‘Goed, steeds te beseffen hoe rijk we zijn en wat God doet.’
We zijn zeker ongewoon overvloedig gezegend, en dat met al die geestelijke zege-
ningen. We hebben ruim de tijd genomen om naar aspecten van het kruis te kijken.
En we ontdekten steeds weer, hoe afhankelijk wij zijn van datgene wat gebeurt
en nog gebeuren zal als gevolg van de werking van het kruis. We hebben gezien, dat
het kruis heel diepgaand en grondig is en beslissend in al zijn facetten. Het zet de
richting in Gods plan definitief op redding van allen, alles en iedereen zal delen in
de heerlijkheid van God.
‘Gaan we nog verder kijken naar facetten van het kruis?’
Over enkele weken, ja. In Filippenzen wordt ook het nodige over het kruis gezegd.
Zowel in Filippenzen 2 als 3. Dat is nu in voorbereiding. Maar eerst willen we nog
aandacht besteden aan andere ‘dingen’. Zoals wat we al zagen, dat het koninkrijk
van de Zoon toch groter blijkt dan je denkt. Het wonderlijke in Kolossenzen 1 blijkt
te zijn, dat dat koninkrijk zal bestaan uit al die wederzijds verzoende schepselen.
En dan zowel zichtbare (mensen) als onzichtbare (hemelse machten en krachten).
‘Dat is dan allesomvattend, ja. Verrassend genoeg.’
Uiteindelijk zal de Zoon onderschikkend zijn aan de Vader. En dan zal Hij het hele
koninkrijk aan de Vader overhandigen. Opdat God werkelijk in allen alles zal zijn.
We hebben veel genade ontvangen als wij iets hiervan kunnen zien met een gees-
telijk oog. Een zicht dat niet vertroebeld is door de tradities van de mensen. Een
geloof dat niet verward is door filosofie van mensen. Maar gewoon rechtuit kun-
nen aanvaarden wat Vader zegt. Als je dat kunt, dan is ook dat genade van God.