‘We leven in de tijd, die snel gaat.’
Wanneer de dingen die in het bijbelboek Openbaring staan, gaan
gebeuren, gaat het heel snel. Dat staat in het begin van dit boek,
in 1:1. Meestal vertaalt men met ‘weldra’ of ‘spoedig’.
Dit gaf de indruk, dat er niet veel tijd zou zitten tussen het schrij-
ven van deze boekrol en de vervulling ervan. Daardoor hebben de
tegenwerker en zijn personeel successen geboekt.
‘Er staat dus ‘snel’ in plaats van ‘spoedig’?
Dat is het. Wanneer het allemaal in vervulling gaat, gaat het snel.
We weten niet wanneer al die gebeurtenissen gaan plaatsvinden,
maar dat het dichtbij moet zijn, kan niet anders. Al wat de apostel
aan zijn geestelijk kind Timotheüs schrijft, vooral in de tweede
brief, is volop aanwezig in het christendom. Wat Timotheüs zou
doen, is kwaad lijden met het evangelie. En hij zou bij het woord
blijven en dat verkondigen.
‘Ja, en dat ongelegen of gelegen.’
Wanneer je dat doet, merk je dat er veel tegenstand tegen het
evangelie bestaat. Als je gewoon blijft bij wat de apostel heeft
mogen opschrijven, dan kom je onherroepelijk tegenstand en
tegenwerking tegen. Men wil de waarheid van die woorden niet
en beroept zich op allerlei andere Schriftplaatsen, maar niet op
wat Paulus mocht brengen. Dat gaat te ver, dat druist in tegen
de religieuze opvattingen van toen en nu.