Woord vandaag

‘We zijn een aantal evangeliën langsgegaan. Nu heeft Paulus het over
‘mijn evangelie’; wat bedoelt hij?’

Hij bedoelt, dat hij een evangelie te verkondigen had gekregen, dat specifiek
aan hem toevertrouwd was. Het evangelie van God was voor een deel na te
gaan in Tenach. Maar voor een ander deel niet. Petrus en de anderen trekken
de lijnen door vanuit Tenach, maar Paulus predikte een bijzondere boodschap
die de zuivere genade van God naar voren brengt. De aardse komst en het lijden
en de opstanding van de Heer Jezus Christus waren voorzegd in de profetieën.

‘Paulus predikte meer dan dat? En is dat ‘mijn evangelie’ zoals hij aangeeft?’

Jawel, naast de aardse lijn van het koningschap van de Heer Jezus Christus over
Israël en de volkeren, is er de bijzondere boodschap als uitwerking van het lijden,
sterven en opstanding van de Heer Jezus Christus. Niet alleen een uniek evangelie
dat genade van God alleen tot redding en heil predikt, maar ook de uitwerking als
het gaat om de verheerlijking van Christus Jezus aan de rechterhand van God.
Dan noemt hij dat in 2 Corinthiërs 4:4,6 het evangelie van de heerlijkheid van
Christus, die het beeld van de onzichtbare God is.

‘En dat evangelie heeft te maken met verborgen dingen, geheimenissen?’

Ja, terwijl al de apostelen spraken van het aardse aspect van het geheimenis van
Christus, spreekt alleen Paulus over het hemelse aspect van het geheimenis van
Christus, dat Hij Heer en Hoofd is van alle hemelingen, dat Hij boven al de rang-
orden die daar zijn, gesteld is. En dat Hij hun redder is, en dat ook al die hemelse
machten en krachten eens hun knieën zullen buigen voor Hem!
Dat is het nog verborgen koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde, waar wij nu al
deel van uitmaken als leden van het lichaam van Christus!

‘Zo, nou dat is al heel wat, morgen meer?’

Morgen kijken we dieper in dit geweldige onderwerp!

Woord vandaag

‘Welke evangeliën zijn er nog meer? Wat is het evangelie van het koninkrijk?’

Dat is in feite de boodschap dat het openbare koninkrijk op aarde gevestigd
zal worden. Als de Koning daar is, begint ook het koninkrijk. De Heer Jezus
en Johannes de doper verkondigden dat: bekeer je, want het koninkrijk van
de hemelen is nabij gekomen! Dat is de aardse lijn, die al in de profeten ge-
trokken is en die in de evangeliën en zelfs Handelingen doorgetrokken wordt.

‘Dit evangelie heeft te maken met de aardse roeping van Israël?’

Jawel, het draait om de komst van het koninkrijk van God op aarde en dat
wordt in Mattheüs vaak ‘het koninkrijk van de hemelen’ genoemd. Het komt
namelijk van of uit de hemelen. Het gaat om het goede nieuws, dat het ko-
n
inkrijk zoals door de profeten aangekondigd, ook echt gaat aanbreken en
dat het alleen kan als de Messias, Jezus Christus, op aarde terugkomt.

‘Men meent toch nu dat evangelie van het koninkrijk te moeten prediken?’

Ja op basis van Mattheüs 24:14 stelt men, dat de gemeente eerst deze opdracht
moet vervullen en dat de Heer dan pas kan komen. Een enorme misvatting,
want ‘het einde’ waarover daar gesproken wordt, is niet de bazuin van God,
maar het einde van deze boze eon! En dat ligt wel wat later dan de bazuin!
Bovendien is ‘het evangelie van het koninkrijk’ prediken niet aan het lichaam
van Christus voorbehouden, maar aan de gelovigen uit de Besnijdenis ná de
wegrukking van de ekklesia, het lichaam van Christus.

‘Ja men is ook in praktisch opzicht bezig met dat evangelie, als men de berg-
rede ziet als iets om de praktijk proberen te brengen.

Dat is zo, ja. Als men dat gaat proberen wordt het niets, want dan ligt de lat
zó hoog, dat je daar nooit aan toe komt. Dus probeer het maar niet met de
bergrede om alles wat daarin staat, te volbrengen. Lukt je noooit. Het gaat
bij het evangelie van het koninkrijk dus om het aardse koninkrijk, het zal
zichtbaar zijn, onder het koningschap van Jezus Christus als Messias!

Woord vandaag

‘Het is goed om even de dingen op een rij te hebben. Het evangelie van
de genade van God is machtig!’

Het wordt ook ‘het evangelie van jullie redding’ in Efeziërs 1:13 genoemd.
Daar, in Efeziërs, wordt het als bekend verondersteld. Als een mens dat
evangelie gelooft, betekent het verzegeling met de geest van de belofte,
de heilige. Ditzelfde evangelie wordt in Galaten 2:7-9 ‘het evangelie van
de voorhuid (of: onbesnedenen)’ genoemd. Waarom? Omdat het wezen-
lijk verschilt van het evangelie van de besnijdenis, dat ook in Galaten 2
genoemd wordt.

‘Eigenlijk logisch dat Abraham dan genoemd wordt, want die was geen
Jood of Israëliet.’

Hij was geroepen in onbesneden staat, betoogt Romeinen 4. Hij geloofde,
en dat is het principe dat overeenstemt met genade. We zouden verstaan,
dat dit evangelie dus wezenlijk verschilt van dat van de besnijdenis. Bij
de Besnijdenis is die rite (besneden worden) een noodzaak om bij het uit-
verkoren volk te horen en een aardse roeping te hebben. Dat er op grond
van geloof alleen leden van het volk Israël bij het lichaam van Christus
zouden gaan horen, is duidelijk genoeg. Dat is meekomen op grond van
het evangelie van de voorhuid!

‘Ja de plaats van gelovigen uit Israël is in de tijd van Handelingen lastig
te begrijpen.’

Dat zorgt ook voor veel verwarring, discussies, verschillende opvattingen,
et cetera. We zijn bevoorrecht, dat we door de brieven Romeinen-Filemon
duidelijk zicht hebben op het unieke evangelie van de voorhuid. Daarin is
Gods genade het centrale gegeven. Daar waar in allerlei religies werken van
de mens -op welke manier dan ook- vereist zijn, is in dit evangelie God zelf
die alles bewerkt. Zijn Zoon, de geliefde, is het, die alles doet wat nodig is.

‘Dat is wat we beseffen en vreugde in ons hart geeft.’

We zijn gezegend. Absoluut. We hebben geen enkele verplichting die wij
moeten volbrengen om in de gunst van God te komen. We zijn volkomen
gezegend in die liefde van God in Christus Jezus. We hebben ook geen
verplichtingen die ervoor moeten zorgen, dat wij in de gunst van God
blijven. Wij zijn en blijven te allen tijde Zijn geliefde heiligen!

 


Woord vandaag

‘Het wordt stapje voor stapje duidelijker, wat is het volgende
evangelie dat we bespreken?’

Het evangelie van God is feitelijk wat in Handelingen 20:24 genoemd
wordt ‘het evangelie van de genade van God’. Het draait om de dood en
opstanding van de Heer Jezus Christus waarvoor Hij in het vlees kwam.
De aardse bediening bereikte zijn hoogtepunt in de diepte van het lijden
aan het kruis. Dat werkte de redding van heel de mensheid uit. Dat is de
boodschap die in Romeinen 3 en 5 klinkt: heel de mensheid gered in en
door de dood en opstanding van Christus.

‘Mooi he, het sluit werken van de mens uit en is helemaal het werk van
God en Christus.’

Machtig evangelie en dat moet gehoord worden! Geen religie, geen werk
van de mens vereist, totaal Gods genade alleen! Het is om niet, dat wij
dat ontvangen. Het is niet: je moet gered worden en daarvoor moet jij,
mens, de laatste (en beslissende!) stap zetten; nee, het is helemaal lou-
ter genade. Het evangelie is niet naar de mens, het is naar God en dat
zegt dat God alles doet! Heerlijk, dat we dat evangelie mogen uitdragen
en kennen.

‘Heerlijk, elke keer als je het hoort word je weer blij van binnen en wil
je 
het uitjuichen!’

Ja mooi, het is ook steeds weer een bevestiging als je het hoort en je
gaat het weer wat dieper beseffen in je hart. Het is werkelijk een echt
evangelie. Al wat iets -ook al is het maar nog zo weinig- van de mens
verwacht, is geen zuiver genade-evangelie. We zijn bevoorrecht dat
we deze dingen nu al mogen weten. Licht in ons hart, God heeft het ge-
geven en het verlicht heel ons mens-zijn.
Alle mensen gered in het bloed van Christus is aanstotelijk voor allen
die nog aan religie en traditie vastzitten. Zij zijn als de oudere broer van
de verloren zoon. Kunnen het niet verdragen, dat mensen die een min-
der goed gedrag hebben vertoond dan zijzelf, met open armen door de
v(V)ader ontvangen worden en het beste kleed en eten krijgen, want
dát 
is: genade van God.


Woord vandaag

‘Wat is dan na het eonische evangelie een echt evangelie?

Dat is het evangelie van God. Dat wordt in Romeinen zo benoemd. In de eerste
verzen van hoofdstuk 1 staat dat. Het is het evangelie van God, aangaande Zijn
Zoon, Jezus Christus, onze Heer. Het gaat om God en om Christus in dit evan-
lie en dat kan ook niet anders. Als het over de mens zou gaan, zou het geen
evangelie zijn. In dat evangelie (Romeinenbrief) draait het om de dood en op-
standing van Jezus Christus.

‘Romeinen is een machtige brief, ik ben erg blij met die boodschap.’

En reken maar dat Romeinen een geweldig evangelie is. In Romeinen 3 wordt
geen vergeving van zonden, maar rechtvaardiging om niet, in Zijn genade, door
de vrijkoping in Christus Jezus verkondigd. Geen werken van de mens vereist,
dus. Het evangelie van God draait om de dood en opstanding van onze Heer Jezus
Christus uit de dood en van tussen de doden uit. Dat is de boodschap, het goede
nieuws, dat ook ‘het evangelie van Christus’ of ‘de genade van Christus’ (Galaten
1:6-9) genoemd wordt.

‘Ah, het begint al wat duidelijk te worden.’

Door Zijn genade zijn wij geroepen, daar komt geen eigen werk van de mens aan
te pas.
Gelovigen zijn mensen die het helemaal van God verwachten; niet alleen
voor vandaag maar ook voor morgen en overmorgen! Daarna wordt als voorbeeld
van geloof Abraham genoemd in het vierde hoofdstuk. Het gaat dan om de Heer
Jezus Christus in hoofdstuk 3, die zelf een gelovige was en als voorbeeld dient.
Hij geloofde dwars door alles heen dat God, Zijn Vader, Hem uit de doden zou op-
wekken, en dat geloof werd nooit beschaamd. Zo’n vast vertrouwen hebben wij
ook nu wij rijke beloften hebben; daarin worden wij nooit door Hem beschaamd!