‘Ja, het is goed te beseffen dat alles in Gods hand is.’
Hij leidt en stuurt de wereldgeschiedenis. Dat lezen
we in het boek Daniël onder andere:
Gezegend is de Naam van Hem, die de Alue (God) is,
vanaf de eon en tot de eon, de wijsheid en de almacht,
die zijn van Hem. Daniël 2:20
Hier prijst Daniël God, dat Hij door de eonen (tijdper-
ken) heen regeert met wijsheid.
‘Ja, fijn, dat het in Zijn liefde geborgen is.’
Hij verandert de era’s (gelegenheden) en de vastge-
stelde (tijden), zet koningen af en stelt koningen aan,
verleent wijsheid aan de wijzen, en kennis aan hen
die inzicht kennen Daniël 2:21
Het komt alles bij God vandaan. De mens denkt wat
in te brengen te hebben, in zijn hoogmoed. Dat heeft
Nebukadnezar ook ervaren. Hij meende in zijn waan(zin)
dat hij zelf het grote Babel gebouwd had (Daniël 4:30) en
dat hij zelf, door eigen sterke macht en tot eer van zijn
majesteit dat huis Babel gebouwd had.
‘Hij at later gras bij de dieren in het veld.’
Hij hechtte in zijn hart geen geloof aan wat Daniël tegen
hem gezegd had in Daniël 2:37 :
U, O koning, bent koning van koningen, u aan wie de
Alue (God) van de hemelen een bewaard koninkrijk, en
macht en eer en sterkte heeft geschonken
Opnieuw zien we, net als bij Pilatus, maar ook zelfs bij
de tegenwerker, dat God het is, die volmacht verleent,
geeft. Nebukadnezar geloofde in eerste instantie niet
wat Daniël tegen hem zei over zijn koningschap.