22 september 2020 kwam Kolossenzen
1:23 naar voren, ze waren gefundeerd
en bestendig in de verzoening. Goed is
het nieuws dat in heel de schepping ver-
kondigd werd. Luister: deel A en deel B
Woord vandaag
‘Zijn genade is genoeg.’
Voor de ergste zondaar. Dat was
Saulus van Tarsus volgens eigen
zeggen. Maar velen vinden dat
Judas de ergste was. Ook Petrus
kan aardig meedoen in die wed-
loop. Toch blijkt, dat de genade
van God groter is dan de zonden
en misstappen van deze drie. In
Petrus zien we de vergeving voor
Israël gestalte krijgen.
‘Wat een zicht hebben wij.’
Dat je de genade van God meer
kan waarderen, is óók genade. In
ons is niets dat die genade kan of
kon verdienen. Integendeel. Pau-
lus schrijft wat je weinig hoort:
waar echter de zonde toeneemt,
stroomt de genade over
Romeinen 5:20
Maar in de praktijk, als je als ge-
lovige zondigt geldt dat niet meer.
Die indruk krijg je weleens.
‘Eh ja, dat kom ik wel tegen.’
Paulus gaat nog verder in Romei-
nen 5:21 en schrijft:
…opdat net als de zonde regeert
in de dood, zo ook de genade zou
regeren door rechtvaardigheid,
tot in eonisch leven, door Jezus
Christus, onze Heer
Regering van de genade van God
is gebaseerd op de dood (die van
het kruis) en de opstanding van
Christus, zo blijkt God volkomen
rechtvaardig en liefdevol te zijn.
Woord vandaag
‘De Heer vergaf Petrus.’
Hij vroeg hem drie keer naar zijn
houding, in Johannes 21:14-19.
Drie bevestigt Petrus dat hij de
Heer toegenegen is. Hij gebruikt
niet het woord liefhebben (aga-
pe) maar genegen zijn, hechte
vriendschap (filea, van Filadel-
fia). Dat is voor de Heer duide-
lijk, Die wist wat in Petrus’ hart
was. Petrus krijg geen straf.
‘Hij krijgt er niet van langs.’
Ook hierin zien we de waarheid
van wat Johannes schreef:
de genade en waarheid zijn door
Jezus Christus geworden
Johannes 1:14
Dat geldt dus onder het evange-
lie van het koninkrijk, van de Be-
snijdenis. Petrus wordt zelfs niet
lager geplaatst als apostel, maar
behoudt zijn sleutelfunctie, die hij
ook uitoefent in Handelingen 2.
Dan komen 3000 tot inkeer.
‘De genade van de Heer.’
In christelijke kring had dat nooit
gekund, dan was Petrus zijn fun-
ctie kwijtgeraakt. De Heer is ech-
ter (opnieuw) meer genadig dan
christenen zouden zijn. En Judas
gaat in de ogen van heel veel ge-
lovigen voor eeuwig verloren, nu
hij zijn Heer overgaf aan de Jood-
se groep die Hem voor het San-
hedrin inrekende. Maar: God is
Redder van alle mensen, inzon-
derheid van de gelovigen.
Woord vandaag
‘Jezus is Heer.’
En Hij is het Hoofd: het lichaam
van de Christus, is Zijn geestelijk
lichaam, dat bestaat uit diverse
leden. Al die leden zijn nodig om
in de nabije toekomst boven hun
dienst te vervullen. Veel mensen
denken dat ze na dit leven naar
de hemel gaan. Ze hebben geen
idee wat dat is of hoe dat zal zijn.
Het is niet het koninkrijk der he-
melen. Dat komt juist op aarde.
‘Daar is verwarring over.’
Zeker. Erg veel onduidelijkheid
verdwijnt wanneer je in het ge-
heel van de Bijbel gaat zien wat
het koninkrijk van de hemelen is.
De grapjes van Petrus bij de he-
melpoort zijn bekend. Je leest:
jij bent Petrus en op deze petra
zal Ik Mijn gemeente bouwen; en
poorten van het onwaarneemba-
re zullen niet de overhand heb-
ben tegen haar
Mattheüs 16:18
‘De gemeente uit Israël?’
Ja, dit is wat we ook wel de ko-
ninkrijksgemeente noemen. Pe-
trus was de belangrijkste apos-
tel van de Besnijdenis:
Ik zal jou de sleutels van het ko-
ninkrijk van de hemelen geven,
en wat jij ook bindt op de aarde
zal gebonden zijn in de hemelen
en wat jij ook losmaakt op de
aarde zal losgemaakt zijn in de
hemelen Mattheüs 16:19-21
Die sleutelfunctie behield hij on-
danks zijn loochening van zijn
Heer, Die hem genadig vergaf.
Woord vandaag
‘Groeien naar God toe.’
Paulus maakt op de Areopagus
bekend wie God is. Die maakte
de mens, die verlangt naar God:
want in Hem leven wij, bewegen
wij en zijn wij, zoals ook enkele
van jullie dichters zeiden: want
wij zijn ook van Zijn geslacht
Handelingen 17:28
Een enorme uitspraak over God
en de menselijke dichters voel-
den dat ook aan.
‘Ze beseften iets.’
Dat is hun ingegeven doordat zij
de Oorsprong vermoedden. God
is de Bron van alles, alles is uit
God, zegt Paulus in Romeinen
11:36. Het vergt geloof dat je
dat ook gaat zien en ermee re-
kent. Groei in geloof is ook uit de
God en Vader van onze Heer. Hij
is Heer en dat heeft gevolgen in
ons leven.
‘Dat klinkt ook in Romeinen 14.’
In feite is dat één van de hoogte-
punten in dat hoofdstuk, dat de
apostel vaststelt dat Jezus Chris-
tus Heer is. Daartoe is Christus
gestorven en leeft weer. Hij zal
regeren over iedereen, dat is de
uitkomst van Gods plan:
allen belijden van harte: Heer is
Jezus Christus, tot eer van God
de Vader.