus!