‘Wat een bijzondere genade, die vrijkoping. Het is niet wat wij
verdienden.’
En dat is juist genade. God roept zondaren, niet degenen, die
van zichzelf menen rechtvaardig te zijn. Hij schenkt Zijn vijanden
wat zij beslist niet verdienen: genade, onverdiend, onverdeeld.
Er zit bij de genade van God geen ruis van iets van de mens.
De vrijkoping door het bloed spreekt van zwakheid (een weer-
loos lam) en offer. Dat was de basis van de redding van Israël
uit Egypte.
‘Bijzondere waarheid. Zij werden door het bloed van lammetjes
gered, de eerstgeborenen bleven in leven.’
Zo worden wij gered door het kostbare bloed van Christus. Hij
was en is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt.
Dat is de basis van onze redding. Hij die gekruisigd werd uit zwak-
heid, Hij was het offer dat gebracht werd. Daar was het lammetje
bij de gezinnen van Israël een type van. Maar nu zijn wij gered
op basis van het ware Offer: onze Heer Jezus Christus. Het Zijn
werk en helemaal Zijn verdienste. Daarna wordt iedereen gered
door Gods genade, en niets anders dan dat.
‘Geweldig hoor, dit ís het ware evangelie, een echte blijde bood-
schap, wars van alle religie.’
Vrijkoping door Zijn bloed is ons deel. Wat een genade! God geeft
het ons uit Zijn liefdevolle hart, dat naar ons uitgaat. Vandaar dat
de apostel later in Filippenzen schrijft: verheug je te allen tijde,
opnieuw zal ik zeggen: verheug je! Omdat wij leven in Zijn genade,
hebben wij de heerlijke zekerheid dat Hij ons ook zal redden als
het erop aan komt. En wij hébben nu ook de vergeving van de
krenkingen. Daarover morgen meer!